Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
'Ik' (1904)

Informatie terzijde

Titelpagina van 'Ik'
Afbeelding van 'Ik'Toon afbeelding van titelpagina van 'Ik'

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.66 MB)

Scans (19.34 MB)

ebook (3.23 MB)

XML (0.32 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

'Ik'

(1904)–Jeanne Reyneke van Stuwe–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 64]
[p. 64]

20 October.

Wat moet ik toch in 's hemelsnaam doen, om aan mijzelf te ontkomen! In dagen heb ik niet in mijn dagboek geschreven, om mij zelf niet zoo vreeselijk bewust te maken, dat ik mij... Maar wat heeft het mij geholpen? Ik ontnam mijzelf daardoor mijn eenige amusante bezigheid.

Ik zit aldoor te verzinnen, wat ik toch doen kan, om te ontkomen aan de ontzettende eentonigheid van mijn lot, maar ik weet niets te vinden. En soms, als ik ten einde raad ben, en niet meer weet, wáár mij mee bezig te houden, ga ik Fred verrassen, met bijvoorbeeld de volgende verhalen:

- Zeg, Fred, heb 'k je wel 's verteld, dat ik op m'n veertiende jaar dood-alleen met 'n vreemden meneer in 't Bosch heb gewandeld?

- Hè?! zei Fred.

- Ja, en 'k weet nog precies, hoe 'k d'r uit zag... 'k had 'n blauw marine-manteltje aan en 'n blauw rokje, en 'k droeg 'n blauwe toque, en 'k had los-hangend haar...

Heerlijk! Fred was ten toppunt van verbazing, en ik amuseerde mij.

- Maar hoe kón dat dan? En vond Mama dat goed?

- Ma wist d'r niets van!

- Maar zég dan, hoe kwam 't! Sprak die man je aan?

Ik stikte bijna van het lachen, toen ik:

- Ik sprak 'm aan!... zei.

[pagina 65]
[p. 65]

Fred keek mij aan, alsof ik plotseling een ander mensch was geworden, hij herkende de wel vroolijke en vrije, maar toch nooit de grenzen te buiten gaande Ina niet. In tijden heb ik me niet zoo vermaakt. Hij begreep er niets van, - hij kón er natuurlijk niets van begrijpen, en ik hield hem in de spanning, totdat hij eerst boos werd, en toen zóo vriendelijk om een uitleg smeekte, dat ik hem niet kon weerstaan.

- Nu, zei ik, dan zal 'k 't je maar vertellen... 't Is heelemaal de waarheid, zooals 'k 't zei, - maar 'k zal 't ontbrekende d'r dan maar bij doen... Je moet weten, dat 'k vroeger, in m'n jeugd, dol en dol op schaatsenrijden was. Nu trof het zoo, dat op 'n middag niemand met me mee kon gaan, noch Jo, noch Meta, noch de juffrouw, en ik, woedend om het idee thuis te moeten blijven, verklaarde, alléen te willen. De juffrouw zei, dat ik niet kon, omdat ik den weg niet wist, - ik ging nóóit alleen, en ik wist den weg ook eigenlijk niet goed, - maar natuurlijk, dat bekende ik niet! Ik tramde tot 't Plein, zag al gauw 't Bosch, en dacht, dat ik er nu was. Maar jawel, ik liep, en liep, en liep in 't Bosch, er kwam geen einde aan, en de Vijvers zag ik niet. Ik ontmoette geen sterveling, en ik begon 'n beetje wanhopig te worden. Eindelijk zag 'k 'n postbode...

- Was dát soms de heer?

- Welnee! dan zou 't weinig interessant zijn geweest! Nu, ik vroeg hem den weg naar de Vijvers, en hij zei, dat ik, zooals ik nú liep, op weg naar Leiden was. Verbeeld je, ook 'n troost!

[pagina 66]
[p. 66]

Enfin, hij beduidde mij zoo'u beetje, hoe ik moest gaan, en ik liep weer, liep, liep, zonder eind. Toen begon ik erg wanhopig te worden, - totdat ik eensklaps den heer zag. Hij had schaatsen bij zich, en ik verstoutte mij, (in dien tijd was ik nog verlegen) hem te vragen, hoe ik naar de Vijvers moest komen O, daar waren we vlak bij, en hij zou er mij wel even brengen, als ik het goed vond. Nu, ik vond het goed! En zoo heb ik dan, met 'n vreemden meneer, door 't Bosch gewandeld, op m'n veertiende jaar...

- En dat is alles?

- Ja, dat is alles. Of...

- Of?!

Ik trok een gezicht tegen Fred, omdat hij dat ‘of’ zoo nadrukkelijk herhaalde. Maar ik was goedig, en vertelde toch door.

- Of toch nóg iets... Ik reed dan dien middag, ontmoette schoolkennisjes, en vermaakte mij best. Even stond ik eens stil aan 't eind van de baan, en daar hoor ik achter mij 'n stem: ‘Amuseert u u...’ Ik kreeg 'n schok van schrik, en vooruit vloog ik, zoo hard, als ik kon, doende, alsof 'k niets had gehoord...

- Dat was heel goed, zei Fred, wat had die man je aan te spreken...

- Ja, dat dacht 'k ook, ik was nog 'n kind... Maar ik deed 't uit verlegenheid, uit mallen angst toen, dat ik er zoo van door ging. En later verweet ik me m'n gruwelijke onbeleefdheid, ofschoon...

- Nee, je was heelemaal niet onbeleefd, - 't was mal van dien man je aan te spreken...

[pagina 67]
[p. 67]

Maar je zag d'r zeker wel aardig uit... En Fred verdiepte zich een oogenblik in de overdenking der vreeselijke gevaren, waaraan ik had blootgestaan, zich verheugende, dat van dit alles niets was gebeurd...

Een volgenden keer overval ik hem met:

- Zeg, Fred, herinner jij je nog Bob van Alphen?

- De broer van Victor? Zoo vaag... Is die niet naar Indië gegaan?

- Ja. Heb 'k je wel 's verteld, dat 'k daarmee geëngageerd ben geweest?

- Wat?!

- Heb 'k je dat nooit verteld? vraag ik onschuldig.

- Nee! nooit! En wanneer was dat dan? En hoelang heeft dat geduurd?

Ik begin weer te schateren om Fred's ontsteltenis.

- Hoe lang dat geduurd heeft?

- Ja, en wánneer was 't?

- O, al lang geleden, 'n jaar of zes... En 't heeft geduurd... intermitteerend 'n week of vier.

Fred stond stupéfait.

- Wat beteekent dat: intermitteerend! Ik kan niet gelooven, dat 't waar is, ik begrijp d'r niets van...

- 't Is toch waar, hoor!

- Als je begint te spreken, moet je ook álles zeggen... anders was er geen reden, dat je 't vertelde... En ik wil alles weten.

[pagina 68]
[p. 68]

- Wil je? Nu, dan durf ik natuurlijk niet weigeren... 't Is anders jammer, dat 'k alles zoo gauw ophelderen moet...

- Kóm nou!

- Nu, 't was met de bruiloft van Juliette van der Voort...

- En?

- En toen speelden we comedie, en ik deed mee in 'n stukje ‘De ware Jozef’, - daarin was 'k verloofd met Bob...

De geplaagde Fred ademde op.

- Nu, 'k was natuurlijk alleen geëngageerd, tijdens de repetities en de uitvoering, en daarom zei ik: intermitteerend, - begrijp je?

In plaats dat Fred nu blij was, omdat alles zich zoo onschuldig oploste, zei hij:

- Ik vind 't niet erg aardig, dat comediespelen.... 't geeft de jongelui te veel vrijheid, - ze worden zoo familiaar....

- Och, Fred, jij ben 'n beetje.... ouderwetsch wou ik zeggen, maar dat zou hij misschien niet prettig hebben gevonden te hooren, dus zei ik: jaloersch.

- Volstrekt niet, dat ben ik niet, ik sprak heel in 't algemeen.... Ik kan 't niet goed vinden, al die dingen....

- Jij wou bals en picnics en tennisclubs en fietstochtjes zeker óok afschaffen, dan was je tenminste radicaal.... Ben je 't niet éens met de Spanjaarden, die zeggen, dat 'n vrouw maar driemaal d'r huis mag verlaten, als ze getrouwd, gedoopt en begraven wordt?

[pagina 69]
[p. 69]

Ik plaagde Fred nog een poosje door, op deze manier, ofschoon ik heel goed weet, dat hij zóo niet is.... O, o, ik ben er toch een!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken