Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Zuster Clara. Schetsen uit het leven eener verpleegster in een stedelijk gasthuis (1892)

Informatie terzijde

Titelpagina van Zuster Clara. Schetsen uit het leven eener verpleegster in een stedelijk gasthuis
Afbeelding van Zuster Clara. Schetsen uit het leven eener verpleegster in een stedelijk gasthuisToon afbeelding van titelpagina van Zuster Clara. Schetsen uit het leven eener verpleegster in een stedelijk gasthuis

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.35 MB)

ebook (2.73 MB)

XML (0.09 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Zuster Clara. Schetsen uit het leven eener verpleegster in een stedelijk gasthuis

(1892)–J.P. Reynvaan–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige
[pagina 75]
[p. 75]

Hoofdstuk IX.

De laatste dagen van zuster Clara's leven in het ziekenhuis waren aangebroken; weldra zouden de twee jaren, die zij zich daar verbonden had, verstreken zijn en haar verblijf in het oude gasthuis tot het verledene behooren.

Reeds lang had Clara zich rekenschap gegeven van de smart, die haar het heengaan kosten zou.

Zij had nieuwe banden van vriendschap aangeknoopt, die niet zoo gemakkelijk waren los te maken; zij had zich een lid gevoeld van het huisgezin, dat na haar vertrek evengoed zijn gewonen gang zou gaan.

‘Zal men mij missen?’ Niet zonder weemoed vroeg Clara zichzelf af, of dit het geval zou zijn. Zij had reeds meerdere zusters het huis zien verlaten, en zoo vaak had zij opgemerkt, dat de ledige plaats onmiddellijk werd ingenomen door een volgende.

[pagina 76]
[p. 76]

Wat zou er overblijven van dat lijden en strijden, dat liefhebben en genieten, dat haar deel was geweest in den tijd, die nu achter haar lag?

Zij had haar plannen voor de toekomst met diegenen besproken, die het best raad haar konden geven. Haar besluit was nu genomen; zij zou haar lievelingswensch vervuld zien; als ‘wijkzuster’ had zij zich aangemeld en een aanstelling ontvangen.

Het was de laatste middag van haar verblijf vóór haar vertrek.

Met de andere zusters had zij nog het middagmaal gebruikt; zij had het geheele gebouw, al die oude zalen, waar zij gewerkt had, nog eens doorloopen; zij had afscheid genomen van zoovelen, die haar kenden, het laatst op haar eigen zaal.

‘Zuster’, had een oud mannetje den vorigen avond gezegd, ‘zuster, ik hoop dat ik dood zal zijn, eer ge weggaat’....... Dien morgen was hij gestorven. Zij had hem helpen afleggen, enkele bloemen, haar tot afscheid geschonken, in zijn magere, rimpelige handen gelegd; het was het laatst wat zij op de zaal verricht had.

Peinzend liep zij de lange laan op en neder, die van het houten hek naar het voor den nieuwen bouw opgehoogde terrein voerde.

De zon was reeds aan 't dalen; nog even verlichtte

[pagina 77]
[p. 77]

zij de groote boomen, met enkele bruin geworden bladeren getooid, droeve herinneringen aan den verstreken zomer.

Clara zag het niet. De oogen door tranen verduisterd, met angst het oogenblik verschuivende, dat zij gaan moest, zich vastklemmende aan de herinnering van elke gebeurtenis, die zij in de twee laatste jaren had doorleefd, kon zij niet besluiten, naar het huis terug te keeren.

‘Hebt gij spijt, Clara, dat gij gaat?’ vroeg een zachte stem achter haar.

‘Neen, Ida! Ik wist, toen ik mij voornam mijn taak elders voort te zetten, hoeveel het mij kosten zou, van hier te vertrekken. Een gedeelte van mijn hart blijft hier achter. Met een gevoel van dankbare droefheid scheid ik uit deze omgeving, waar van kind ik mensch geworden ben’.........

...................

...................

...................

Het rijtuig, dat zuster Clara kwam halen, stond te wachten.

De drukte van het afscheid van zoovelen, die haar omringden, benauwde haar; het was haar onmogelijk, iets te zeggen.

Zonder woorden stapte zij het rijtuig in. Een laatst

[pagina 78]
[p. 78]

vaarwel, een laatste blik nog, en voort ging het, langs het oude brugje, denzelfden weg, vóór twee jaar in tegenovergestelde richting genomen, het nieuwe, werkzame leven, dat haar wachtte, tegemoet.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken