Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een 'Mariage de raison' (1916)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een 'Mariage de raison'
Afbeelding van Een 'Mariage de raison'Toon afbeelding van titelpagina van Een 'Mariage de raison'

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.07 MB)

Scans (11.69 MB)

XML (0.39 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een 'Mariage de raison'

(1916)–Jeanne Reyneke van Stuwe–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 193]
[p. 193]

Het carnavals-bal.

- Ja, zie je, Bets, ik denk er sterk over nu ook maar niet te gaan!

- Malligheid! had ze kribbig geantwoord. Daar hebben we geen van beiden iets aan! Ik zal d'r niet beter door worden, al mis jij ook het bal!

- Nee! had ook Ma gezegd. Ik kan me heel goed begrijpen, dat 't in Netty opkomt, om thuis te willen blijven, maar 'k zou 't toch zeker niet doen. Als je gaat, kan je Bets tenminste nog 's wat vertellen van de toiletten en zoo.

- Ja, dan hoor 'k d'r toch nog iets van, had ze bitter gezegd. - Ze kon 't niet helpen! ze was geen lieve, duldende zieke, ze toonde haar humeur aan iedereen, op allen die haar omgaven koelde zij haar spijt over haar vele teleurstellingen.

Waar had die ongelukkige ziekte haar al niet van gepriveerd; wat al pretjes waren er in het vooruitzicht geweest, en weer voorbij gegaan, zonder dat zij er aan had mee kunnen doen! En die pretjes, - och! dat was het ergste niet, er zouden nog wel meer bals en partijen komen, - maar in hoeveel tijd had zij nu Frans niet gezien? ... En aldoor was hij met Netty samen, hij reed met haar schaatsen, hij ping-

[pagina 194]
[p. 194]

pongde met haar, hij vroeg haar het souper op de bals... en anders... anders... had hij evenveel, misschien nog méer attenties voor háár... en er werd druk over gesproken, dat wist zij, wie van beiden: zij, of Netty, nu eigenlijk zijn uitverkorene was...

Maar in de cotillons, - hoe dikwijls bracht hij niet háar zijn bouquetje, - op de soirées, - hoe dikwijls sprak hij háar niet het eerste aan... Zij was de oudste, nu ja, maar zij kenden elkaar al zóo lang, dat een dergelijke correcte beleefdheid bij hén niet te pas behoefde te worden gebracht. Zij wist het zelve niet, aan wie hij de voorkeur gaf; soms dacht zij aan Netty, soms weer beslist aan háar... Zij sprak er nooit met Netty over; zij geloofde ook niet, dat Netty er zooveel aan dacht als zij, en toch hield Netty veel van hem, dat zag zij wel, en zou ze verrukt zijn, als...

Natuurlijk, wie zou dat niet! Maar méer misschien, omdat het haar ijdelheid streelde, als jongste het eerst geëngageerd te zijn, dan uit waarachtige, diepe liefde voor hem... Maar, och, als Frans Netty vroeg, dan hield hij toch ook van haar, en zou zij hem wel gelukkig maken...

Netty was aardig, had een prettigen lach... zij was óok niet leelijk, maar lang zoo vroolijk niet... en nu die ziekte haar overvallen had, scheen alle opgeruimdheid en levenslust wel van haar geweken: ze klaagde maar, klaagde maar, en was zoo lastig en onverdraagzaam, dat het haar zelf soms verbaasde.

Het kwam door haar jaloerschheid op Netty, die zoo met volle teugen genoot van wat zij moest ont-

[pagina 195]
[p. 195]

beren. En toch wilde zij geen enkele maal, dat Netty thuis-blijven zou; hiertegen verzette zich krachtig haar trots.

Nu weer het carnavals-bal... Hoe lang vooruit hadden zij daarvoor al alles besproken. Zij zouden in een club gaan, gecostumeerd als pierrettes en pierrots, en het was haar al weken een strijdvraag geweest, wie van haarbeiden Frans tot partner zou vragen. Nu was er een laatste vergadering van de deelnemers, vóor het bal, en Netty aarzelde, of zij wel zou gaan, - maar zij had immers zelf, met harde woorden, haar ertoe gedreven... ja! waarom moest Netty nu óok dit heerlijke missen, omdat zij, door haar bronchitis, ervan was beroofd?

Daar kwam Netty al thuis...

- Wie is er in mijn plaats gekomen?

- Françoise de Wit.

- En wie is jouw partner?...

- Frans... zei Netty, met een verlegen blik in haar oogen.

Zij balde haar handen tot vuisten onder de dekens. Natuurlijk! o, natuurlijk! zij had het wel gedacht.

 

Zij lag van uit haar bed toe te kijken, hoe Netty zich met behulp van Mama kleedde in haar wit satijnen toiletje met de glanzend-roode pompons. Wat zag zij er beeldig uit, in het puntig-uitgesneden, nauw-sluitend lijfje en den korten rok, die de kleine wit-satijnen schoentjes bij eiken tred liet zien... de kapper was er geweest en had haar gekapt en gepoederd, en dat witte haar flatteerde Netty zóó bij haar blank-roze gezicht en haar heldere oogen, dat een rustelooze jaloerschheid haar hart en hersenen

[pagina 196]
[p. 196]

doordrong. Waarom had Netty dit geluk, waarom... terwijl zij...

Straks was haar moeder bij haar gekomen, en had haar in 't oor gefluisterd:

- Houd je 'n beetje goed, als je kan, hè, lieveling... Als Netty ziet, hoe jij 't je aantrekt, kan zij óok geen pleizier hebben...

En zij hád zich goed-gehouden; herhaaldelijk sprak ze zelfs haar bewondering uit, dat dít Netty zoo goed stond, en dát haar zoo flatteerde, - maar ondanks zichzelf kregen al haar woorden een scherp afgunstigen klank; zij hoorde het wel, maar kon haar toon niet verzachten.

Op Netty's vriendelijk-angstige vraag, of zij zich weer minder wel gevoelde, antwoordde zij kort, dat zij hoofdpijn had, haar gewone verontschuldiging voor humeurigheid. En Netty zweeg, en trok, in den spiegel ziend, haar handschoenen aan.

- Hoe laat komt 't rijtuig?

Netty werd vuurrood.

- Frans komt me halen... zei ze zacht.

Even schaamde zij zich, omdat Netty blijkbaar zoo bang was geweest het te zeggen... net als straks, toen Ma het noodig vond, haar een waarschuwing te geven... Dat was dus het resultaat van al haar schampere opmerkingen, haar vitzucht, haar spelde-prikkerige woorden... Och! wat kon zij er ook eigenlijk aan doen!...

Zij wilde niet blijven zwijgen.

- Zoo? is dat de afspraak?

- Ja, al de paren komen samen bij mevrouw Versteeg... en rijden dan gezamenlijk naar des Indes.

Zij stelde het zich al voor, hoe gezellig Netty met

[pagina 197]
[p. 197]

Frans in het coupétje zou zitten... wie weet, hoe blij zij waren om haar ziekte, omdat zij nu alleen konden zijn... En zij sloot haar oogen, opdat haar blik haar jaloezie niet verried, maar toch opende zij ze weer, en zag naar Netty's slank-bevallig figuurtje, en naar het allerliefste gezicht onder het wit-gepoeierde haar... Misschien zou Frans Netty toch wel hebben gekozen, ook al was zij mee-gegaan... en dan zou het immers nog véel erger voor haar zijn geweest?...

Neen, zij kon zichzelf toch niet troosten. Wat gaf het, of het nóg erger had kunnen zijn, het was toch al erg genoeg... O, hoe kwam zij den avond nog door, dien langen, verschrikkelijken avond... en toch, zij beefde terug voor het oogenblik, waarop Netty terug-komen zou. Want dan... dan...

Netty was klaar; Mama sloeg haar den witten mantel om de schouders; zij boog zich over haar bed en gaf haar een zoen.

- Dag, Bets... beterschap met je hoofdpijn...

- Veel pleizier! zei ze stug. Moest ze dat wérkelijk nog zeggen? Toch vond ze het goed, dat ze, zichzelf overwinnend, het hád gezegd, al was het dan ook kort-afgebeten en stroef.

Netty ging naar beneden, Mama ook; de kamerdeur bleef open achter het schut; zij kon alles hooren, wat er beneden in de gang werd gezegd.

- Ga nu in de kamer, Net... vat nu geen kou...

- 't Rijtuig zal dadelijk wel komen, Mama...

O, o, wat was ze ongeduldig! Frans zou wel zorgen, op tijd te zijn! Hoor! daar kwam het rijtuig al! daar hield het stil... er werd gebeld... Er ging een schok door haar heen; zij richtte zich op haar elleboog op in bed, om beter te kunnen luisteren...

[pagina 198]
[p. 198]

Zijn stem, zijn jolige, mooie stem:

- Ben je al klaar, Net? Goed op tijd gepast! Mevrouw!

- Dag, Frans... Hier, wil jij Netty's masker zoo lang bewaren?

- Net, laat me je nu even bekijken... toe, doe je mantel even af... Alle wereld, zeg, wat staat je dat góed! 'k Ben trotsch op m'n partner, hoor!

Zij zakte terug in haar kussens. Ach! zij had het immers vooruit wel geweten... maar toch was het hard... hard om te hooren...

- En hoe gaat het met Betsy, mevrouw?

- O, gelukkig wat beter... de dokter was heel tevreden vandaag.

Zij wilde niet langer luisteren. Zij drukte haar hoofd in het kussen, en klemde haar lippen vast op elkaar, om het niet uit te snikken. Zoo'n beleefdheidsvraagje was alles... alles, wat hij voor háar over had...

De moeder kwam terug, en zag haar zoo liggen.

- Heb je zoo'n pijn, kind?...

- Ja, ik heb pijn! zei ze hard, en keerde zich met een ruk om naar den muur.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken