Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Over-Ysselsche sangen en dichten (1930-1935)

Informatie terzijde

Titelpagina van Over-Ysselsche sangen en dichten
Afbeelding van Over-Ysselsche sangen en dichtenToon afbeelding van titelpagina van Over-Ysselsche sangen en dichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.47 MB)

Scans (21.47 MB)

XML (1.34 MB)

tekstbestand






Editeur

W.A.P. Smit



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Over-Ysselsche sangen en dichten

(1930-1935)–Jacobus Revius–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Hemel-vaert van Prins Mauritz van Orangien.Ga naar voetnoot*

 
Als Maurits grote Geest vant lichaem afgescheydenGa naar voetnoot1
 
Nu vryelijck begost zijn wiecken wt te breyden,
 
Vernemende 'tgewoel, het clagelijck gerucht
 
Het deunende geschrey, 'thert-cloppende gesuchtGa naar voetnoot4
5[regelnummer]
Van zijn verlaten volck en herderlose schapen,
 
Verhief hem inde locht, den adem wat te rapen.Ga naar voetnoot6
 
En, latende voort lest zijn ogen ommegaen,
 
Sach minnelijck den creyts der Nederlanden aenGa naar voetnoot8
 
Nu twee-mael, door zijn hant, gewonnen voor de Staten.Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Hy sach int ruyme velt sijn reysige soldatenGa naar voetnoot10
 
En fraye ruytery int blinckende geweyr;Ga naar voetnoot11
 
Sijn Broeder overhooft van een soo schonen heyr.Ga naar voetnoot12
 
Hy sach op Helicon, aent hoochste der rivieren,Ga naar voetnoot13
 
Sijn name inde schors van al de lauwerieren;
15[regelnummer]
En Pegasi fonteyn, die snellijck lopen deeGa naar voetnoot15
 
Sijn ongemeten roem in d'een en d'ander zee.Ga naar voetnoot16
 
Hy sach de moortsche Nijt op Caucaso gehangenGa naar voetnoot17
 
Gegeesselt en geknaecht, van hare eygen slangen.Ga naar voetnoot17-18
[pagina 36]
[p. 36]
 
Hy sach, met volle vreucht, van Godes hoge wet
20[regelnummer]
Int lustige Brasyl den stapel al geset.Ga naar voetnoot20
 
En sijne Ammiraels met cloeck-gemande vloten
 
Na 'tgoudene Peru vast vieren hare schoten,Ga naar voetnoot22
 
In hope dat door haer het rijcke Panama
 
Noch eerder (wil het God) sal wancken als Breda.Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
Dus hebbende den helt sijn vlickerende ogen
 
Geweydet inder yl, is hoger aen gevlogenGa naar voetnoot26
 
En coos onwanckelbaer den goddelijcken patGa naar voetnoot27
 
Die reysende van hier, sijn Vader inne-trat.Ga naar voetnoot28
 
Alwaer als met de vlucht hem sagen hene-varenGa naar voetnoot29
30[regelnummer]
De boden van het licht de posten vande jarenGa naar voetnoot30
 
Heeft yeder een van haer opt wackerste gepastGa naar voetnoot31
 
Met eeren te ontfaen soo treffelijcken gast,
 
Den Schutter, wenschende soo weerden pack te dragen,Ga naar voetnoot33
 
Hem stelde sijn rondas te maken tot een wagen,Ga naar voetnoot34
35[regelnummer]
Sijn pijlen wierpen haer self cruys-wijs over een
 
Om als vier raderen te rollen met hem heen.
 
Sijn booch den disselboom, de pese was den teugel,
 
Twee swanen vlogen toe, die onder elcke vleugel
 
De pluymkens togen wt, en maeckten daer van ree
40[regelnummer]
Voor een soo goede vracht een mackelijcke stee.Ga naar voetnoot40
 
Sy vateden den toom, bereydet haer te swenckenGa naar voetnoot41
 
Waer Maurits met het ooch of vinger soude wencken.
 
Erigone vercreech dit wonder int gesicht,Ga naar voetnoot43
[pagina 37]
[p. 37]
 
En pijnde haer Balans te hangen int gewicht
45[regelnummer]
Op dat hy die u schael, Astraea, had gedragenGa naar voetnoot45
 
Sijn voeten stellen mocht in hare beyde wagen,Ga naar voetnoot46
 
Den vreeselijcken Leeuw sijn claeuwen inne-toochGa naar voetnoot47
 
En voor hem, toewaerts aen, sijn ruygen necke booch.Ga naar voetnoot48
 
Den grommelenden Beyr begost voor hem te knielen,Ga naar voetnoot49
50[regelnummer]
Het Beyrken tot den dienst stont op zijn achter-hielen.Ga naar voetnoot50
 
Arcturus met sijn jacht en snellen ProcyonGa naar voetnoot51
 
Sich spoede nae hem toe het beste dat hy con.
 
De crone in het suyt vol lichte diamantenGa naar voetnoot53
 
Socht, ruylende van plaets, haer op sijn hooft te planten.
55[regelnummer]
De glinsterende Croes met haer lazure grontGa naar voetnoot55
 
Socht, voor de grootste eer, te roeren zijnen mont.
 
Maer Maurits, sijne woonst al pogende te naken,Ga naar voetnoot57
 
Heeft schiedelijck gehoort een bulderen en craken:Ga naar voetnoot58
 
De herren vant gewelf des hemels sprongen losGa naar voetnoot59
60[regelnummer]
En lieten varen af een vlammende caros,Ga naar voetnoot60
 
Alwaer den eelen Prins is vrolijck opgesprongen.Ga naar voetnoot61
 
Een vliegende geswerm sijn wielen ane-drongen,Ga naar voetnoot62
 
En hebben hem met sanck en juychen ingebracht
 
Ter plaetsen die alleen Gods beste vrienden wacht.
65[regelnummer]
De Fame, die dit sach, becranste haer trompette,
 
En, eerse haren mont noch eens daar voren sette,
 
Riep wt bescheydelijck, soo dat vant coude NoortGa naar voetnoot67
 
Tot in de Suyder-straet haer stemme wiert gehoort:Ga naar voetnoot68
[pagina 38]
[p. 38]
 
‘Wanneer verwelcket is den hogen moet van Spangien
70[regelnummer]
Noch bloeyen sal den lof van Maurits van Orangien.
[tekstkritische noot]Hemel-vaert van Prins Mauritz, 4. 'thert-cloppende: A heeft een drukfout: ‘'ther-cloppende’, wat echter in de ‘Druck-fauten’ verbeterd wordt; 17. Hy sach: A heeft een drukfout: Hy sachse.

voetnoot*
Maurits stierf 23 April 1625.
voetnoot1
Maurits is genitief.
voetnoot4
deunende: weergalmende; hert-cloppende: hartbrekende.
voetnoot6
den adem wat te rapen: om wat op adem te komen.
voetnoot8
minnelijck: met liefde; creyts: kring, gebied.
voetnoot9
twee-mael: toen ± 1589 de Unie verloren scheen, had Maurits opnieuw den ‘tuyn’ der zeven provinciën hersteld.
voetnoot10
reysige: goed toegeruste.
voetnoot11
fraye: flinke; geweyr: harnas.
voetnoot12
sijn Broeder: Frederik Hendrik.
voetnoot13
Helicon: de Muzenberg in Zuid-Boëtië; aent hoochste der rivieren: dus bij de bron, nl. van de Hippokreen, welks water dichterlijke bezieling verleent.
voetnoot15
Pegasi fonteyn: de bron Hippokreen, ontstaan door een hoefslag van het hemelpaard Pegasus.
voetnoot16
in d'een en d'ander zee: de bronnen van den Helicon voeden riviertjes, die zoowel naar de Aegaeische als naar de Jonische zee (door de golf van Corinthe) stroomen.
voetnoot17
moortsche: moordzuchtige; op Caucaso: voor de Ouden was de afgelegen Kaukasus het ballingsoord bij uitstek (Prometheus!).
voetnoot17-18
de zin van deze regels is, dat Maurits zijn afgunstige vijanden heeft overwonnen.
van hare eygen slangen: cf. de beschrijving van de Nijd bij Ovidius (Metamorph. II, 760-782), waar zij van slangen leeft.
voetnoot20
int lustige (= lieflijke, schoone) Brasyl: in 1624 hadden de Hollanders door de verovering van San Salvador daar vasten voet gekregen (zie de verzen op pag. 30-32); den stapel: de grondslag.
voetnoot22
vast: snel; vieren hare schoten: zeilen, koers zetten (na het succes van 1624 hadden ieder jaar dergelijke tochten plaats).
voetnoot24
Breda: toen Maurits stierf, werd Breda door Spinola belegerd en kort daarna ingenomen.
voetnoot26
geweydet: doen weiden.
voetnoot27
onwanckelbaer: zonder aarzelen.
voetnoot28
van hier: van de aarde (naar den hemel).
voetnoot29
alwaer... hene-varen: toen hem daar zagen vliegen.
voetnoot30
de boden van het licht: de sterren (al geldt deze naam eigenlijk alleen voor de morgenster); de posten vande jaren: de postrijders, postboden van de jaren, dus weer: de sterren (uit hun stand vallen de jaren te berekenen).
voetnoot31
opt wackerste gepast: zijn best gedaan.
voetnoot33
den Schutter: het sterrenbeeld Sagittarius, voorgesteld als een Centaur, die zijn boog spant; soo weerden pack: zulk een kostbaren last.
voetnoot34
hem stelde: maakte toebereidselen; rondas: schild.
voetnoot40
stee: plaats.
voetnoot41
vateden den toom: namen den teugel in hun bek, spanden zich voor den wagen; haer te swencken: zich te keeren.
voetnoot43
Erigone: prijkt aan den hemel als het sterrenbeeld de Maagd. Volgens een andere overlevering is de Maagd echter de van de aarde gevluchte Dike (godin van het recht). Door identificatie van deze twee wordt nu ook Erigone met een weegschaal afgebeeld; pijnde: deed haar best; int gewicht: in evenwicht.
voetnoot45
Astraea: bijnaam van Dike, godin van het recht; hy die u schael.. had gedragen: hij die steeds het recht had toegepast (Maurits).
voetnoot46
wagen: schalen.
voetnoot47
Leeuw: het sterrenbeeld de Leeuw.
voetnoot48
toewaerts aen: van te voren.
voetnoot49
Beyr: de Groote Beer.
voetnoot50
het Beyrken: de Kleine Beer.
voetnoot51
Arcturus: (de hoofdster van) het sterrenbeeld Boötes; sijn jacht: zijn jachthonden (Arcturus wordt afgebeeld als een jager met twee honden aan den riem); Procyon: het sterrenbeeld de Kleine Hond.
voetnoot53
de crone in het suyt: het sterrenbeeld de Zuiderkroon.
voetnoot55
Croes: het sterrenbeeld de Beker; gront: bodem.
voetnoot57
sijne woonst: d.i. den hemel.
voetnoot58
schiedelijck: plotseling.
voetnoot59
herren: hengselscharnieren, (hier:) deuren.
voetnoot60
een vlammende caros: Revius laat zijn helden wel meer als Elia (zie 2 Kon. 2:11) in een vurigen wagen ten hemel varen: cf. pag. 117 (reg. 6) en 125 (reg. 42).
voetnoot61
eelen: edele.
voetnoot62
een vliegende geswerm: nl. van Engelen (cf. reg. 5 van ‘Kinder-moort’, deel I, pag. 194); anedrongen: voortduwden.
voetnoot67
bescheydelijck: duidelijk, luide.
voetnoot68
Suyder-straet: Straat Lemaire of Straat Magellaan.
[tekstkritische noot]Hemel-vaert van Prins Mauritz, 70: eerst had hier nog moeten volgen een vers ‘op het graf van Ambrosio Spinola’ (gestorven in 1630), maar dit is, vooral in de rijmen, onvoltooid gebleven en zoo zorgvuldig doorgehaald, dat slechts hier en daar enkele woorden te herkennen zijn.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken