Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Over-Ysselsche sangen en dichten (1930-1935)

Informatie terzijde

Titelpagina van Over-Ysselsche sangen en dichten
Afbeelding van Over-Ysselsche sangen en dichtenToon afbeelding van titelpagina van Over-Ysselsche sangen en dichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.47 MB)

Scans (21.47 MB)

XML (1.34 MB)

tekstbestand






Editeur

W.A.P. Smit



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Over-Ysselsche sangen en dichten

(1930-1935)–Jacobus Revius–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Biechte des Conincx van Spanjen ter doot toe cranck zijnde over het verlies van Pernambuco.Ga naar voetnoot*

 
Doe ick op Neerlant eerst wtstreckteGa naar voetnoot1
 
Een heerschappye stuyr en strafGa naar voetnoot2
 
Een vyant ick my, laes! verweckteGa naar voetnoot3
 
Die my nu brengen sal int graf.
5[regelnummer]
Confiteor.      Ik belijdGa naar voetnoot5
[pagina 98]
[p. 98]
 
De ketters dacht ick te verderven:
 
Rebellen wild' ick wederstaen:
 
Nu claeg' ick, eer ick coom te sterven,
 
Dat ick den crijch heb aengedaen
10[regelnummer]
Deo omnipotenti.      aan God AlmachtigGa naar voetnoot10
 
 
 
O Vorsten, nimmer God verlatet,
 
Hy is in noot de trouste vrient:
 
Ghy siet hoe luttel het my batet
 
Dat ick Sant Iago heb gedientGa naar voetnoot14
15[regelnummer]
Et Mariae Virgini.      en aan de Maagd MariaGa naar voetnoot15
 
 
 
Wech houten Jacob met u schelpen;Ga naar voetnoot16
 
Ick vind' u bystant seer gering.
 
't Gae u, indien ghy niet cont helpen,
 
Gelijck het San Salvador ging'Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
Et omnibus sanctis.      en aan alle HeiligenGa naar voetnoot20
 
 
 
Wat soeck ick wijt-gelegen landenGa naar voetnoot21
 
Als waer de werelt my te cleyn?
 
Ick heb den crijch op mijne stranden.Ga naar voetnoot23
 
Dies danck ick Wilkes, Lonck, en HeynGa naar voetnoot24
25[regelnummer]
Et tibi pater.      en aan u, Vader (= biechtvader),Ga naar voetnoot25
 
 
 
Ick swoer aen alle Coninckrijcken
 
Te doen ontfangen mijn gebiet,Ga naar voetnoot27
[pagina 99]
[p. 99]
 
Maer laes! Matroos doet nu wel blijckenGa naar voetnoot28
 
Dat mijn voornemen loopt tot niet.Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
Quia ego miser.      dat ik, ellendige,Ga naar voetnoot30
 
 
 
De volcken om mijn tyrannye
 
Seer over my vertorent zijn,
 
Dewijl der Turcken heerschappyeGa naar voetnoot33
 
Sy beter houden als de mijn.Ga naar voetnoot33-34
35[regelnummer]
Peccavi nimis.      zeer gezondigd hebGa naar voetnoot35
 
 
 
Heel Duytschlant wert door my geplaget,Ga naar voetnoot36
 
Den Swede haett' ick en den Deen,Ga naar voetnoot37
 
Den Palatijn heb ick verjaget,Ga naar voetnoot38
 
Nu soeck ick Vranckrijck te vertree'nGa naar voetnoot39
40[regelnummer]
Contra legem Dei.      tegen de wet GodsGa naar voetnoot40
 
 
 
Waer sijn de cloecke JesuwijtenGa naar voetnoot41
 
Mijn lieve raets-luy rechtevoort?Ga naar voetnoot42
 
Diet alles int verwerde smijtenGa naar voetnoot43
 
En stichten soo veel roof en moort
45[regelnummer]
Cogitando, loquendo, operando.      met gedachten, woorden en werkenGa naar voetnoot45
[pagina 100]
[p. 100]
 
En ghy mijn rijcke GenovesenGa naar voetnoot46
 
Isser geen gelt meer inde banck?
 
Mijn wissels hebdy afgewesen:
 
By u is het gelove cranck,Ga naar voetnoot49
50[regelnummer]
Et in cunctis alijs.      en (in) alle andereGa naar voetnoot50
 
 
 
Mijn Dons, Hidalgos, en Senjoren,Ga naar voetnoot51
 
Is oock by u of my de schult?
 
