Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Over-Ysselsche sangen en dichten (1930-1935)

Informatie terzijde

Titelpagina van Over-Ysselsche sangen en dichten
Afbeelding van Over-Ysselsche sangen en dichtenToon afbeelding van titelpagina van Over-Ysselsche sangen en dichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.47 MB)

Scans (21.47 MB)

XML (1.34 MB)

tekstbestand






Editeur

W.A.P. Smit



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Over-Ysselsche sangen en dichten

(1930-1935)–Jacobus Revius–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 104]
[p. 104]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

Aanhangsel van 1634.
Den siecken Arent geslagen van Gods hant door den Coninck van Sweden.Ga naar voetnoot*

 
Een Arent, overlaen door 't eten eener prijenGa naar voetnoot1
 
Wiert dodelijcken cranck: en, comende aen 't spijen,
 
Riep deerlijck: Moeder lief, nu ist met my ghedaen,
 
De dermen uyt den buyck my door de kele gaen.
5[regelnummer]
De Moeder seyde: Soon, en wilt doch soo niet kermen,
 
Het gene u ontgaet en zijn niet uwe dermen,
 
Maer van het bloedich aes dat ghy hebt ingecroptGa naar voetnoot7
 
En daer u ingewant te gierich mee gestopt.Ga naar voetnoot1-8Ga naar voetnoot8
 
Den Duytschen Arent claecht zijn oude moer van RomenGa naar voetnoot9
10[regelnummer]
Dat hem den Sweedschen helt veel steden heeft ontnomen,
 
Maer Romen seyt, mijn kint, ey lieve, grijp een moet,
 
'Tgeen ghy alsnoch verliest is maer gestolen goet:Ga naar voetnoot12
 
Ick vrees dat u het hert al anders haest wil bevenGa naar voetnoot13
 
Als ghy u eygen oock sult moeten overgeven.Ga naar voetnoot14
[tekstkritische noot]Aanhangsel van 1634. Zie hierover ‘De dichter Revius’, pag. 107 en vergelijk de noot bij de voorrede van dit deel.

voetnoot*
Den siecken Arent. Arent: de dubbele Rijksadelaar van het Roomsch-Duitsche keizerrijk, (hier voor:) keizer Ferdinand II; den Coninck van Sweden: Gustaaf Adolf. De volgorde der gedichten doet mij vermoeden, dat dit vers slaat op den allereersten tijd na diens landing, toen hij bezig was in het Noorden van Duitschland zijn positie te versterken en o.a. Stettin had bezet.
voetnoot1
eener prijen: van een aas, kreng.
voetnoot7
ingecropt: (gulzig) in den krop geduwd, ingeslikt.
voetnoot1-8
deze fabel is ongetwijfeld aan de klassieke literatuur ontleend, maar ik slaagde er niet in haar terug te vinden.
voetnoot8
gierich: gulzig.
voetnoot9
moer: moeder, nl. Moederkerk.
voetnoot12
gestolen goet: bijv. Mecklenburg, waar Wallenstein de hertogen verdreven had, die nu echter met Gustaaf Adolf waren teruggekomen.
voetnoot13
al: heelemaal.
voetnoot14
u eygen: nl. ‘goet’ (zie reg. 12).

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken