Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een bewogen vrijdag op de Breestraat (onder pseudoniem Sani van Bussum) (1930)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een bewogen vrijdag op de Breestraat (onder pseudoniem Sani van Bussum)
Afbeelding van Een bewogen vrijdag op de Breestraat (onder pseudoniem Sani van Bussum)Toon afbeelding van titelpagina van Een bewogen vrijdag op de Breestraat (onder pseudoniem Sani van Bussum)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.41 MB)

Scans (5.92 MB)

ebook (2.83 MB)

XML (0.10 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een bewogen vrijdag op de Breestraat (onder pseudoniem Sani van Bussum)

(1930)–Sientje Prijes–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 97]
[p. 97]

[IV]

En hoe was 't ermee? Ach, het onweer luwde alreeds....Costa Gomez, wien de zweetdroppelen op het voorhoofd stonden, voelde al zijn hoop vervliegen....

Het huis was vol ramp.... Alles was voor niets geweest, de kreten, de inspanningen.... Zachtjes jammerde de barende nog na....

‘Ze heeft geen kracht meer....’ ‘D'r komt geen voortgang....’ Vrouwen schreiden....

In de gang, onder aan de trap, zat de moeder van de barende, die van weedom de kamer uitgegaan was, met de handen ineengeklemd in den schoot te staren.... Haar bleeke, bezielde gezicht ving het beetje licht, dat uit 't trapgat viel.

Maar boven in het huis werd iets ruchtig.... Zwaar kwam vader Schloume aangestommeld, die eenzaam door den winkel was binnengekomen en naar bo-

[pagina 98]
[p. 98]

ven gegaan, door niemand opgemerkt... Hij vroeg niets, wou niets zien.... wat hij hoorde, was genoeg.... Maar nu was hij al zoo lang boven geweest, de geluiden beneden verminderden.... Hij begon zich onbehagelijk en veronachtzaamd te voelen.... Wie keek nog naar hem om, wie toonde nog wat om hem te geven? Was hij niet de vader, en had men hem in zijn smart niet moeten ontzien? Maar neen, den heelen dag werd hij aan zichzelf overgelaten, bekommerde men zich niet om hem, liet hem maar loopen.... Hij voelde zich tot schreiens toe vol, van wanhoop om alles, van medelijden met zichzelf.... En hij kwam de trap af, hij wou niet langer vergeten zijn....

Maar wie zat daar beneden? Wie stond op om hem door te laten en drukte zich zoo bescheiden, zoo stil tegen den muur....? Dat was immers zijn eigen vrouw? Hij begreep niet....

[pagina 99]
[p. 99]

‘Waarom ben je dan daar gaan zitten....?’

Toen vloeiden de tranen uit die bedroefde oogen. ‘Ach, weih is mir....!’ zei ze zacht....

En ineens begreep hij hoe zelfzuchtig hij geweest was, en wat die daar lijden moest, een moeder.... Zijn hart brak in teederheid....

‘Och, mijn arme vrouw, mijn arme Scheine, moet je dan zoo huilen? Nou, kom dan maar, kom dan maar hier bij je man, laat ik je troosten, daar, huil dan maar niet meer, wees maar stil....’

En samen huilden zij, de armen vast om elkaar geslagen, en samen bleven zij zitten, op de trap, om het noodlot af te wachten....

 

Maar binnen werd het stil, een stilte des doods.... Het gejammer hield op, men hoorde alleen nog het murmelen der biddende mannenstemmen.... De

[pagina 100]
[p. 100]

dokter, zelf grauw, boog zich over het lijkbleeke gelaat.... De oogen zagen hem zelfs niet meer aan.... Hij voelde den pols, - die was bijna weg....

‘Duifje, Duifje....!’ fluisterde hij.... Een krankzinnige angst overviel hem. Nat van het zweet, voelde hij zich misselijk worden.... Hij wist het, het was te laat, hij had te lang gewacht, ze zou hem ontsnappen, ze zou onder zijn handen blijven....

‘Duifje, om Godswil....!’ Een flauwe glimp van een matten blik werd tot hem opgeslagen....

‘Duifje....!’ Op dat oogenblik had hij zijn patiënt lief.... Neen! zij mocht hem niet ontsnappen, het vreeselijke mocht niet gebeuren....! Het was hem alsof hij haar ziel moest vasthouden, dat die niet wegvluchtte van haar bleeke lippen....

En ineens verhief hij zich; hij werd kalm en nam een besluit. Nu moest het gebeuren.

[pagina 101]
[p. 101]

Hij keek de baker aan. ‘Waar hebt u m'n instrumententasch gezet?’ vroeg hij rustig.

‘O God, o God!’ mompelde de baker. En het ging door het huis rond.... ‘De tang zal-ie gebruiken, de lepels.... Och weih.... och weih!’ En de menigte op straat hoorde het, en in de keuken hoorden ze het....

‘Sjemáng Jisroeëil, de tangen....! De instrumenten....! Wat zal er met mijn kind gebeuren!’ weeklaagde de oude grootmoeder.

De kraamkamer was vol vrouwen, snikkende, fluisterende, saâmklittende vrouwen. Toen Costa Gomez naar zijn instrumententasch wilde grijpen, struikelde hij er over een en viel bijna....

Hij wees met zijn krommen vinger naar de deur. ‘Die wijven d'r uit!’ zei hij.

En ze gingen, hoor; als hondjes, allemaal achter mekaar verdwenen zij.

[pagina 102]
[p. 102]

Bourbacki, in het voorhuis, triompheerde: zij eruit, de anderen ook eruit!

 

En toen? Ja, toen was het al gebeurd voor je boe of ba kon zeggen! Ineens was het kindje geboren, zoo maar, zonder actie of refactie! Gezegend is de wetenschap! Gezegend is die geleerde kop van Costa Gomez, waar dat alles in zit. 't Is waar, de chirurgijn stond nog te werken in het zweet zijns aanschijns, en alleen de baker wist, hoe 't er op dat oogenblik op aan kwam.

Want zij had het gezien: het kind was zoo blauw als een lei toen het geboren werd, en hij zwaaide het als een kikker heen en weer. Hij hief het hoog, hij hield het laag, hij baadde het in koud en in warm, in warm en in koud water, om de beurt; hij hield het onderste boven en weer overeind en eerst toen hij het, met zijn harde groote chirurgijnshand, een paar ferme klappen voor zijn

[pagina 103]
[p. 103]

gatje had gegeven - Goddank: daar kwam eindelijk de bevrijdende schreeuw! De longetjes vulden zich met lucht, voor 't eerst; zij openden zich als bloemblaadjes die gevouwen hebben gelegen, en het gevaar voor verstikking was voorbij.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken