Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De CL Psalmen Davids, eerst in Nederlantschen dichte gebracht door Petrum Dathenum, ende nu in sin ende rijmen gebetert (1640)

Informatie terzijde

Titelpagina van De CL Psalmen Davids, eerst in Nederlantschen dichte gebracht door Petrum Dathenum, ende nu in sin ende rijmen gebetert
Afbeelding van De CL Psalmen Davids, eerst in Nederlantschen dichte gebracht door Petrum Dathenum, ende nu in sin ende rijmen gebetertToon afbeelding van titelpagina van De CL Psalmen Davids, eerst in Nederlantschen dichte gebracht door Petrum Dathenum, ende nu in sin ende rijmen gebetert

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (29.13 MB)

Scans (33.80 MB)

XML (0.71 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De CL Psalmen Davids, eerst in Nederlantschen dichte gebracht door Petrum Dathenum, ende nu in sin ende rijmen gebetert

(1640)–Jacobus Revius–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Forme des Bans, oft afsnijdinge Vander Gemeynte.

GEliefde in den Heere Iesu Christo: Het is uwer liefde kennelijck, dat wy nu tot verscheyden tijden, by sekere trappen uwer liefden voor gehouden hebben, wat een groote sonde ende zware ergernisse onse mede-litmaet N. gedaen ende gegeven heeft: ten eynde hy door V. L. Christelijcke vermaningen ende gebeden tot God hem mocht bekeeren, ende wederom ontwaecken uyt den stric des duyvels, onder welcken hy gevangen is, tot den wille des Heeren. Maer wy en connen uwer liefden van grooter droefheyt niet bergen, dat ons tot noch toe niemant en is verschenen die int minste te verstaen gegeven heeft, dat hy door de menichvuldige vermaningen aen hem gedaen (so int

[Folio Aa1v]
[fol. Aa1v]

bysonder als voor getuygen in tegenwoordicheyt van velen) gecomen soude zijn tot eenich berou syner sonde, ofte eenich teken van ware boetveerdicheyt aen hem laten mercken. Dewijle hy dan syne overtredinge, in haer selven niet cleyn wesende, door syn hartneckicheyt dagelijcx noch grooter maeckt, ende wy u laestmael aengeseyt hebben, in gevalle hy na so lange patientie, die de Kercke met hem gehat heeft, hem niet en bekeerde, dat wy gedwongen souden zijn ons wijder over hem te bedroeven, ende tot de uyterste remedie te comen: Soo zijn wy genootsaeckt nu tegenwoordelijck voort te varen tot synder afsnijdinge, volgende het bevel ende last ons gegeven in Gods heylige woort, ten eynde hy hier door (ist mogelijck) tot beschaemtheyt gebracht werde, datmen ooc door dit verrotte ende tot noch toe ongeneselijc lit, het geheele lichaem der Gemeynte niet in perijckel en stelle, ende den naem Gods niet gelastert en werde. Daerom wy Dienaers ende voorstanders der gemeynte Gods alhier vergadert zijnde in de naem ende macht ons Heeren Iesu Christi, verclaren voor u allen, dat N. uyt oorsaken voorseyt uyt gesloten is, ende wort uytgesloten mits desen buyten de gemeynte des Heeren, ende vremt is vande gemeynschap Christi, der heylige Sacramenten, ende al-

[Folio Aa2r]
[fol. Aa2r]

ler geestelijcker segeningen ende weldaden Gods, die hy syner Gemeynte belooft ende bewyst: ende daerom, so lange hy hartneckich ende onboetveerdich blijft in syner sonde, van u lieden te houden als een heyden ende tollenaer, na het bevel Christi, de welcke seyt inden hemel gebonden te zijn, so wat syne Dienaers binden op der aerde. Voorts vermanen wy u lieden, geliefde Christenen, dat ghy u niet vermengt met hem, op dat hy beschaemt worde: nochtans hem niet houdende als eenen vyant, maer by wijlen vermanende als eenen broeder. Hierentusschen spiegele hem yegelijck aen dit, ende diergelijcke exempelen, om den Heere te vreesen, ende neerstelijck toe te sien, indien hy meent te staen dat hy niet en valle, maer hebbende ware gemeynschap met den Vader ende synen Sone Christo, mitsgaders met allen geloovigen Christenen, daer in volstandich blijve tot den eynde toe, ende also de eeuwige salicheyt vercrijge. Ghy hebt gesien mijn lieve broeders, op wat maniere dese onse afgesneden broeder heeft beginnen te vervallen, ende allenskens meer ende meer gecomen is totten val. Merckt dan aen hoe listich de Satan is, om den mensche te brengen tot het verderf, ende af te trecken van alle heylsame middelen ter salicheyt. Soo wacht u dan mede voor de minste

[Folio Aa2v]
[fol. Aa2v]

beginselen des quaets, ende na de vermaninge des Apostels afleggende alle last ende de sonde die [ons] lichtelijck omringt, loopt met lijdtsaemheyt de loopbane die ons voorgestelt is, siende op den oversten leytsman ende voleynder des geloofs Iesum. Zijt nuchteren, waeckt end bittet op dat ghy niet in versoeckinge en comt. Heden, indien ghy de stemme des Heeren hoort, so en verhardt uwe herten niet, maer werct uwes selfs salicheyt met vreese ende beven, ende een yegelijck hebbe berou van syne sonde, op dat onse God ons niet wederom en vernedere ende dat wy rouwe souden moeten hebben over yemant van u lieden: maer dat ghy eendrachtelijc in Godsalicheyt levende, onse croone ende blyschap meucht wesen inden Heere. Doch aengesien God is die in ons werct beyde het willen ende het wercken na [syn] welbehagen, soo laet ons synen heyligen name met bekentenisse onser sonden aldus aenroepen.

O Rechtveerdige God, barmhertige Vader wy beclagen onse sonden voor u hooge Majesteyt, ende bekennen, wel verdient te hebben de droefheyt ende smerte die ons is aengedaen, in de af-snijdinge van dit onse mede litmaet, ja wy zijn alle waerdich om van u afgesneden ende verbannen te werden, om onser grooter overtredinge wille, soo ghy met ons wildet

[Folio Aa3r]
[fol. Aa3r]

gaen int gerichte. Maer, O Heere, zijt ons genadich om Christi wille: vergeeft ons onse misdaden, want sy zijn ons van herten leet, ende werckt in onse herten hoe langer hoe meerder leetweesen van dien, op dat wy uwe oordeelen vreesende, die ghy laet gaen over de hartneckige, ons mogen beneerstigen om u te behagen. Geeft dat wy ons onbesmet bewaren van de werelt, ende de genen die vande gemeynschap der kercke zijn afgesneden, op dat wy ons harer sonde niet deelachtich en maken, ende dat de afgesnedene beschaemt werden: Ende aengesien ghy geen lust en hebt aen den doot des godloosen, maer als hy sich bekeert van syne wegen, dat hy leve, ende den schoot uwer kercken altijts open staet voor den geenen die weder keeren: Soo ontsteect ons met eenen goeden yver dat wy met goede Christelijcke vermaningen ende exempelen soecken wederom te rechte te brengen desen afgesneden broeder, mitsgaders alle die gene die door ongeloof oft roeckeloosheyt des levens afwijcken. Geeft uwen segen tot onse vermaningen, ten eynde wy daer door oorsake mogen hebben ons weder te verblijden inden genen daer over wy nu rouwe dragen, ende dat also uwen heyligen naem gepresen werde, door onsen Heere Iesum Christum, die ons aldus heeft leeren bidden: Onse Vader, etc.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken