Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Stijfkopje op school (1904)

Informatie terzijde

Titelpagina van Stijfkopje op school
Afbeelding van Stijfkopje op schoolToon afbeelding van titelpagina van Stijfkopje op school

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.22 MB)

Scans (8.85 MB)

ebook (3.22 MB)

XML (0.39 MB)

tekstbestand






Vertaler

M.A. de Goeje



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Stijfkopje op school

(1904)–Emmy von Rhoden–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[13]

Het was een sombere Zondag, die op het bal volgde. Toen de jonge meisjes, nog geheel vervuld van hunne herinneringen, den volgenden morgen aan het ontbijt zaten, trad juffrouw Güssow binnen. Dadelijk zweeg het vroolijk gebabbel, haar bleek geschreid gelaat voorspelde niets goeds. Ilse en Nellie waren haar terstond ter zijde, zij hadden onmogelijk aan de praatjes der anderen deel kunnen nemen.

‘Hoe is het?’ vroeg Ilse met flauwe hoop.

De aangesprokene schudde het hoofd en hare oogen vulden zich opnieuw met tranen. ‘Niet beter,’ zeide zij. ‘De temperatuur is buitengewoon hoog en gij moet u op het ergste voorbereiden. Ik deel je dit mee, meisjes, opdat je niet al te veel schrikken zult, wanneer -’ Zij kon den zin niet eindigen, tranen verstikten hare stem.

Onder een doodelijke stilte werd dit bericht ontvangen. Toen echter Ilse luid begon te snikken, verhief zich een algemeen gejammer. Geen oog bleef droog bij de gedachte, dat zij hunne kleine lieveling zouden moeten afstaan.

[pagina 168]
[p. 168]

Toen juffrouw Güssow de kamer verliet, snelde Ilse haar na.

‘Och, laat mij bij haar,’ bad zij.

De onderwijzeres kon dezen wensch niet vervullen. ‘Je moogt haar niet weerzien. Ilse,’ zeide zij, ‘zij is zoo veranderd, dat er je een te treurige indruk van zou bijblijven.’

Zij kuste het troostelooze meisje en keerde in de ziekenkamer terug, die juffrouw Raimar sedert middernacht niet verlaten had.

Toen Ilse de eetzaal weer binnentrad, stond Mis Lead gereed om naar de kerk te gaan met het gezangboek in de hand. Zij dreef tot spoed aan, daar het hoog tijd was.

‘lk kan vandaag niet, Miss Lead,’ antwoordde Orla, die zich tegen hare gewoonte in geheel door haar gevoel liet beheerschen, ‘ik kan niet!’

‘Ik ook niet! Ik ook niet!’ verklaarden de overigen. Zelfs Rosi, altijd zoo zacht en schrikkelijk, vroeg vergunning insgelijks thuis te blijven. ‘Ik ben zoo zenuwachtig en zou toch niet aandachtig naar de preek kunnen luisteren,’ voegde zij er bij.

‘Ik begrijp u niet,’ sprak de Engelsche verbaasd. ‘Is Gods huis niet de beste plaats voor een bedroefd hart? Zegt de Heer niet: “Komt allen tot mij, die vermoeid en belast zift, en ik zal u rust geven!” Ik ga en zal voor de zieke bidden, misschien verhoort de Heer mijn gebed.’

Zij ging, alleen vergezeld door de Engelsche kostmeisjes, die in haar streng geloovig gemoed de inzichten der leerares deelden. Nellie alleen bleef thuis. Niet omdat zij minder geloovig was - o neen! Zij had een kinderlijk vroom hart, maar zij bezat tevens eene fijngevoelige, warme natuur; het

[pagina 169]
[p. 169]

zou haar onmogelijk geweest zijn het huis te verlaten op dit oogenblik, nu de engel des doods er misschien weldra zijn intocht kon houden

‘Ik zal ook bidden,’ zeide zij zacht, knielde op den achtergrond der kamer neer, legde de gevouwen handen op een stoel en boog het hoofd daarover heen. In deze houding bracht zij geruimer tijd door en bad vurig tot God, dat Hij Lilli in het leven mocht behouden. Haar in de sterren stond het anders geschreven. Tegen den avond wierp de directrice plotseling de vensters in het ziekenvertrek wijd open - Lilli was niet meer. Zacht had de engel des doods haar op het voorhoofd gekust en haar weggedragen naar zijn rijk. Als een rustig sluimerend kind lag zij daar, de pijnlijke trek op haar gezichtje was verdwenen en een glimlach speelde om de half geopende lippen.

De beide onderwijzeressen stonden zwijgend en met gevouwen handen bij het bed en konden de oogen niet van de kleine doode afwenden. De avondzon wierp een zachtrood schijnsel op de fijne trekken en in den reeds uitbottenden appelboom voor het venster zong een lijster zijn welluidend avondlied - buiten het ontwakende lenteleven - hier de teedere menschenkuop - gebroken, eer hij zich geheel had kunnen ontplooien.

‘Zoo vroeg en in den vreemde moest je sterven, arm kind!’ zeide juffrouw Güssow eindelijk.

‘Zij voelde zich gelukkig en thuis bij ons,’ antwoordde juffrouw Raimar. ‘Haar eigenlijk tehuis was haar vreemd geworden. Zij heeft niet eens naar hare moeder gevraagd.’

‘Hoe lief ligt zij daar, men zou zweren dat zij nog leefde en ademhaalde. O, zij ia gelukkig!’ En plotseling boog de

[pagina 170]
[p. 170]

jonge leerares zich snikkend over Lilli heen en kuste het koude voorhoofd. ‘Slaap wel, slaap wel, dierbaar kind! God had je lief, daarom nam hij je tot zich!’

Kracht, lieve Lotte,’ vermaande juffrouw Raimar, terwijl zij haar de hand op den schouder legde, ‘ons wacht nog een zware taak, de meisjes met het droevig uiteinde bekend te maken. Wij moeten het hun zoo kalm mogelijk mededeelen, om ze niet al te zeer te ontroeren.’

Maar de reeds gespannen zenuwen werden toch heftig ontroerd door de tijding, en vooral Ilse gaf zich teugelloos aan hare smart over. Zij meende te zullen sterven. Nog nooit had zij zich zoo ongelukkig gevoeld als in den eersten nacht na Lilli's dood, zelfs niet, toen zij haar vader zag wegrijden, en zij verlaten aan de deur van dit toen nog vreemde huis stond.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken