Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Groeten van Elders (1990)

Informatie terzijde

Titelpagina van Groeten van Elders
Afbeelding van Groeten van EldersToon afbeelding van titelpagina van Groeten van Elders

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.67 MB)

XML (0.26 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/aardrijkskunde-topografie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Groeten van Elders

(1990)–Rob Rentenaar–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Plaatsnamen en familienamen als spiegel van onze cultuur


Vorige Volgende
[pagina 48]
[p. 48]

Neeltje Jans en andere zandbanken

Bij de ingebruikneming van de Oosterscheldedam hebben velen haar zien staan, onze toenmalige minister van Verkeer en Waterstaat. Hoeveel mensen zouden toen eigenlijk gedacht hebben dat zij het werkeiland, waarop de plechtigheid plaatsvond, misschien wel naar zichzelf genoemd had? Politici doen tegenwoordig immers zoveel om zich te profileren. Zover was Neelie Smit-Kroes echter niet gegaan, immers de naam Neeltje Jans bestond al lang voor Neelie geboren werd. Het is een naam met een bewogen geschiedenis. Het werkeiland is aangelegd op een zandplaat in de Oosterschelde die Neeltje Jans heet. Deze plaat dankt haar naam naar alle waarschijnlijkheid weer aan een schip, de Neeltje Jans, dat daar in de eerste helft van de vorige eeuw vergaan is.

Naamkundig gezien gaat het bij zandplaten, ondiepten, zandbanken, gorzen, schorren en wadden om een merkwaardige groep. Kenmerkend voor deze naamdragers is het feit dat ze zo moeilijk te zien zijn, in ieder geval wat hun vorm en omvang betreft. De mensen die er in het verleden namen aan hebben gegeven, hebben dat min of meer op de tast moeten doen. Het resultaat van deze naamgeving is een namenmiheu met een heel eigen karakter geworden. Dijkenbouwers en inpolderaars hebben daar al eeuwenlang in huisgehouden en zullen dat - als ze hun zin krijgen - nog lang blijven doen. Een reden te meer om eens een blik op de namen van dit onderwaterlandschap te werpen.

Nederland kent drie gebieden waar we de namen van ondiepten en zandbanken kunnen aantreffen: de Zeeuwse en Zuidhollandse wateren, de Waddenzee en de voormalige Zuiderzee. In het laatste gebied zijn al heel veel namen door inpoldering verdwenen.

[pagina 49]
[p. 49]

Als het onzinnige plan tot aanleg van de Markerwaard toch nog eens doorgang vindt, zullen er nog minder namen overblijven.

Vormnamen: homp, pol en andere

De woorden plaat en bank wijzen ons al waar wij onder meer de motieven voor de vorming van de namen van deze halve en hele onderwaterlichamen moeten zoeken: bij hun uiterlijke vorm. De Pannekoeksplaat, de Zoutplaat, het Vlak, de Vlakte van de Raan, de Friese Vlaak hebben in eerste instantie hun naam aan hun platte vorm te danken. We moeten daarbij echter wel bedenken dat het onderscheid tussen plat en minder plat bij naamgeving onder water niet altijd zo strak aangehouden zal zijn. Dat blijkt onder andere uit het voorkomen van alternatieve namen als de Rode Tonnenplaat of de Richel en de Iderbult of Sipkeplaat.

Voor het aanduiden van ronde, langwerpige, hoekige of anders gevormde ondiepten stond onze voorouders een grote verscheidenheid aan woorden ter beschikking. Velen daarvan vinden we in namen terug. De ronde vorm herkennen we in de Bollen van het Nieuwe Zand ten westen van Schouwen, de Razende Bol in het Texelse Gat, de Polen ter hoogte van Harlingen en de Eilanderbult in het Friese Zeegat. Hetzelfde motief vinden we ook terug in de naam de Hompels, die we op een aantal plaatsen in de zuidwestelijke stromen aantreffen. We hebben hier te maken met een afleiding van het woord homp. Blijkbaar bestond er bolheid in soorten. Dat valt tenminste af te leiden uit de namen Den Bommel en Pampus. Beide gaan terug op woorden die speciaal een slappe, opgebolde ondergrond aanduidden. Bij Den Bommel, nu de naam van een plaats op Overflakkee, was dat het woord bommel, dat oorspronkelijk ‘venige klont’ betekend moet hebben. Pampus is het meest bekend als de naam van een ondiepte voor Amsterdam, maar komt ook elders in Nederland en daarbuiten voor. De naam berust op een verdwenen woord pamppus, dat voor een ‘brijachtige, opgezwollen massa’ gebruikt geweest moet zijn.

Andere dan ronde vormen zijn vertegenwoordigd in namen als de Bank, de Staart, de Tong, de Richel, de Nes (verwant met het woord neus), de Rug, de Rib, de Hoorn, het Stompe, de Geer en de Repel. Als variant van deze laatste naam komt in het Friese deel van de Waddenzee de Riepel voor. In beide gevallen gaat het om

[pagina 50]
[p. 50]

een afleiding van het woord reep.

Vaak heeft men bij de naamgeving allerlei termen in overdrachtelijke zin gebruikt, zoals bij de namen de Elleboog, de Knokkels, de Zaag, de Drievoet, de Troffel en de Knoop. Bijzonder sprekend is ook de naam het Zachte Bed voor een ondiepte ten oosten van Texel. De verklaring van de naam de Hoge Boom voor een rug ter hoogte van Enkhuizen hoeven we echter niet in het overdrachtelijke te zoeken. Boom is hier niets anders dan een samentrekking van bodem.

Schepen in nood

Zandbanken en ondiepten zijn altijd verraderlijk voor de scheepvaart geweest. Menig zeeman heeft er schip en lading op moeten laten. De naamkunde kan daar soms nog van getuigen. Neeltje Jans, ter afwisseling ook wel Neeltje Jansplaat genoemd, is daar zo'n voorbeeld van. De Concordiaplaat en de Vrijheidsplaat in de

illustratie
Eeuwenlang hebben de banken en platen in de Zeeuwse stromen een bedreiging gevormd voor de scheepvaart. Menig schip is er dan ook op vergaan. In de naam van Neeltje Jans is de herinnering aan zo'n schipbreuk nog bewaard gebleven.


[pagina 51]
[p. 51]

Waddenzee hebben hun namen eveneens aan gestrande schepen te danken. Een interessant geval is de Atterdagsplaat ten zuiden van Ameland. We kunnen hier namelijk uit opmaken dat ze haar naam van een Deens schip gekregen heeft. Atterdag ‘weer een dag’ is de bijnaam die het nageslacht aan de veertiende-eeuwse koning Valdemar IV gegeven heeft. Volgens de verhalen zou ‘morgen is er weer een dag’ een staande uitdrukking van hem zijn geweest. Het gestrande schip zal dus ongetwijfeld Valdemar Atterdag geheten hebben.

Minstens zo vaak als de naam van het schip is het type of de herkomst ervan in een zandbanknaam overgeleverd. Opvallend zijn daarbij de vormen op -man, waarmee vroeger in zeeliedentaal een schip aangeduid werd. De Schotsman bij Noord-Beveland is een plaats waarop ooit een Schots schip vergaan is. De Dortsman is de naam voor een aantal slikken ten westen van Tholen waar een schipper uit Dordrecht eens vastgezeten moet hebben. Tussen Schiermonnikoog en Ameland kennen we de Engelsmanplaat. De Kofmansbult bij Ameland en de Smakmansbult bij Vlieland zijn genoemd naar een kofschip en een smakschip.

Een scheepstype dat we hier bij kunnen plaatsen, is de dogger, een buis die gebruikt werd bij de kabeljauwvisserij, maar die tegenwoordig alleen nog bekend is door de naam de Doggersbank. Ten slotte heeft ook de naam Iderbult iets met een schip te maken. Ider is in het dialect van Wierum het woord voor ‘ijzer’. In een tijd dat ijzeren schepen iets bijzonders waren, is op die zandbank een schip van die makelij gestrand.

Dat er wel eens iets overboord ging, kunnen we eveneens uit de zandbanknamen opmaken. Naast de naam de Ballastplaat zijn wat dat betreft vooral de namen de Koffiebonenplaat en de Tsiispolle of Kaaspol in de Waddenzee interessant. Volgens de overlevering zou men daar respectievelijk een lading koffiebonen en een vat met kaas aangetroffen hebben.

Allemaal beestjes

In een tijd waarin we aardig op weg zijn met onze afvallozingen al het dierenleven in onze kustwateren uit te roeien, is het misschien goed erop te wijzen dat de namen van platen en banken ons iets vertellen over de rijk geschakeerde fauna die daar vroeger geweest is. Namen als Garnalenplaat, Vogelzand, Visseplaat,

[pagina 52]
[p. 52]

Zeehondenplaat, Roggenplaat, Kabeljauwsplaat, Robbewal, Walvisstaart, Rotganshorn, Haringvreter, Meeuwenstaart en Elftplaat - elft was een soort reuzenharing - geven een aardige indruk van wat er zoal gezwommen en gevlogen heeft.

De Zalmplaat herinnert ons eraan dat dienstboden in de plaatsen langs de grote rivieren, waarin toen grote hoeveelheden zalm voorkwamen, soms nog tot in onze eeuw in hun dienstcontract lieten vastleggen dat zij met iedere dag zalm te eten wilden krijgen.

Het Nederlandse landschap heeft in de loop der eeuwen enorme veranderingen ondergaan. Dat geldt niet in het minst voor de kuststreken. Riviermonden hebben zich verplaatst, duinenrijen zijn ontstaan en later weer doorbroken, land veranderde in wad en drooggevallen gronden werden ingedijkt. De mens heeft als naamgever voortdurend achter deze veranderingen aan moeten hollen. Vandaar ook dat de namen van zandbanken, ondiepten, gorzen en schorren zo'n breed naamkundig spectrum vertonen.

Soms hebben we met namen te maken die al eeuwenoud moeten zijn, zoals het Bornrif, de Schieringshals, de Kaloot en het Kreupelzand. Oud zijn verder ook de namen waarvan we ons niet eens meer realiseren dat zij ooit bij zandplaten hoorden. Ik denk aan dorpsnamen als Heinkenszand, Meliszand, Oude- en Nieuwe-Tonge, Schore, Vlake, Piershil, Den Bommel, Battenoord, Ooltgensplaat, Goudswaard en Colijnsplaat. De naamvorming is echter tot in recenter tijd doorgegaan. Dat kunnen we aflezen uit namen als Petroleumbult, Stoombotengat en Ider- of IJzerbult.

In de afgelopen decennia hebben de Deltawerken in het zuidwesten van ons land belangrijke stroomveranderingen teweeggebracht. Het is niet onwaarschijnlijk dat daardoor nieuwe ondiepten en zandplaten zullen ontstaan. Ik wacht met ongeduld op de naamkundige gevolgen daarvan.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken