Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Over-Ysselsche sangen en dichten (1930-1935)

Informatie terzijde

Titelpagina van Over-Ysselsche sangen en dichten
Afbeelding van Over-Ysselsche sangen en dichtenToon afbeelding van titelpagina van Over-Ysselsche sangen en dichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.47 MB)

Scans (21.47 MB)

XML (1.34 MB)

tekstbestand






Editeur

W.A.P. Smit



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Over-Ysselsche sangen en dichten

(1930-1935)–Jacobus Revius–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Lofdicht op de Nederlandtsche historien van W. Baudartius.Ga naar voetnoot*

 
Wanneer ick over-denck dees wonderlicke tijden,
[pagina 61]
[p. 61]
 
Hoe s'werelts staet en Rijck vast rollet hoogh en laegh',Ga naar voetnoot2
 
Mijn zinnen zijn verwert in treuren en verblijden,
 
In droefenis en lust, in lof-sanck en in klaegh'.
5[regelnummer]
Ick treur dat Christi Bruyt soo jammerlijcken treuret,Ga naar voetnoot5
 
Ghetreden op den hals, gheschuppet met den voet:
 
Haer Croone van het hooft, haer kleederen verscheuret,
 
Ghewentelt om end'om in haer onnoosel bloet:
 
En niemant reyckt de handt van al die om haer woonen,
10[regelnummer]
En niemant trecket zich haer banghe suchten aen,
 
Oock die haer gheven wt voor haere waertste Sonen,Ga naar voetnoot11
 
Die hebben haer, eylaes, den moorder-steeck ghedaen.
 
O lustich Oden-walt, ô Moldau onghetomet,Ga naar voetnoot13
 
O Elve ende Mayn, ô Neccar ende Rhijn,Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Hoe ist dat ghy te saem in dit verseeren komet?Ga naar voetnoot15
 
Hoe langhe zult ghy noch der vreemden Slaven zijn?Ga naar voetnoot16
 
Als ick aen weder zijd' bedenck den rijcken zeghen,Ga naar voetnoot17
 
Die God zoo wonderlick giet over 't Nederlandt,
 
Mijn herte is tot vreucht en danckbaerheyt gheneghen,
20[regelnummer]
En mijne tonghe tuyght van mijner zielen brandt.
 
En heeft de Heere niet zoo goedighlick beschermet
 
Ons Steden van verraet, ons Prins van moordery?Ga naar voetnoot22
 
Heeft hy hem over zijn ghemeynte niet ontfermet?Ga naar voetnoot23
 
Gheschuttet haeren val, die haer was harde by?Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
Maeckt hij ons niet als noch de haven der verdruckte?
 
Gheeft hy ons niet den toom selfs van den Oceaen?Ga naar voetnoot26
[pagina 62]
[p. 62]
 
Den Spaniaert oock door hem syn voornemen misluckte,
 
Doe hij quam op den Zoom syn machtigh Legher slaen.Ga naar voetnoot28
 
Hy heeft hem over 't Ys eens laten inne-komen,Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
Maer dreef hem weer te ruggh' eer dat hem jemandt joegh:
 
En doet nu in den Oegst op-zwellen onse Stroomen,
 
Ghestoort dat haerer een den Landt-verderver droegh.Ga naar voetnoot32
 
Dees wonderen voorwaer syn weert te zijn beschreven,
 
En hoogh te zweven op de vleughels van de faem,
35[regelnummer]
Op datse over al in aller monden leven,
 
Soo langh' als leven zal des Heeren grooten Naem.
 
Wie zal doch zijn hier van den konst-voorsienen Schrijver?Ga naar voetnoot37
 
Ghy Baudaert zijt daer toe de nutste die nu leeft,
 
Dewijl de Waerheyt zelfs, aenziende uwen yver,
40[regelnummer]
Haer Goddelicke pen' u in de handen gheeft.
 
En spreeckt: Mijn lieve kindt, zoo langh' als Maurits Degen
 
Het Nederlandt bewaert, haer vyanden verwint,
 
Laet vloeyen oock u schrift, ghelijck een gouden regen,
 
Gheen beter stoffe ghy in al de Werelt vint.
45[regelnummer]
De deucht moet zijn gheroemt, de euvel-daet ghelastert.Ga naar voetnoot45
 
Van gonst en van parthij sy suyver u ghemoet:Ga naar voetnoot46
 
Ten is mijn Sone niet maer een gheboren bastert,
 
Dien sucht, of eyghen-baet de waerheydt kreucken doet.Ga naar voetnoot48
[pagina 63]
[p. 63]
 
Of dan de Pennen swart der Nijders heen en wederGa naar voetnoot49
50[regelnummer]
Haer keeren teghen dy, weest voor haer niet verveert,
 
Mijn Penne, dat ghy 't weet is van een Arents veder,Ga naar voetnoot51
 
Die in een oogenblick haer vederen verteert.
[tekstkritische noot]Lofdicht op de Nederlandtsche historiën enz. Het lofdicht is hier afgedrukt, zooals het voorkomt in Baudartius' Memoryen (1624). De herdruk in A (1630) vertoont een groot aantal varianten, vooral in spelling en interpunctie. Titel. A: Op de Nederlantsche historien Wilhelmi Baudartii; 1. A: overdenck; wonderlijcke.

voetnoot*
Lofdicht op de Nederlandtsche Historiën enz. Baudartius is, behalve als vertaler van het Oude Testament, vooral bekend door zijn ‘Memoryen’, de geschiedschrijving van het Bestand. Revius' lofdicht komt voor in den tweeden vermeerderden druk daarvan, die in 1624 te Arnhem ‘by Ian Iansz.’ verscheen.
[tekstkritische noot]2. A: rijck; hooch en laech; 3. A: sinnen sijn; 4. A: lofsanck; claech; 5. A: bruyt so; 6. A: getreden; geschuppet; voet.; 7. A: crone; clederen gescheuret; 8. A: gewentelt; onnosel bloet.; 9. A: hant; wonen; 10. A: sich; bange; aen,; 11. A: geven; hare; sonen; 12. A heeft een drukfout: moorder-sterck; A: gedaen; 13-14. In A zijn de eigennamen niet gecursiveerd; 13. A: Oden-walt?; ongetomet!; 14. A: Mayn!; Rhijn!; 15. A: tesaem; comet; 16. A: lange sult; vremden slaven; 17. A: wedersijd'; segen; 18. A: so wonderlijck; Nederlant; 19. A: genegen; 20. A: tonge tuycht; sielen brant; 21. A heeft ‘Heer’, wat in strijd is met de maat; A: so goedichlijck; 23. A: gemeente, ontfermet,; 24. A: geschuttet haren val die; 25. A: alsnoch; 26. A: geeft; self; Ocean.
voetnoot2
vast: hevig.
voetnoot5
Christi Bruyt: de Christelijke gemeente (Revius denkt hier aan den wanhopigen toestand der Duitsche Protestanten in den Dertigjarigen oorlog ± 1624).
voetnoot11
haer gheven wt: zich uitgeven.
voetnoot13
lustich: liefelijk.
voetnoot14
Elve: Elbe.
voetnoot15
verseeren: verdriet, lijden.
voetnoot16
der vreemden Slaven: aan de zijde van den Katholieken keizer Ferdinand II streden Spaansche, Poolsche en Toskaansche troepen.
voetnoot17
aen weder zijd': aan den anderen kant.
voetnoot22
ons Prins van moordery: vermoedelijk denkt Revius vooral aan het moordplan van 1623, dat door toedoen van Jan Faassen mislukte.
voetnoot23
nl. door de overwinning van de Dordtsche synode.
voetnoot24
harde by: zeer nabij.
voetnoot26
den toom: (voor) de heerschappij over.
[tekstkritische noot]27. A: Spaengiaert: sijn; 28. A: zoom sijn machtich leger; 29. A: t'ys; innecomen; 30. A: te rugg'; yemant joech; 31. A: inden oogst opswellen; Stromen; 32. Het lofdicht bij Baudartius mist het woordje ‘dat’ achter ‘ghestoort’; A: gestoort; harer; lant-verderver droech; 33. A: sijn weert; 34. A: hooch; sweven; vleugels vande; 36. A: so lang'; sal; groten naem; 37. A: sal doch sijn; const-voorsienen schrijver (blijkbaar ten onrechte zonder vraagteeken); 38. A: Baudaert sijt; 39. A: Waerheyt self, aensiende; 40. A: goddelijcke pen; inde; geeft:; 41. A: kint; so lang; Maurits degen; 42. A: Nederlant; haer vyanden verslint; 43. A: schrift gelijck en gouden regen.; 44. A: geen; werelt; 45: A: geroemt; euveldaet gelastert; 46. A: party; gemoet; 47. A: gheboren; 48. A: sucht of eygenbaet; waerheyt creucken.
voetnoot28
op den Zoom: aan de Zoom, het riviertje waaraan Bergen-op-Zoom ligt, dat in 1622 tevergeefs door Spinola werd belegerd; syn Legher slaen: zijn legerplaats opslaan.
voetnoot29
Hy heeft hem: nl. God heeft den Spanjaard; over t'Ys: in Februari 1624 had graaf Hendrik van den Berg over den bevroren IJsel een inval in de Veluwe gedaan, maar invallende dooi noodzaakte hem al spoedig tot den terugtocht.
voetnoot32
ghestoort: vertoornd.
voetnoot37
konst-voorsienen: kundige, bekwame.
voetnoot45
ghelastert: berispt.
voetnoot46
parthij: partijdigheid.
voetnoot48
sucht: genegenheid, eigen voorliefde.
[tekstkritische noot]Lofdicht op de Nederlantsche Historiën enz., 49. A: pennen; nijders; 50. A: keren tegen u; verveert:; 51. A: penne; ghyt weet, is; 52. A: ogenblick.
voetnoot49
heen en weder: nu en dan.
voetnoot51
is van een Arents veder: is gemaakt van de veer van een arend, die de sterkste vogel is, dus: onoverwinnelijk (cf. ook reg. 14 van ‘Johannes Apostel’ in deel I, pag. 200).

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken