Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
'Ik' (1904)

Informatie terzijde

Titelpagina van 'Ik'
Afbeelding van 'Ik'Toon afbeelding van titelpagina van 'Ik'

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.66 MB)

Scans (19.34 MB)

ebook (3.23 MB)

XML (0.32 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

'Ik'

(1904)–Jeanne Reyneke van Stuwe–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 223]
[p. 223]

21 April.

Ik heb in lang niet in mijn dagboek geschreven. Eerst was er niets, dat ik opteekenen moest... en toen te veel.

Ik weet niet precies meer, wanneer het was, maar Fred en ik hebben samen gesproken, en nu is het veel beter tusschen ons. Niet heelemaal goed, - maar hoe zou dat kunnen... dat kan het nooit meer worden...

Eens kwam hij onverwacht in mijn boudoir, en zóo erg schrikte ik, dat hij het merkte.

- Ina! zei hij. 't Kán zoo niet langer gaan. Ik houd 't niet meer uit! Zeg me alles... ik wil alles weten.

Ik werd koud, en beefde. Een verloomende angst sloop door mij heen. Ik durfde hem niet aanzien, ik kon niet spreken.

- God! zeide hij. Heb je dan geen gevoel meer, kan 't je dan niet schelen, of ik lijd! Waarom doe je zoo! wát is er gebeurd!

Nog sprak ik niet, ik kon niet. Een strakheid spande zich om mijn keel, mijn lippen waren droog, mijn hart klopte zóo sterk, dat een pijn mijn borst doorkrampte.

- Versta je me niet! Luister dan, en geef antwoord! Er móet nu 'n einde aan komen, ik wil niet meer wachten, ik heb al te láng gewacht, misschien! Ik dacht, dat je uit jezelf weer redelijk zou worden, maar je wordt niet beter, je

[pagina 224]
[p. 224]

wordt al maar erger, stiller, vreemder... en nu wacht ik niet meer. Ina!

Er klonk zóoveel smart in zijn stem, dat ik mij overwon, en hem aankeek. En toen zag ik opeens, wat een vreeselijke verandering er in zijn gezicht is gekomen, hoe het van gelukkig en zacht, somber en streng is geworden... en ik keek hem aan, aldoor, ik bléef hem aankijken, met een starren angst in mijn oogen, totdat hij nader kwam, en ik voor hem weg-dook, in mijn stoel.

Ik voelde het, hoe hij over mij heen stond gebogen, en in mijn machteloosheid, mijn hulpelooze zwakte, zei ik:

- Fred!...

Hij richtte zich op, iets van medelijden kwam in zijn oogen, maar dadelijk werd zijn blik weer hard.

- Ik wacht niet langer... zei hij. Eerst dacht ik, dat je zou spreken, als maar die strakke, onnatuurlijke geslotenheid van je gebroken was... maar na die eene uitbarsting, ben je eerst week en overgevoelig geworden, en toen weer even vreemd en stil... Je spreekt niet, je ziet niemand aan... Hóe ben je zoo geworden! Wáardoor!

Ik voelde, dat ik móest spreken. Ik spande mij in, om woorden te vinden, en eindelijk zei ik:

- Je wéet 't... Omdat hij... zich... en 't is... mijn schuld.

Ik week terug voor zijn blik; met een oogenblikkelijken, hartstochtelijken toorn keek hij mij aan:

- Jóuw schuld! zei hij. Dus tóch...

[pagina 225]
[p. 225]

Toen begreep ik hem.

- O, Fred!... Fred! nooit... nooit is er iets tusschen ons geweest!... Dát is 't niet!

Hij bleef mij aanzien, sterk en streng, zijn gezicht nog even hard...

- Wat dàn! zei hij. Waardoor ben je dan zóo geworden... hoe kon dat!

- Omdat... o, laat 't me niet zeggen! laat 't me niet moeten zeggen!

- Omdat? herhaalde hij.

- Omdat ik met 'm gespeeld heb! kreet ik uit. Omdat ik niet dacht, dat 't ernst was, ik heb 'm wanhopig gemaakt, en toen heb ik 'm weg laten gaan, wég laten gaan, alleen, zonder 'n woord, en ik wist 't, ik wist 't, dat hij radeloos was... Mijn stem brak in snikken, woest klemde ik mijn hoofd in mijn handen; ik vergat Fred; ik voelde alleen mijn ellende, en ik kermde mijn smart uit, onstuimig, onbedwongen, - totdat ik opeens Fred's stem weer hoorde:

- Zeg me alles... alles, wat er is gebeurd... Je denkt van niet, maar 't zal je verlichten, als je spreekt...

Ik trachtte kalmer te zijn; ik hoorde een zachter klank in zijn stem... En ik zei:

- Alles vertellen... ik kan niet... dat kan ik niet... Maar ik zal je m'n dagboek geven... daar zal je alles in zien... ik heb niets... niets verzwegen.

En op een avond gaf hij het mij terug.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken