I. |
Ter reede van Ampenan. Otto aan boord van de Maetsuycker. |
II. |
De ontscheping der troepen. De inrichting van het bivak. De brand in het kampement. |
III. |
De verkenningstocht over het eiland Lombok. De ontmoeting met Goesti Djilantik. De zelfmoord van Anak Agoeng Madeh. |
IV. |
Het rustig verblijf op Lombok. ‘Het meisje’. Het leven in het kamp. De tocht naar het lustverblijf Goenoeng Sari. Een avond in het bivak. |
V. |
‘Alarm!’ ... Het nachtelijk verraad. Otto's gruwelijke ondervinding. Emmerinck's dood. Het terug-trekken in den Dewa-tempel. De vreeselijke nacht. |
VI. |
De aftocht uit den tempel. Het weg-dragen van Karel door de vuurhel door Otto en sergeant Bergsma. Het opnieuw bivakkeeren in een tempel. Naar Ampenan. |
VII. |
De gewonden aan boord van de Maetsuycker. Karel en Otto. De tochten der andere colonne's. |
VIII. |
De tweede expeditie naar Lombok. De ontruiming door de Baliërs van de stelling te Aroeng Aroeng. Het nemen der kampongs Pasingaän en Pagasangan. De avond in het kampement. |
IX. |
De vorderingen der expeditie. De groote verwoestingsbrand. De aanval der ten dood gewijden. De fanatieke vrouwen. Het achter-gelaten zijn als gewonde van Otto. |
X. |
Otto's langzaam herstel. Karel's huwelijk. Otto's nieuwe levensbeschouwing. Zijn resignatie. |