Het comt my menichmael ter oren
 
Dat ghy het hele lant vervult
55[regelnummer]
Vitijs.      zondenGa naar voetnoot55
 
 
 
't Sy hoe het wil, ick mach wel clagen
 
Dat my geschiet meer smaet en leet
 
Als ick beleefde van mijn dagen,
 
Dies ick voortaen geen raet en weetGa naar voetnoot59
60[regelnummer]
Meis malis.      boos van mij:Ga naar voetnoot60
 
 
 
Den Bos, het Nederlantsche RomenGa naar voetnoot61
 
Daer ick den standaert had gevest
 
Is my soo deerlijck afgenomen.
 
Verstoret is het Papen-nestGa naar voetnoot64
65[regelnummer]
Mea culpa.      door mijn schuld,Ga naar voetnoot65
 
 
 
En Wesel, daer de duytsche HeerenGa naar voetnoot66
 
Gestapelt hadden al haer buytGa naar voetnoot67
[pagina 101]
[p. 101]
 
Van silver, gout, en fraije cleren,
 
Daer speeldemen oock Papen-uyt
70[regelnummer]
Mea culpa.      door mijn schuld,
 
 
 
Maer Pernambuco my ontroeret
 
De sleutel van het schoon Brasijl.
 
Hoe heeft my Lonck dat afgeloeret!Ga naar voetnoot73
 
Dies moet ick roepen noch een wijlGa naar voetnoot74
75[regelnummer]
Mea gravissima culpa.Ga naar voetnoot75      door mijn overgroote schuld!
 
 
 
Urbaen, Sint Peters leste erveGa naar voetnoot76
 
Wat wert ons nu al na-geseyt!Ga naar voetnoot77
 
Ick moetet uyten eer ick sterve,
 
Al geeftet u wat tegenheyt.Ga naar voetnoot79
80[regelnummer]
Ideo deprecor te.     Daarom smeek ik u.Ga naar voetnoot80
 
 
 
Veel seggen, dat des Heeren kercke,
 
Waerse van u en my verlost,
 
Sou sijn in allen goeden wercke
 
Gelijck als doese eerst begostGa naar voetnoot84
85[regelnummer]
Beatissima virgo.      Heilige MaagdGa naar voetnoot85
 
 
 
Sy meynen dat wy stedes moetenGa naar voetnoot86
 
Aen Christi leere houden vast,
 
En daer na richten onse voeten,
 
Gelijck ons self dat heeft belast
90[regelnummer]
Maria.      Maria,
 
 
 
Sy roepen dat van schelmerye
 
Van alle sonden groot en grof,
 
Van oorloch en verraderye
 
Slechs oorsaeck is het Roomsche hofGa naar voetnoot94
95[regelnummer]
Et vos omnes.      en u allen,Ga naar voetnoot95
[pagina 102]
[p. 102]
 
Christus en heeft dit niet geleeret,
 
(Praet onder haer een yder man)Ga naar voetnoot97
 
Dus zijn de Heydens niet bekeret,Ga naar voetnoot98
 
Wel-eer en hielden hier niet van
100[regelnummer]
Sancti & sanctae Dei.      (mannelijke en vrouwelijke) Heiligen Gods,Ga naar voetnoot100
 
 
 
Ick vrese dat met hangen branden,
 
En smoren vande Christen schaerGa naar voetnoot102
 
Soo seer besmet sijn onse handen
 
Dat my de wrake volget naerGa naar voetnoot104
105[regelnummer]
Et te Pater.      en u, Vader (= biechtvader),Ga naar voetnoot105
 
 
 
'k Heb over-al de nederlage,
 
Mijn crachten worden wt-geputt'.
 
Dies ick daer weynich meer na vrage
 
(Also het my doch niet en nutt')
110[regelnummer]
Vt oretis pro me.      dat gij voor mij bidtGa naar voetnoot110
 
 
 
Geluckich, ô ghy Nederlanden
 
Die niet en steunt op vleysch en bloet,Ga naar voetnoot112
 
Maer heffet onbevleckte handen
 
Met een onwanckelbaer gemoet
115[regelnummer]
Ad Dominum Deum nostrum.     tot den Heer onzen God,Ga naar voetnoot115
 
 
 
Geluckich, die een Vorst bewaretGa naar voetnoot116
 
Manhaftich en van groot beleyt,
 
So dat sich nergens openbaret
 
Een hooft van sulcke dapperheyt
120[regelnummer]
Vt ipse.      dat HijGa naar voetnoot120
 
 
 
Mijn hoochmoet heeft hy neer gebogen
 
Al mijn benijders tot een spot:Ga naar voetnoot122
[pagina 103]
[p. 103]
 
De doot sweeft my al voor de ogen,
 
Dies bid' ick dat de lieve Godt
125[regelnummer]
Misereatur mei.      Zich mijner ontferme.Ga naar voetnoot125
 
 
 
Prins Fred'rijck-Henrick van Oranjen,
 
Indien ick sterf aen dese quael
 
Ick maeck u erfgenaem van Spanjen,
 
En van mijn rijcken altemael.
130[regelnummer]
Amen.      Amen.

voetnoot*
Biechte des Conincx van Spanjen: Filips IV wordt hier voorgesteld als stervend en bezig met zijn laatste biecht. Revius maakt daarbij handig gebruik van de Latijnsche woorden uit het Confiteor, die in het nieuwe verband soms een geheel andere beteekenis krijgen. Hij heeft zich echter niet streng gehouden aan het Confiteor der H. Mis en ‘schijnt een confiteorgebed te hebben opgesteld, zooals het in het volksgebruik (voor veranderingen vatbaar) in zwang was’ (mededeeling van Pastoor F. Fleerakkers S.J., legeraalmoezenier te Bandoeng). In margine geef ik de eigenlijke vertaling, terwijl in de noten telkens de beteekenis der Latijnsche woorden in dit gedicht wordt vermeld. Over deze soort strijddichten zie men ‘De dichter Revius’, pag. 221-222. Over het verlies van Pernambuco: in 1630 veroverde admiraal Loncq Olinda en 't Recief van Pernambuco in Brazilië.
voetnoot1
eerst: voor 't eerst (deze regels slaan niet uitsluitend op Filips IV, maar op den ‘Coninc van Spanjen’ in 't algemeen, vanaf Filips II).
voetnoot2
stuyr: hard, wreed.
voetnoot3
laes: helaas.
voetnoot5
confiteor: ik erken het.
[tekstkritische noot]24. A heeft aan 't einde van dezen regel, blijkbaar ten onrechte, een punt.
voetnoot10
Deo omnipotenti: aan God Almachtig (nl. door ‘het Nederlandsche Israël’ aan te vallen).
voetnoot14
Sant Iago: St. Jacobus, de beschermheilige van Spanje.
voetnoot15
et Mariae Virgini: en de Maagd Maria.
voetnoot16
houten Jacob: (houten beeld van) St. Jago; met u schelpen: de naar hem genoemde St. Jacobsschelpen, waarmee de pelgrims, die terugkeerden van een bedevaart naar zijn graf te Santiago de Compostella, hun hoeden en mantels sierden.
voetnoot19
San Salvador: (lett.: Heilige Zaligmaker) stad aan de Allerheiligenbaai, in Mei 1624 door de Westindische Compagnie veroverd (zie het gedicht op pag. 30).
voetnoot20
et omnibus sanctis: en met alle heiligen = met ‘Todos os Santos’ = met de Allerheiligenbaai.
voetnoot21
wat soeck ick...landen: wat zoek ik naar nieuwe veroveringen (cf. reg. 26-27).
voetnoot23
op mijne stranden: aan mijn eigen kusten.
voetnoot24
dies: daarvoor; Wilkes, Lonck, en Heyn: admiralen der Westindische Compagnie bij haar pogingen om in Brazilië vasten voet te verkrijgen.
voetnoot25
et tibi Pater: en u, Pater (= Adr. Jansz. Pater, in 1630 eveneens met een vloot naar Brazilië gezonden).
voetnoot27
gebiet: heerschappij.
[tekstkritische noot]39. A heeft aan 't einde van dezen regel ten onrechte een punt.
voetnoot28
laes: helaas.
voetnoot29
loopt tot niet: uitloopt op niets.
voetnoot30
quia ego miser: daarom ben ik ongelukkig.
voetnoot33
dewijl: terwijl.
voetnoot33-34
een herinnering aan het bekende: ‘Liever Turksch dan Paapsch!’.
voetnoot35
peccavi nimis: ik heb zeer gezondigd.
voetnoot36
heel Duytschlant...geplaget: tijdens den dertigjarigen oorlog was er vanzelf een belangengemeenschap tusschen Spanje en den Katholieken Keizer Ferdinand II (zie ook reg. 38), al mag deze regel blijkens de feiten niet al te letterlijk worden opgevat.
voetnoot37
den Swede haett' ick en den Deen: Gustaaf Adolf van Zweden wierp zich in 1630 op tot verdediger van het Duitsche Protestantisme, terwijl Christiaan IV van Denemarken dit reeds in 1625 had gedaan, maar in 1629 was gedwongen tot den vrede van Lübeck.
voetnoot38
den Palatijn heb ick verjaget: toen Frederik van de Paltz in 1619 door de opstandige Bohemers tot koning was gekozen inplaats van Ferdinand II en deze laatste in Bohemen den Protestantschen Frederik bestreed, bezetten de Spanjaarden in 1620 onder Spinola de Paltz.
voetnoot39
nu soeck ick Vranckrijck te vertree'n: in Mantua was in 1629 een erfopvolgingsoorlog ontstaan, waarbij Frankrijk, om den Spaanschen invloed in Italië te bestrijden, den Franschgezinden hertog Karel van Nevers-Gonzaga tegen Spanje en den Keizer steunde. Omstreeks Juli 1630 (toen Revius vermoedelijk zijn gedicht schreef) was de strijd nog niet beslist.
voetnoot40
contra legem Dei: in strijd met de wet Gods. Misschien denkt Revius hier aan 't feit, dat Karel van Nevers de wettige opvolger in Mantua was.
voetnoot41
cloecke: slimme.
voetnoot42
rechtevoort: voortdurend.
voetnoot43
int verwerde smijten: in verwarring brengen.
voetnoot45
cogitando, loquendo, operando: met hun plannen, woorden en daden.
[tekstkritische noot]54 en 64. A heeft aan 't einde dezer regels, blijkbaar ten onrechte, een punt; 65. A eindigt den regel met een dubbelpunt.
voetnoot46
Genovesen: de Genueezen waren bekend als bankiers en geldhandelaars. Deze strofe doelt op het voortdurende en steeds toenemende geldgebrek van Spanje.
voetnoot49
by u is het gelove cranck: lett.: ‘bij u is het geloof zwak, ge hebt niet veel over voor het (Katholieke) geloof.’ Maar tegelijkertijd door de woordspeling met gelove = crediet: ‘bij u is mijn crediet zwaar geschokt’.
voetnoot50
et in cunctis alijs: evenals bij alle anderen.
voetnoot51
Hidalgos: Spaansche edelen van lageren rang.
voetnoot55
vitijs: met boosheid, zonden.
voetnoot59
raet: redmiddel.
voetnoot60
meis malis: voor mijn rampen.
voetnoot61
het Nederlantsche Romen: omdat Den Bosch voor 1629 in de Noordelijke Nederlanden de eenige stad was met een bisschop en dus het Katholieke centrum.
voetnoot64
verstoret: vernield.
voetnoot65
mea culpa: door mijn schuld.
voetnoot66
Wesel: zie pag. 87, de aanteekeningen bij reg. 141, 144 en 147.
voetnoot67
gestapelt hadden al haer buyt: ‘noch staet hier bij te onthouden, dat alle de principaelste bagagie van Graef Hendrick van den Berge ... alsmede het meeste deel van den roof, die de Keijsersche ende Crabbatten (Croaten) al-omme in de oorloge van Hoogduijtsland geroofd, ende den goeden luijden afgedwongen hadden, bij dese soude becomen zijn’ (Souterius in zijn triumf-predikatie, aangehaald bij Bosscha: Neerlands Heldendaden te land, pag. 406).
[tekstkritische noot]69 en 74. A eindigt deze regels, blijkbaar ten onrechte, met een punt; 94. A heeft vermoedelijk een drukfout: slech.
voetnoot73
afgeloeret: op listige, bedriegelijke wijze afhandig gemaakt.
voetnoot74
noch een wijl: nog eens.
voetnoot75
mea gravissima culpa: door mijn overgroote schuld.
voetnoot76
Urbaen: Paus Urbanus VIII (1623-1644); leste erve: laatste (want nog regeerende) erfgenaam.
voetnoot77
wat wert ons nu al na-geseyt: wat wordt er een kwaad van ons verteld.
voetnoot79
tegenheyt: weerzin, afkeer.
voetnoot80
ideo deprecor te: daarom vraag ik er u verschooning voor.
voetnoot84
doese eerst begost: toen ze voor 't eerst begon, in het begin.
voetnoot85
beatissima virgo: een heilige maagd (d.w.z. heilig en rein).
voetnoot86
stedes: steeds.
voetnoot94
het Roomsche hof: het Pauselijk hof te Rome.
voetnoot95
et vos omnes: en gij allen (de Paus met al zijn priesters).
[tekstkritische noot]96. A eindigt den regel, blijkbaar ten onrechte, met een punt.
voetnoot97
onder haer: onder hen (= de velen uit reg. 81).
voetnoot98
dus: aldus.
voetnoot100
sancti & sanctae Dei: de (mannelijke en vrouwelijke) heiligen Gods.
voetnoot102
smoren: verstikken (verdrinken, worgen, levend begraven).
voetnoot104
volget naer: navolgt.
voetnoot105
et te Pater: evenals u, Vader (= de Paus).
voetnoot110
ut oretis pro me: dat gij voor mij bidt.
voetnoot112
op vleysch en bloet: op menschen (cf. Psalm 118:8).
voetnoot115
ad Dominum Deum nostrum: tot den Heer onzen God.
voetnoot116
die een Vorst bewaret: gij, die een vorst (subject) beschermt.
voetnoot120
ut ipse: als hij.
voetnoot122
benijders: vijanden.
voetnoot125
misereatur mei: zich mijner ontferme.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken