Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Fabelen (1842)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.66 MB)

XML (0.27 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie
jeugdliteratuur

Subgenre

fabel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Fabelen

(1842)–Pieter Jan Renier–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 116]
[p. 116]

LXXXV. De Watersnep.

 
Twee kwanten saêm op wandeling,
 
Zeer kiesch, op lekkerny gebeten,
 
Des avonds in eene afspanning,
 
Verlangden watersneppen te eten.
 
De keukenmeid zond zoo terstond,
 
By al de hoenderkoopers rond,
 
En men vond enkelyk maer ééne Snep voorhanden.
 
 
 
Daer men nu reeds aen tafel zat,
 
En tamelyk wel geëten had;
 
Besloten onze lekkertanden,
 
Naerdien er maer één Snepje was,
 
Dat híér geen deelen kwam van pas;
 
Dat het voor het onbyt beschikt moest zyn van dezen,
 
Die, na 't verloopen van den nacht,
 
Den schoonsten droom had in 't gedacht.
 
 
 
Elk wordt zyn' kamer aengewezen,
 
En men gaet slapen. - Vriend Gustaef komt 's morgens af,
 
Die dadelyk bevelen gaf
 
Van hem den vogel te bereiden;
 
En die verstrekt hem tot onbyt.
 
Daerna liet zich Adolf niet langer meer verbeiden.
 
Hy groet zyn' medemaet, en toont zich hoogst verblyd.
 
‘Gy weet,’ zegt hy, ‘Gustaef, wat gist'ren wierd beschoren?
 
‘Ik win! gy hebt de Snep verloren!
 
‘Ik heb, in eenen droom, gezien
 
‘Een' koor van engelen, door wien
[pagina 117]
[p. 117]
 
‘Ik my, met prael en vreugd, zag naer den hemel dragen.
 
‘Geloof my, vriend Gustaef, dit zag ik inderdaed.
 
 
 
‘Gy hebt gelyk,’ zegt hem zyn maet;
 
Ik heb het ook gezien, ik merkte uw groot behagen,
 
En nimmer wachtte ik u híér weêr:
 
Daerom, vergeef het my, mynheer,
 
Uw droom heeft u en my verraden,
 
Ik heb alrêe de Snep doen braden:
 
Geloof my, zy was wonder goed.’
 
 
 
Zoo wierd de huich'lary met huich'lary ontmoet.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken