Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Lauwer-stryt (1665)

Informatie terzijde

Titelpagina van Lauwer-stryt
Afbeelding van Lauwer-strytToon afbeelding van titelpagina van Lauwer-stryt

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.30 MB)

ebook (3.34 MB)

XML (0.43 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Lauwer-stryt

(1665)–Catharina Questiers, Cornelia van der Veer–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Op het verjaren
Der Deught-en-kunstrijke Catharina Questiers.

Virg. semper honos nomenque tuum laudesque manebunt.

 
DE wijsheid, op haar throon geseten,
 
Soo hoogh, in 't ongenaakbaar licht,
 
Van hem, die 't al beheerst, gesticht,
 
Noit van het sterf'lijk breyn gemeten,
 
Sloeg nederwaarts haar keurig oogh,
 
Doorstralende alle Hemel-transsen,
 
En thronen-bogen, vonken, glanssen,
[pagina 47]
[p. 47]
 
Na d'aarde, uyt een lazuire boog.
 
Sy zach de werelt vol gedrochten
 
Van menschen, tuym'lende onder een:
 
En onder duisent naulix een,
 
Die haare onschatb're schatten sochte.
 
Het grijse Athenen lagh in puin;
 
En Capitool en fiere wallen
 
Der Sevenbergse Stad vervallen;
 
Die eertijds trotz verhief haar kruin
 
Om hoog: maar nu op d'aard geseten,
 
Door Noordse Orkanen neergevelt,
 
Verdruckt, onthult, met smaad bewelt,
 
Haar' ouden glans niet kan vergeten.
 
Nu wende zy 't na Nederland:
 
Dat soo veel woedende oorlogs-baren
 
Ontworstelend', scheen op te klaren,
 
Bekroont met heyl door d'eendrachtsband;
 
En wiert'er, in de Stad der Steden,
 
Gewaar het eedel kroost QUESTIERS,
 
Dat oit soo yv'rig en vol viers
 
Haar' waardigheit hadde aangebeden:
 
Zie daar mijn trouwe voesterling,
 
Wien al mijn schatten zijn ontsloten:
 
Dus sprakze tot haar' hofgenoten
 
Tot iegelix verwonderingh:
 
Ik zie haar jaargetijde singen
 
Van deugt-beminders, daarze praalt
 
In top van Kunst, en flonckerend straalt,
 
Omringt van vijf en twintig kringen
 
Des groten Lichts, dat dagh en nacht
 
En tijden deylt en eeuwigheden.
 
De deught blinkt uyt, daar suyv're zeden,
[pagina 48]
[p. 48]
 
Omzichtig houden trouwe wacht.
 
En schoonte en kunst, in een gedreven,
 
Verheldren 't helder aangesicht:
 
Het oogh, met sulk een glans verlicht,
 
Siet diep in 't eeuwig zalig leven.
 
Nu juight het Y, en d'Amstel-stroom
 
Komt in sijn cristalijne druppelen,
 
Doorvrolijkt op dees tonen, huppelen;
 
En kent van blijdschap staf noch toom.
 
Dat vry de werelt-lingen strengelen
 
Cier-kranssen van verwelkbaar lof,
 
Die haast vergaan tot assche en stof;
 
En Lauwerblâan daar onder mengelen:
 
Ter heugenis van haar geboort:
 
En tot erkentenis der gaven,
 
Die d'onverderff'lijkheit nadraven,
 
Door naarstigheid en lust gespoort.
 
My past het, met geen aardse krone,
 
Die nu of dan in luyster daalt,
 
Maar met een licht, dat eeuwig straelt,
 
Mijn gunst-genoten te belonen,
 
Op dat het Menschdom, aangeport
 
Door heerelijke deugds-beloning,
 
Lust krijge in mijn doorluchte woning;
 
En deughde- en wijsheid-lievend wort.
 
Ghy zult, verheerelijkte Reyen,
 
Omstralen 't hooft van CATHARYN',
 
Op datze als d'avont-star verschijn';
 
En krachtig elk ter deughden leyen.
 
Terstont borst uyt het zalig Choor
 
Dees galm: dat nu de rijke zegen
 
Van d'Almacht op haar neder-regen'!
[pagina 49]
[p. 49]
 
Dat klinckt en dringht de ronden door:
 
Het aartrijk slaat aan 't wederklincken:
 
De wenschen rijsen op 't geluyt,
 
Dat doorgewrongen nergens stuyt,
 
Soo moet Questiers in glory blincken
 
Als 't hel gestarnt en silv're maan,
 
Die in het stralen by het duyster
 
Verkrijgen schoonder glans en luyster.
 
Noit moet haar lof noch kunst vergaan!

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken