Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De man achter de schermen (1938)

Informatie terzijde

Titelpagina van De man achter de schermen
Afbeelding van De man achter de schermenToon afbeelding van titelpagina van De man achter de schermen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.94 MB)

Scans (4.54 MB)

ebook (2.86 MB)

XML (0.35 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman
detective


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De man achter de schermen

(1938)– Relham–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 135]
[p. 135]

Hoofdstuk XI.
De ‘verdachten’.

De avond brachten wij in de danszaal van het hotel door. Dicht bij ons zat, zonder ook maar één seconde onderbreking, de heer van kamer 97, elk van onze bewegingen bespiedend en - tevergeefs wachtend op iets ‘verdachts’. Zonde voor de moeite, mijnheer!

Men begrijpt, dat wij na al de emoties van de middag wèl behoefte hadden aan rust en zo maakten wij het niet laat die avond. Omstreeks tien uur verdwenen wij in ‘hoger regionen’, spoedig gevolgd door onzen lijf-spion. - Gelukkig konden wij onze deur afdoende sluiten, zodat we met een gerust hart in bed konden stappen.

Donald sliep rustig, ik had één droom, waarin zeker honderd kogels verschoten werden en een stuk of tien moorden plaats hadden. De rest van de nacht was rustiger, zodat wij beiden geheel fit en monter de volgende ochtend opstonden. - - -

's Middags tegen lunchtijd waren wij al in de villa Corelli en wij gebruikten de maaltijd samen met de anderen.

‘Hallo!’ ontving signorina Elvira ons, ‘waar zijn de heren geweest?’

‘In Como!’ antwoordde Donald. ‘En een stuk de bergen in gegaan! En U?’

‘Wij waren in Napels. Vader had een bespreking met den “staal-koning”. Veel pleizier heb ik er niet van gehad, hoewel Papa zo vriendelijk was dit onderhoud in een restaurant plaats te doen hebben, zodat ik ondertussen eens kon dansen!’

[pagina 136]
[p. 136]

‘En ze heeft daarbij nog wel een verovering gemaakt!’ mengde Corelli zich lachend in het gesprek.

‘Ja, een Franse tourist, Lubois of Dubois, heeft drie keer achter elkaar met me gedanst. Ik kon natuurlijk niet afzeggen, maar aangenaam was het me niet.’

‘Was hij zó onsympathiek?’ vroeg ik.

‘Dat niet, - maar U had zijn gezicht eens moeten zien, o, zijn gezicht!’

Donald glimlachte schelms: ‘Wat was er mee? Zó lelijk?’

‘Nou, zo - excuseert U het woord - zo idioot! Een gezicht waarvan je de stompzinnigheid kon aflepelen! Net een prent uit een humoristisch blaadje! Een caricatuur in één woord!’

We spraken nog een tijdje over dit onderwerp verder; toen betrok Baranzo de beide gebroeders Vismara in het gesprek met de vraag:

‘En waar hebben jullie uitgehangen?’

‘In... hm... in Milaan,’ antwoordde Guglio Vismara en hield zijn ogen hardnekkig naar beneden gericht.

‘Ja, we hebben niets bijzonders gedaan, getennist, gelezen, 's avonds naar de bioscoop,’ - voegde Cesare Vismara er aan toe.

De heren hadden wèl een kort geheugen! En dat zou wel zijn bijzondere oorzaak hebben. Ik maakte een aantekening in mijn geestelijk notitieboekje: ‘Gebroeders Vismara doen verdacht!’

De heren Vismara verwijderden zich dadelijk na de lunch. Corelli hield ze nog even staande: ‘Vanavond precies om half acht hier in de villa, hè, afgesproken?’ En tot ons: ‘Mijne heren, ik heb de eer U uit te nodigen tot een bezoek aan de Scala. 'n Nieuwe enscenering van “Carmen” - véél belovend! Kan ik U dus verwachten?’

Er was geen een, die de uitnodiging afsloeg! Wie zou deze prachtige opera niet willen zien in de beroemde Scala, met de beste zangers, en de weelderigste decors! - Zo werd dus afgesproken, dat het gezelschap precies half acht naar de eetzaal zou komen - al in avondkleding -

[pagina 137]
[p. 137]

waarna men direct naar het Opera-gebouw zou rijden, waar Corelli een permanente loge had.

Donald had ‘het een-en-ander’ te doen en trok er dus weer alléén op uit, ik besloot op onderzoek uit te gaan, teneinde zo veel mogelijk inlichtingen te verkrijgen over de ‘verdachten’. Wij zouden elkaar 's middags bij ‘Motta’ ontmoeten.

Ik bracht een bezoek aan een bekend informatie-bureau, waar ik ongeveer een uur zoek bracht, en met vele waardevolle inlichtingen vertrok. Toen liet ik me aan een tafeltje van het ‘Motta’-terras neer, deed een bestelling en begon al hetgeen ik over de verdachten wist, op een blad papier op te tekenen. Zo verkreeg ik een zeer overzichtelijk beeld van de toestand. Ik laat het hier volgen:

 

I. Commandatore Silvio Manzoni.

Welgesteld, leeft van de rente van zijn zéér aanzienlijk kapitaal, sluit zo nu en dan een zaak af, die meestal een paar ton afwerpt. Leeft overigens op zijn landgoed. Boezemvriend van Corelli.

Het lijkt dus weinig waarschijnlijk, dat hij de m.a.d.s. zou zijn. Het motief ontbreekt. Heeft noch met Tarani iets uit te staan, noch kan van hem verwacht worden, dat hij 20 Millioen zal stelen.

Daarentegen: hij is de énige van de ‘verdachten’, waarop de beschrijving past, die Sibilio ons van den ‘baas’ gegeven heeft: ‘Een man met ijzeren zenuwen, een sluwe kop, scherp verstand; iemand waar je respect voor moet hebben.’

Conclusie: Voorlopig geen redelijke grond tot verdenking, maar - opletten!

 

II. Gebroeders Vismara.

Welgestelde jongelui, onbetekenend, - slechts het feit, dat zij familie van Corelli zijn, kon hun een plaats in de society verschaffen. (Vader was van mindere kom-af).

Tot nu toe was géén grond aanwezig tot verdenking; - nu echter:

[pagina 138]
[p. 138]

a. het merkwaardige ronddolen in de buurt van het ‘café’.

b. het verzwijgen, dat ze in Napels geweest zijn.

Een ander - nog al fantastisch! - idee: misschien was een van hen de ‘baas’, die op deze wijze (zie ‘a’) mr. Plumpth en monsieur Dubois ongemerkt wou observeren?

Conclusie: ze zijn in elk geval minder onschuldig, dan ze eruit zien!

 

III. Sibilio.

Welgesteld, doch niet rijk, compagnon van Corelli bij één zijner bedrijven en aldus een man, met wien men rekening houdt. Zijn bronnen van inkomsten zijn niet alle bekend. ‘Men’ vermoedt, dat Corelli hem jaarlijks een zekere som schenkt. Of zou hij het geld uit de opiumhandel halen?!!

Van hem bekend, dat hij

a. zeker een hand heeft in het opium-zaakje.

b. niet de ‘baas’ is. (Of zou het mogelijk zijn, dat hij wèl de ‘baas’ is, doch zich als zodanig niet bij mr. Plumpth en monsieur Dubois wou bekend maken?! Dat zou kloppen met de twééde brief, - waarin immers tegen deze beiden gewaarschuwd werd! Maar dan: waarom nam hij het masker af en maakte zich bekend als signor Sibilio?)

Wat de zaak-Tarani betreft: het zou best mogelijk kunnen zijn, dat zijn ‘strijdmakker’ Baranzo hem verzocht had dezen ‘en passant’ maar in de gevangenis te stoppen. En de 20 millioen voor de moeite??!

Conclusie: Hij kàn de ‘baas’ zijn, dus ook: de m.a.d.s. - doch dan moet ik ontdekken, waarom hij zich als Sibilio bekend maakte. Dat is het énige, wat niet klopt!

 

IV. Baranzo.

Is volgens verklaringen van Donald - tegen Tarani! - zeker niet de m.a.d.s.!

 

EINDCONCLUSIE: alle drie ‘verdachten’ (de on-

[pagina 139]
[p. 139]

afscheidelijke gebroeders reken ik maar als één) hebben enige kans, voor de titel van ‘m.a.d.s.’ in aanmerking te komen en wel in de volgorde:

Sibilio, de gebroeders, Silvio Manzoni.

 

Ik was nauwelijks klaar er mee, toen Donald arriveerde. Ik verzocht hem 't geschrevene te lezen. Zijn oordeel luidde: ‘Niet kwaad, - alleen vergeet je enige belangrijke aanwijzingen. Zo b.v. het raadsel, hoe men in de woning van Tarani kon komen terwijl hij één sleutel onder zijn berusting had en de andere in de kluis van Elvira lag! En dat is iets, Johny, dat van het hoogste belang is, zoals je binnenkort wel zult merken!’

‘Binnenkort?’

‘Ja, de zaak lijkt mij zo goed als afgelopen. Als er zich tenminste geen complicaties voordoen. Wat ik, om je de waarheid te zeggen, niet waarschijnlijk vind!!’

Maar ja - ook een detective is geen profeet...!!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken