Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Wat zei, wat zong 'dat Kwezeltje' (1898)

Informatie terzijde

Titelpagina van Wat zei, wat zong 'dat Kwezeltje'
Afbeelding van Wat zei, wat zong 'dat Kwezeltje'Toon afbeelding van titelpagina van Wat zei, wat zong 'dat Kwezeltje'

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.48 MB)

Scans (89.78 MB)

ebook (4.19 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Wat zei, wat zong 'dat Kwezeltje'

(1898)–Hilda Ram–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 93]
[p. 93]


illustratie

Naklank op ‘Godelieve’

 
Ik zat eens voor mijn vensterkozijn
 
En doopte in de verf 't penseelken mijn,
 
Om, wat ik zag, te malen.
 
Voor 't raamken opeens een vreemde kwam,
 
Die me 't heldere licht met zijn schaduw benam;
 
Hij zag mij en scheen te dralen.
 
 
 
‘Wat mengt ge uw kleuren lief en rijk,’
 
Zoo sprak hij stil, als ten huldeblijk,
 
‘Wat geluk, dat ik u vinde!
 
O, schilder mij mijn heilige, die
 
Van kindsbeen af, ik zoo gaarne zie,
 
Omdat mijn moeder ze minde.
 
 
 
Ik zal ze stellen der wereld ten toon,
 
Dat ieder ze vinde hemelschoon,
 
Dat allen ze kennen leeren!’
 
Ik zag verwonderd dien man in 't oog,
 
En peinsde of hij zich of mij bedroog...
 
Een heilige wilde hij eeren?...
 
 
 
Zijn heilige werd me aldra bekend.
 
Ik minde, o! minde ze zóó op 't end,
 
Dat ik greep naar verf en penseelen.
 
Vol gloed en liefde aan 't werk ik begon,
 
En lief en fijn, als ik 't vroeger niet kon,
 
Bleef lang ik die beeltenis streelen.
[pagina 94]
[p. 94]
 
De tijd verging en de stonde kwam,
 
Dat de vreemde mijn schildering medenam.
 
Ik schreide erom bij nachte.
 
Gelukkig had ik een schetsken bewaard,
 
Daar heb ik mijn oogen aan verklaard,
 
Dat verdreef mijn droeve gedachte.
 
 
 
Want ach! ik vernam, dat mijn heilige prijkt
 
In een kunstig besnedene lijst, verrijkt
 
Met siersels van beeldrige vinding.
 
Doch hij bracht ze ten toon op een wereldfoor!
 
Heur zedige glans, heur wondere gloor,
 
Ze dienen tot oogenverblinding!
 
 
 
Maar 't ergste! die vreemde een derde ontbood
 
Om mijn sprekende Vlaamsche kleuren snood
 
Te besmeuren met uitheemsch vernis:Ga naar voetnoot(1)
 
Verdorven zijn toon en tinten fijn!
 
Gekladder bevlekt dat paneelken mijn,
 
Dat zoo lieflijk was en frisch.
 
 
 
Hij pleegde aan mij een laf verraad;
 
Maar Heere! dat heeft niet veel geschaad;
 
Ik zoude 't wel vergeten.
 
Maar dat een Vlaming zijn Vlaamsch miskent,
 
En zóó zijn kunstwerk verminkt en schendt,
 
Dát dient, hem tot schande, geweten.


illustratie

voetnoot(1)
De Vertaling.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken