Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Fabelen (1842)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.66 MB)

XML (0.27 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie
jeugdliteratuur

Subgenre

fabel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Fabelen

(1842)–Pieter Jan Renier–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

XIII. De Vos en de Bok.

 
Twee lieden, die elkaêr op geener wys geleken,
 
Begaven zich op reis: - de Vos vol looze streken,
 
En langgebaerde Bok, kort in voorzienigheid.
 
Zy hadden nauwlyks saêm twee mylen afgeleid,
 
Wanneer de dorst hen praemt een bornput in te treden,
 
Waer zy aen hunnen nood voldeden.
 
Dan zei de Vos: Myn lieve maet,
 
Thans hebben we onzen dorst verzaed;
 
Maer, zeg eens, hoe gaen wy uit dezen put geraken?...
 
Hoor toe: ik weet hoe wy de zaken klaer gaen maken;
 
Hef u eens loodregt op,
 
Zoo styg ik, langs uw lyf, tot boven uwen kop;
 
Dus zult gy my tot ladder strekken,
 
En, als ik ben gered, 'k zal u naer boven trekken. -
 
 
 
By mynen baerd! 't is wel gezeid!
 
(Zegt de onbedachte Bok,) ik loof uw' schranderheid;
 
Nooit kon ik zulk geheim ontdekken:
 
Zie, ik sta veerdig. - Meester Vos
 
Stygt uit den put, is vry en los,
[pagina 20]
[p. 20]
 
En laet zyn' medemaet aen 't klaut'ren langs de steenen,
 
En, in den diepen put, zyn' goede trouw beweenen.
 
 
 
Intusschen doet de Vos vriend Bok een schoon sermoen;
 
Bewyst hem wat hy deed, en wat hy moeste doen:
 
't Is altyd dwaes, zegt hy, zich in gevaer te steken;
 
Hadt gy maer brein in 't hoofd, als baerd aen uwen kin,
 
Nooit tradt gy eenen steenput in;
 
Gy hadt dit vochtig hol ontweken!
 
Ik ben er uit, myn vriend; zie dat ge u ook verlost,
 
En, geef den moed niet op, schoon het u moeite kost;
 
Vaerwel!.... en wil u niet bedroeven.
 
Wat my belangt, ik mag niet langer meer vertoeven:
 
'k Heb eene zaek van groot gewigt,
 
Die aenstonds dient te zyn verrigt.
 
 
 
De sluwe Vos vertrok, en liet zyn' redder zuchten,
 
Niet denkende aen zyn woord, de hulp hem toegezeid:
 
Veel' vrienden zeggen zich u steeds ten dienst bereid;
 
Maer, vindt gy u in nood, zy zullen u ontvlugten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken