Gedichten

[p. 74]

Decemberzon

Goddank! daar is de zonne weer!
Reeds breekt de grauwe nevel,
Vergeet slechts hier en daar een drop...
Daar vloeit de gulden lichtstroom neer
In wijden beemd en nauwe steeg;
En alles lacht, of 't blijde waar,
Wijl 't aan dien gloed, zoo warm en klaar,
In vrede feesten mag ter deeg!

Goddank! daar is de zonne weer!
Nu houdt geen sneeuw of ijs het uit;
Geen kille dam die 't straaltje stuit,
Zijn koozen, streelen gaat te keer!
't Smelt alles neer in hellen stroom,
En danst al klaatrend voort en voort,
En vangt elk straaltje, dat daar gloort,
En viert zijn speelsche vreugd den toom.

[p. 75]

 

Goddank, daar wordt mij 't harte licht;

 

Want, waar zich 't weldoend zonvuur spreidt,

 

Daar vlieden twijfel, liefdloosheid

 

En argwaan. Sombre droefheid zwicht;

 

Reeds naakt vertrouwen, broedermin,

 

En hoop en moed en stil geneugt'

 

En allen juichen in hun vreugd:

 

‘Kom, liefde, neem uw rijk weer in!’