Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het woord. Een studie omtrent de grondslag van taal en taalgebruik (1967)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het woord. Een studie omtrent de grondslag van taal en taalgebruik
Afbeelding van Het woord. Een studie omtrent de grondslag van taal en taalgebruikToon afbeelding van titelpagina van Het woord. Een studie omtrent de grondslag van taal en taalgebruik

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.82 MB)

Scans (27.30 MB)

XML (2.25 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

studie
taalkunde/algemeen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het woord. Een studie omtrent de grondslag van taal en taalgebruik

(1967)–Anton Reichling–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina V]
[p. V]

Bij de onveranderde herdruk 1967

Dit boek is meer dan dertig jaar oud, maar het blijkt dat er nog zoveel vraag naar is, dat ik besloot het opnieuw uit te geven.

Zelf ben ik nooit enthousiast geweest voor het onveranderd uitgeven van een dergelijk werk en ik heb ook lang overwogen of het niet mogelijk zou zijn de inhoud ervan aan te passen aan mijn huidige opvattingen. Hierbij bleek echter steeds duidelijker, dat een dergelijke aanpassing zozeer zou ingrijpen in datgene wat ik in 1935 te zeggen had, dat hiermee het probleem van hen die Het Woord willen bezitten niet zou zijn opgelost.

Ik moet de lezer dan ook met grote nadruk verzoeken, dit boek te willen blijven plaatsen in de tijd waarin het geschreven werd. De eisen die de linguistiek in de dertiger jaren stelde waren ten dele andere dan die van vandaag. Antwoorden die ik op bepaalde problemen gaf, zou ik nu anders formuleren. Dit betekent niet, dat ik zou menen dat de huidige linguistiek niet in vele opzichten gebaat zou zijn met een nauwgezette overweging van de problemen die Het Woord eenvoudigweg móest behandelen.

Na een periode waarin deze problemen enigszins op de achtergrond raakten met, naar mijn mening, vaak desastreuze gevolgen, zien wij juist in de laatste jaren een hernieuwde belangstelling ontstaan voor het wezen zelf van taal en taalgebruik in hun vollédige omvang, d.w.z. met insluiting van alle ‘cognitieve’ aspecten zonder welke een verantwoorde linguistiek onbestaanbaar is. En juist op deze aspecten heb ik in Het Woord bijzondere nadruk gelegd.

Het zijn dan ook allerminst de algemeen theoretische opvattingen van Het Woord die ik nu anders zou willen stellen. Integendeel: ze zijn actueler dan ooit. Het zijn veeleer meer gespecificeerde stellingen en uiteenzettingen die ik in het licht van mijn verdere studie zou willen modificeren, aanvullen of verbeteren.

Als voorbeeld hiervan mogen o.a. dienen de consequente onderscheiding tussen klank en geluid, die in Het Woord weliswaar in principe gegeven is, maar die daar niet volledig en terminologisch is doorgevoerd.

Al heb ik, verder, in Het Woord de term betekenis meermalen tussen aanhalingstekens geplaatst, en al heb ik gemeend aan te tonen, dat het semantische aspect aan de taal-tekens en hun delen een verdere differentiatie volstrekt eist, dan ben ik mij er toch geheel van bewust, dat ik deze differentiatie in 1935 nog maar gedeeltelijk en nog niet voldoende precies had uitgewerkt.

Het palaeo-behaviorisme, het vroegste behaviorisme, met zijn uitsluiting van alle niet waarneembare data als object van onderzoek voor psychologie en linguistiek, was in 1935 reeds op zijn retour, maar moest zijn grote invloed op de post-Bloomfieldiaanse linguistiek nog krijgen. Het logisch positivisme met zijn verwerping van elke uitspraak die niet uiteindelijk op waarneembare data zou kunnen worden teruggevoerd, had zich nog niet rechtstreeks tot de linguisten gewend (Schächter's Prolegomena zu einer kritischen Grammatik verscheen pas in datzelfde jaar). De meest vooraanstaande beoefenaars van het logisch

[pagina VI]
[p. VI]

positivisme der ‘Wiener Kreis’ waren nog niet naar Amerika uitgeweken. Ik kon dan ook vanzelfsprekend in 1935 nog niet voorzien, dat beide denkrichtingen in dezelfde bedding zouden geraken, n.1. in het ontkennen van de determinerende functie van het semantische taal-aspect t.o.v. het fonologische en het grammatische aspect van de taal, of althans in het theoretisch omkeren van deze verhoudingen in de structuur en in het gebruik van de taalbouwsels.

Het duurde tot 1939 voor ik op deze mogelijke ontwikkeling voor het eerst in druk heb gewezen (Over essentiële en toevallige grammatica-regels).

Tenslotte zou ik graag meer aandacht hebben besteed aan het syntagmatische aspect aan het woord, waarover ik thans niet wezenlijk andere, maar toch meer genuanceerde ideeën heb dan ik toen had, en meende nodig te hebben, om over het woord te kunnen schrijven. De ontwikkeling van mijn opvattingen na het verschijnen van Het Woord dank ik voor een niet gering deel aan de kritiek. Deze kritiek zou bij een bewerking tot haar volle recht zijn gekomen.

Het honoreren van al deze verlangens bleek mij binnen het kader van een herdruk onmogelijk. Ik zou het boek hebben verminkt door het weglaten van zeer veel waardevols bij andere auteurs. Daarmee zou ik het uitzicht dat dit boek biedt op de linguistiek waartegenover en waarbinnen het zich stelt, waaruit het voortkwam en waarheen het tendeerde, ontoelaatbaar hebben versmald: wie de linguistiek vóór 1933 niet kent, begrijpt de linguistiek van vandaag - en daarmee zichzelf - niet.

Het is ook daarom, dat ik toch heb besloten tot een ongewijzigde herdruk, in de hoop - en met de daarop steunende belofte - dat ik in een àfzonderlijke publicatie binnenkort op het hier gebodene zal terugkomen.

Het gevolgde druk-procédé maakte het herstel van een aantal drukfouten mogelijk en liet sommige verbeteringen in de tekst toe, voor zover daardoor geen verloop of storend wit optrad.

Ik laat hieronder een bibliografie van mijn publicaties na 1935 volgen; zij bevatten in nuce veel wat de lezer van Het Woord van dienst kan zijn.

 

Amsterdam, mei 1967.

ANTON REICHLING


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken