Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
'Ik' (1904)

Informatie terzijde

Titelpagina van 'Ik'
Afbeelding van 'Ik'Toon afbeelding van titelpagina van 'Ik'

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.66 MB)

Scans (19.34 MB)

ebook (3.23 MB)

XML (0.32 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

'Ik'

(1904)–Jeanne Reyneke van Stuwe–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 123]
[p. 123]

31 December.

O, wat een geluk! Zooeven komt er een brief, dat het geneesmiddel voor Hans overmorgen komt. Namelijk Augusta. Die moet als tegengif dienen voor mijn verderfelijken invloed, heb ik bedacht.

O, o! die jongens toch! Die Hans is al even mal als de rest! Want wat heb ik gedaan? Niets.... heusch, niets! Behalve hem vriendelijk aankijken, en met hem dansen, en er lief uitzien in mijn mooie, rose japon.

Wij ‘genoten,’ zooals de heele zaal deed, van Thalia's kinderlijke voorstellingen. In de pauze werden wij door zooveel kennissen aangesproken, dat ik op Fred's vraag, of ik het bal wou bijwonen, toestemmend antwoordde. Het zou wel gezellig zijn, verbeeldde ik mij.

Kolhorn kwam mij het souper vragen. Maar ik weigerde, ik wilde het doen met Fred. En dadelijk daarop kwam Hansje naar mij toe, met donkere, doorborende oogen:

- Ina.... zou ik.... mag ik je souper?

- Je bent te laat, hoor! zei ik lachend. Ik heb 't al!

De vurig-verontwaardigde uitdrukking in zijn oogen was te vermakelijk, om die nog niet wat te doen duren.

- Met dien man?! zei hij. En door de smadelijke verbazing, die er uit zijn toon sprak, begreep ik, dat hij den armen, leelijken Kolhorn bedoelde. Toch zei ik:

[pagina 124]
[p. 124]

- Welke man?

- O, die zooeven bij je stond! En die je zoo aan durfde kijken! Die léélijke man!

- Die is anders heel aardig, hoor! Ik had best met 'm willen soupeeren! Maar ik had 't al afgesproken.... met Fred.

- O!

- Ja, maar 'k wil daarom wel met je dansen... éen wals kan je krijgen, en éen lanciers.

- Geef me dan in 's hemelsnaam twéé walsen, Ina!

Ik deed zijn zin. Moet het mij nu als iets slechts toegerekend worden, dat ik zoo goedig ben?

Maar hoe die jongen danste! Hij klemde mij in zijn sterke, jonge armen, en voort vlogen wij, in een hartstochtelijk rhythme. Ik ben geoefend genoeg, en ik houd ook wel van dansen, maar deze manier is mij te wild, te heftig. om mij aangenaam te zijn. En toch, bij elken extra-extra, die er onverwacht gegeven werd, danste ik wéer met hèm, in spijt van de Kolhorn's en Reinersma's en Kedichem's en Hagesteyn's, die mij óok kwamen vragen. Maar.... was het wel goed, dat ik zoo goed voor hem was?

Na het souper werd de jongen zóo opgewonden, dat het Fred opviel, en hij mij waarschuwend wenkte. Wij gingen toen gauw naar huis, zoodat er niet te veel vreeselijkheden meer gebeuren konden. Maar Hans heeft, bij het afscheid, mijn hand zóo vast geknepen, dat die er nú nog, (zonder overdrijving) pijn van doet.

Ik was gisteren wel zoo wijs het jonge mensch

[pagina 125]
[p. 125]

niet te ontvangen. Mevrouw had hoofdpijn, en rustte. Hij vertrok dus weer, de stumper, en liet alleen de lelietjes van dalen, die hij bij zich had, naar boven gaan!

Neen, hij mag mij nu eerst terug-zien, als ik hem tevens zijn medicijn kan presenteeren. En dat middel zal wel helpen, vertrouw maar op mij. Ik ken mijn volkje.

Natuurlijk heeft Fred mij onderhouden over mijn optreden tegen Hans. Hij begréép niet, hoe ik zoo'n jongen ‘aanmoedigen’ kon. (Heb ik dat dan gedaan?) Hij was altijd gelukkig, als ik opgeruimd was, maar ik mocht mij toch niet vermaken, ten koste van een ander? (O, wijsaard!) En zoo ging hij voort.

Maar hij was natuurlijk gauw genoeg te overtuigen van mijn onschuld, en approuveerde mijn plan, Augusta te logeeren te vragen. En vanmorgen hadden wij al antwoord op onze invitatie, een gunstig.

Vanavond gaan wij naar Ma, om oudejaarsavond te vieren. Morgen begint het nieuwe jaar, alweer een nieuw jaar! Zal ik daarin nu eens wat liever worden, beter, zachter, tevredener? Ik weet het niet, het is mogelijk.... maar, als ik eerlijk moet zijn, dan denk ik het niet. Waarom en waardoor zou ik nu opeens veranderen? Er gebeurt immers niets, ook al verwisselt het jaar?

Alles blijft toch hetzelfde.

Of eigenlijk hetzelfde.... ik ben langzamerhand wel anders.... erger geworden. Ik heb altijd

[pagina 126]
[p. 126]

buien van ongedurigheid en humeurigheid gehad, ik ben nooit rustig, gelijkmatig van temperament geweest, maar een zoo zware en weeë melancholie, als in den laatsten tijd, heb ik toch nooit gekend. Ik weet niet, hoe het komt.... ik heb Fred lief, en hij mij; wij zijn gelukkig met elkaar, en toch.... Kom, als ik eens wat moeite deed, mijzelf eens overwon.... Ik beloof niets.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken