Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Wat zei, wat zong 'dat Kwezeltje' (1898)

Informatie terzijde

Titelpagina van Wat zei, wat zong 'dat Kwezeltje'
Afbeelding van Wat zei, wat zong 'dat Kwezeltje'Toon afbeelding van titelpagina van Wat zei, wat zong 'dat Kwezeltje'

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.48 MB)

Scans (89.78 MB)

ebook (4.19 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Wat zei, wat zong 'dat Kwezeltje'

(1898)–Hilda Ram–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 56]
[p. 56]


illustratie

Het Kruisbeeld

 
Er hangt in de stille kamer,
 
Waar stervend mijn broeder lag,
 
Een nederig beeld des Gekruisten,
 
Dat zijn brekend oog nog zag.
 
 
 
Op de rechter schouder gezonken
 
Is 't heilig aangezicht;
 
Naar 't hoofd der beddesponde,
 
Omlaag, is de blik gericht.
 
 
 
Maar niet het beeld alleenlijk,
 
De kruisboom ook hangt scheef;
 
En, schoon men hem rechten wilde,
 
Toch schuins hij zakte en bleef.
 
 
 
Mij heugt de stervensure,
 
Mij heugt des broeders woord,
 
Dat, bij des priesters heengaan,
 
Uit zijn mond ik heb gehoord.
 
 
 
‘Wees gij tevreden, zuster:
 
't Is alles, alles goed!’
 
En mij trof dat stralend wezen,
 
Die glimlach, o! zoo zoet!
[pagina 57]
[p. 57]
 
En in mijn handen drukte ik
 
Zijn afgeteerde hand.
 
Maar hij... reeds zochten zijn oogen
 
Den Christus aan den wand,
 
 
 
Die, de armen uitgeslagen,
 
Het hoofd zoo minzaam boog,
 
Alsof Hij, met trouwe liefde,
 
Hem noopte, tot zich, omhoog...
 
 
 
Thans, als ik gansch alleen ben
 
In 't groote, stille huis,
 
Dan ga ik naar die kamer,
 
Dan trekt me dit blanke kruis.
 
 
 
En voor de sponde kniel ik
 
En bid: ‘Heb dank, o Heer,
 
Die zoo meedoogend u neigdet
 
Tot mijn armen broeder neer!’


illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken