Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
'Ik' (1904)

Informatie terzijde

Titelpagina van 'Ik'
Afbeelding van 'Ik'Toon afbeelding van titelpagina van 'Ik'

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.66 MB)

Scans (19.34 MB)

ebook (3.23 MB)

XML (0.32 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

'Ik'

(1904)–Jeanne Reyneke van Stuwe–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

23 September.

Vanmorgen kwam Lex mij Sandertje brengen. Ma en Meta moesten boodschappen doen in de stad. Wij zaten in de serre; Sandertje kreeg patiences om op te eten, en groote, kleurige glazen knikkers om mee te spelen. Ik was bezig met de koffie, om Lex een kopje te kunnen geven; hij zat zwijgend bij een der ramen, en rookte. Ik dacht er zoo over, dat het eigenlijk niet waar was, wat ik laatst tegen hem beweerde, namelijk, dat ik hem vroeger, toen ik hem niet kende, veel aardiger vond dan nu. Dat zei ik, toen, denk ik, omdat hij mijn zin niet deed. Maar ik vind hem nog wèl aardig, heel aardig zelfs; hij is een beste jongen, en het spijt mij,

[pagina 33]
[p. 33]

dat hij weer weg-gaat, ook voor Fred, die in hem een goeden vriend verliest.

Hij zag er zoo triest en in gedachten uit, dat ik, in een plotselinge opwelling, naar hem toeging, mijn hand op zijn schouder legde, en zei:

- Lex, maak je nu maar geen zorgen, hoor.... Wij zullen al 't mogelijke doen, om Meta afleiding te geven.... En Fred kan zij altijd om raad vragen, in alles.... En als 't noodig mocht zijn, maar waarom zóu dat, enfin, als 't voor iets noodig mocht zijn, dan zullen wij je onmiddellijk telegrafeeren. Reken maar, vertrouw maar op ons.

- Ja, zei hij, dank je.

Méer niet, maar hij nam mijn beide handen, en drukte ze spontaan. Ik zag, dat hij ontroerd was, en dat maakte mij blij. Ik vind het altijd prettig, als iemand mij zijn weeken kant laat zien, - ik voel dat als een soort overwinning van mij, vooral bij een persoonlijkheid als Lex, die zich zoo weinig geeft.

Hij werd nu wat opgeruimder; sprak ervan, dat hij in Paramaribo waarschijnlijk zijn broer Frits zou ontmoeten, en deed Sander vóor, hoe hij knikkeren moest.

Hij beloofde te wachten, totdat Fred van zijn spreekuur kwam, en wij praatten nu weer over de gewone dingen, totdat hij zei:

- O, ja, Ina.... ik moet je dit nog vragen: wees 'n beetje voorzichtig met Hans.

- Wie: Hans? vroeg ik verbaasd.

- Nu, Hans van Voorst!

- Je broertje?

[pagina 34]
[p. 34]

- M'n broertje? Hij is nu achttien jaar!

- Nou, dat is toch niet meer dan 'n kind! En waarom moet 'k daar ‘voorzichtig’ mee zijn? Ik doe 'm toch niets?

- Nee, maar jij kent 'm niet zoo, hij is nog wel jong, maar toch al heel serieus.... en daarom gevoeliger dan anderen van zijn leeftijd....

- En? wat zou dat nou? vroeg ik, alsof ik 't niet héél goed begreep.

- Je bent toch niet vergeten, hoe hij van den zomer was? Hij houdt van je.... (ziezoo, nu had ik het Lex laten zeggen!) en dat is niets, - maar laat ie niet te veel van je gaan houden.... jij kan daar alles aan doen.

Ik lachte.

- Je moet er niet om lachen, zei de wijze Lex. 't Is 'n ernstiger kwestie, dan je denkt... 't Is zoo'n beste jongen.

- Zeker, dat geef 'k dadelijk toe.

- Wat zou je d'r dan aan hebben, 'm ongelukkig te maken...

- Verbeeld je! ongelukkig! Zoo'n jongen! dat zou me niet de moeite waard zijn, hoor! En bovendien maakt elke jongeling van onder de twintig die dingen door, zonder er aan te sterven... Is Hans verliefd op me?

Lex keek me aan.

- Dat weet 'k niet, zei hij, maar...

Ik lachte spotachtig.

- Je denkt, dat 't m'n ijdelheid te veel streelen zal, als je ‘ja’ zegt... O, Lex!... je vindt me

[pagina 35]
[p. 35]

coquet, hè? En dat ben ik ook wel, - maar altijd in 't dood-onschuldige, 't heel-oppervlakkige, hoor! Wees dus maar gerust, Hans zal niet als slachtoffer van m'n onmenschelijke zelfzucht vallen!

Neen, dat zal nooit iemand. Ik amuseer me graag; een aan verliefdheid grenzende hofmakerij geeft mij altijd een aangename sensatie van zelfvoldoening, van innerlijke tevredenheid, - maar nóóit geef ik iemand aanleiding te denken, dat ik er iets aan hecht, of lok ik complimentjes en vleierijen uit. Ik ben misschien niet absoluut vrij te pleiten van schuld, maar slecht ben ik niet te noemen, evenmin als men van iemand, die wel van een glas wijn houdt, zou mogen zeggen, dat hij een ‘dronkaard’ is.

Het doet mij prettig aan, als ik merk, dat iemand het aangenaam vindt, mij aan te zien, of graag met mij praat; en ik vergeef, bijvoorbeeld, Kolhorn zijn verschrikkelijke leelijkheid, als hij, naast mij zittend, na een dans, mij aanziet met zijn sterke, koolzwarte oogen, en, zijn advocatenstem, dempend, zegt op een aardige, zachte manier:

Wenn sich leis dein Fächer rührt,
Duftet es wie Nacht-violen...

Het is kinderachtig, goed, - het is ijdel, - maar het hindert niemand, en mij doet het pleizier. Ik zou werkelijk iets missen, als ik altijd van hulde verstoken moest zijn, - evengoed als ik de enkele roos of anjer zou missen, die nu altijd het kristallen vaasje op mijn schrijfbureautje vult.

[pagina 36]
[p. 36]

Een zedepreeker zou verontwaardigd zeggen: Maar heb je dan niet genoeg aan de hulde van je man!!... maar ik zou daarop antwoorden: De hulde, die mijn man mij brengt, is iets logisch', iets van-zelf-sprekends, - hij huldigt zijn eigen keuze in mij, - maar de hulde, die vréémden mij brengen, is iets vrijwilligs, iets niet-van-zelfuit-de-dingen-voortkomends, - en daarom, op zichzelf, iets heel aangenaams.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken