Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Fabelen (1842)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.66 MB)

XML (0.27 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie
jeugdliteratuur

Subgenre

fabel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Fabelen

(1842)–Pieter Jan Renier–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 91]
[p. 91]

LXIX. De Gestrafte Luipaerd.

 
De Leeuw, op zynen troon gezeten,
 
Had zyn' bedienden al tot rekening gevraegd:
 
Dief Luipaerd wierd hem aengeklaegd,
 
Daer hy een gansch miljoen, voor 't minst had opgeëten,
 
Uit de inkomst van der dieren staet.
 
De vorst wilt, dat, in vollen raed,
 
De Luipaerd, onverwyld, zyn' boeken vóór zal leggen. -
 
En nu, wat wilt, wat kan de schatberoover zeggen,
 
Daer men zyn' kwade trouw zoo klaer bewezen zag?
 
Hoe zich, hoogstschuldig, verregtveerdigd? -
 
Al 't volk, om zyne daed misnoegd en verontweerdigd,
 
Wacht onverduldiglyk des konings uitspraek af.
 
Zie híér zyn vonnis, zyne straf:
 
 
 
‘Terwyl gy, Luipaerd, u hebt tot zoo ver vergeten,
 
Dat gy besteelt den schat aen uwe zorg vertrouwd;
 
De vrucht van 't zweet en bloed myns volks hebt opgeëten,
 
Gelyk uw eigen schrift híér zonneklaer ontvouwt:
 
Men zal uw heel geslacht straks vangen, levend' vladen.
 
Lastgelders! vry zult ge u met Luipaerds vleesch verzaden;
 
Der huiden opbrengst zal gestort zyn in de kas,
 
Waervan de booswicht voogd, of liever roover was.’
 
 
 
De fielt, half dood van schrik, valt neêr vóór 's konings voeten;
 
En zegt: O groote vorst, wil toch myn' straf verzoeten;
 
Och! paer genade met gezag!
 
Vergun my uitstel: pas een' maend na dezen dag,
 
Zal ik myn' heele schuld betalen.
 
 
 
De Leeuw, meêdogend, laet tot gunst zich overhalen,
[pagina 92]
[p. 92]
 
En hy verleent hem, niet alleen, gevraegden tyd,
 
Maer scheldt hem zyne schuld, hoe groot, volledig kwyt.
 
 
 
De schurk, ter nauwer nood, den dierenraed ontweken,
 
Ontmoet een' armen hond,
 
Die by hem enkelyk een gulden schuldig stond;
 
Hy greep hem woedende aen; de rekel mogt niet spreken,
 
Schoon hy beleefd om uitstel bad:
 
Men velt hem op den grond met eigen bloed bespat
 
 
 
De dieren konden toch die wreedheid niet verdragen:
 
Zy gaen die by den koning klagen,
 
Die, woedende, den Luipaerd vloekt:
 
Zyn vonnis staet híér nog geboekt,
 
Zegt sire; zyn genâ herroep ik. Gaet hem vangen! -
 
En straks wordt hy, met zyn geslacht,
 
Op 't ysselykst ter dood gebragt,
 
Zoo als de raed had voorgeschreven.
 
 
 
Die niet vergeeft, wordt niet vergeven.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken