Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Groeten van Elders (1990)

Informatie terzijde

Titelpagina van Groeten van Elders
Afbeelding van Groeten van EldersToon afbeelding van titelpagina van Groeten van Elders

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.67 MB)

XML (0.26 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/aardrijkskunde-topografie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Groeten van Elders

(1990)–Rob Rentenaar–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Plaatsnamen en familienamen als spiegel van onze cultuur


Vorige Volgende
[pagina 7]
[p. 7]

Inleiding

We zijn het ons misschien niet altijd zo bewust, maar we leven in een wereld van namen. Of het nu om onszelf gaat, of om onze omgeving, overal komen wij namen tegen. Het begint al bij de voornamen en familienamen waaronder wij door het leven gaan. De plaatsen en straten waar wij wonen en werken, dragen namen. Dat geldt ook voor de firma's en fabrieken waar wij ons brood verdienen en voor de bioscopen en disco's waar wij ons vertier zoeken. Huisdieren als honden en katten hebben van ons namen gekregen. Ja, zelfs zangvogels; heette een van de kanaries van Multatuli niet Jan Carel Josefus van Speyk?

Als u weer eens vastzit in de file op de autoweg, kijk dan ook eens opzij naar het landschap. Vrijwel alle akkers en weilanden hebben ooit een naam gedragen. En wie's nachts in een romantische bui zijn blik naar de hemel richt, moet zich wel realiseren dat daar duizenden namen op hem neerkijken.

Al die namen, van ver weg en dichtbij, maken deel uit van onze taal. Dat wil zeggen dat zij ooit gevormd zijn met behulp van de woorden en begrippen die vroegere taalgebruikers tot hun beschikking hadden. Die woorden kunnen later volstrekt in vergetelheid zijn geraakt. Wie weet nog dat Lubbert ‘de stralende onder het volk’ betekend heeft en dat Lubbers dus, naamkundig gezien, familie van hem is? Het is niet de schuld van het oprukkend beton dat we de smakelijke herkomst van de naam Apeldoorn niet meer herkennen. Het is het woord apuldra (appelboom), dat uit onze woordvoorraad verdwenen is. De meeste van onze beken, rivieren en kanalen mogen dan vervuild zijn, zo is het niet altijd geweest. Dat leert ons bijvoorbeeld Geleen, dat genoemd is naar een beek waarvan de naam oorspronkelijk ‘de glanzende’ of ‘de heldere’ betekende.

[pagina 8]
[p. 8]

In deze bundel is een aantal artikelen bijeengebracht waarin niet alleen gekeken is naar de taalkundige informatie die namen ons kunnen bieden, maar waarin ook gevraagd is naar wat zij ons kunnen vertellen over de geschiedenis en de cultuur van vroegere generaties. Onze aandacht gaat daarbij speciaal uit naar de plaatsnamen en familienamen, want vooral uit die namen klinken vaak echo's op van opvattingen en omstandigheden uit een ver verleden. Zo zitten in menige naam nog Germaanse deugden verborgen, zoals nand (moed), in Wijnand (die moedig is in de strijd). Heidense resten vinden we terug in de plaatsnaam Wijhe, want een wih was een Germaans heiligdom.

De invoering van het christendom heeft grote invloed gehad op onze namenvoorraad. Waar zouden anders Jan, Piet en Klaas vandaan zijn gekomen? Even christelijk zijn trouwens de sex van Sexbierum en het monster van Monster. Het Friese dorp dankt zijn naam aan de heilige Sixtus en aan de naam van het dorp in Zuid-Holland heeft een monasterium, een kerk of een klooster, ten grondslag gelegen.

Dat er onderscheid bestaan heeft tussen heren en knechten, valt ook uit de plaatsnamen af te leiden. Franeker was ooit een akker in vroon, dat wil zeggen ‘koninklijk’ bezit. Serooskerke is genoemd naar een heer die Alard heette. De oorsprong van Lathum en Schalkwijk moet heel wat bescheidener zijn geweest, want zij heten naar laten en schalken, horigen en knechten. Grote delen van Nederland zijn vroeger met bos bedekt geweest. Al naar de aard van de begroeiing sprak men van loën, houten en wouden. Vrijwel niets is daarvan bewaard gebleven, alleen de plaatsnamen. Vergeefs zoeken we nu naar bossen in Venlo, Berkhout en Zoeterwoude.

 

De opkomst van de familienamen dateert uit de tijd dat de samenleving ingewikkelder begon te worden. Het was niet meer genoeg dat men één naam droeg en voor de rest naar zijn vader genoemd werd, ook al heeft Jansen het tot vandaag toe aardig weten te redden. Er ontstond behoefte elkaar met behulp van bij- en toenamen nader te onderscheiden. In zulke namen kon men verwijzen naar bijzondere kenmerken van mensen, bijvoorbeeld hun uiterlijk of hun mentaliteit, zoals in De Rooy of Ligthart. Taalman (voorspreker) en Bussemaker (geschutgieter)

[pagina 9]
[p. 9]

horen tot de talloze namen die aan soms lang verdwenen ambten en beroepen ontleend zijn.

Dat de maatschappij gecompliceerder werd, was onder meer een gevolg van de toegenomen migratie. Niet verwonderlijk dus dat men nieuwkomers vaak noemde naar de plaats of streek waar zij vandaan kwamen. Soms was dat een stad of een dorp, als bij Hinlopen of Van Ballegoy, in andere gevallen heel wat meer, zoals bij De Vlaming of Italiaander.

Invloeden van buiten zijn al vroeg in onze plaatsnamen aanwijsbaar. Reeds in de middeleeuwen heeft men nieuw ontgonnen gebieden vernoemd naar veraf gelegen landen en steden. Zo heet Demmerik naar Denemarken en Schelluinen naar Ascalon. Toen de Nederlanders over de wereld begonnen uit te zwerven als zeevaarders, landverhuizers en kolonisators, vond dit in eigen land zijn weerklank in namen als Spitsbergen, Amerika, Oostindië, Atjeh en Lombok. We kunnen daarbij zeker niet van eenrichtingsverkeer spreken, want er zijn tenslotte ook Nederlandse namen in den vreemde terechtgekomen. Roosevelt en Nieuw-Zeeland zijn daarvan natuurlijk heel bekende voorbeelden, maar ook de televisiekijker die naar het tennistoernooi van Flushing Meadow zit te kijken, moet niet vergeten dat daar een stukje Nederland meespeelt. Is die plaats immers niet vernoemd naar ons eigen Zeeuwse Vlissingen?

Een aantal van de stukken in deze bundel is eerder verschenen als artikelen in Onze Taal, Mededelingen van het P.J. Meertens-Instituut, Ons Amsterdam, NRC-Handelsblad of stamt uit mijn boek Vernoemingsnamen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken