Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De eindeloze jaren zestig (1995)

Informatie terzijde

Titelpagina van De eindeloze jaren zestig
Afbeelding van De eindeloze jaren zestigToon afbeelding van titelpagina van De eindeloze jaren zestig

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.16 MB)

XML (0.84 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De eindeloze jaren zestig

(1995)–Hans Righart–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Geschiedenis van een generatieconflict


Vorige Volgende

3 Besluit: het precaire evenwicht tussen traditie en moderniteit

We beschikken nu over een soort chronologie van de belangrijkste veranderingen in naoorlogs Nederland. Welke voorlopige conclusies kunnen hieraan verbonden worden over aard en oorzaken van ‘de jaren zestig’? Mijns inziens bestond er aan het einde van de jaren vijftig een zeer precaire balans tussen traditie en moderniteit, tussen het oude en het veranderende. Wat op het eerste gezicht stabiel en onveranderlijk leek, was in feite al tijdens de jaren vijftig ondermijnd geraakt. In de jaren zestig kwam daar nog een aantal nieuwe ontwikkelingen bij, die samen de balans definitief ten gunste van het nieuwe deden doorslaan. Die omslag droeg de schijn van radicaliteit en abruptheid, maar was lang tevoren in stilte voorbereid. Het breukkarakter en de heftigheid van die jaren werden nog versterkt door een dynamiek, die in de eerste naoorlogse decennia grotendeels onopgemerkt was gebleven, maar zich in de jaren zestig in alle hevigheid zou manifesteren: de polariteit tussen twee generatietypen, namelijk het vooroorlogse en het naoorlogse.

Aan het einde van de jaren vijftig zou ik twee Nederlanden willen onderscheiden: het direct waarneembare Nederland, dat voor een belangrijk deel een façade was, en een Nederland dat daarachter verscholen ging en belangrijk afweek. Wie naar het eerste Nederland anno 1959 kijkt, ziet op het eerste gezicht een stabiel, traditioneel, streng verzuild en sterk verkerkelijkt land.

Tot 1960 was de organisatorische groei van de verzuiling alleen maar toegenomen en het machtsoverwicht van de confessionele poli-

[pagina 71]
[p. 71]

tieke partijen maakte een volstrekt onbedreigde indruk. Van politieke vernieuwing of onrust was geen sprake en Nederland werd geregeerd door een grotendeels vooroorlogse generatie van politieke leiders. Er werd door de bevolking nog altijd zeer hard gewerkt en er was weinig vrije tijd beschikbaar. De reële inkomens van de massa loontrekkenden lagen verhoudingsgewijs laag en in de (verzuilde) sociaal-economische verhoudingen heerste een geest van overleg en harmonie. Het numeriek grootste kerkgenootschap, dat van de rooms-katholieke kerk (veertig procent), oogde stabiel en had zijn aandeel onder de Nederlandse bevolking sinds 1947 zelfs nog met twee procent doen toenemen. Wie naar de wetgeving keek en zijn oor te luisteren legde bij geestelijke en politieke leiders, kon in het denken over seksualiteit, de betekenis van het huwelijk en de relaties tussen mannen en vrouwen geen enkele verandering bespeuren.

Achter deze façade van rust en onbeweeglijkheid lag echter nog een ander Nederland. Het was een Nederland waarin een vijfde van de bevolking zichzelf als onkerkelijk beschouwde, waarin de Nederlands-hervorm de kerk, ooit het grootste en cultureel dominante kerkgenootschap, sinds de eeuwwisseling vrijwel gehalveerd was en in 1960 een randkerkelijkheid van meer dan zestig procent kende. Het was een Nederland waarin de geruisloze en veel minder spectaculaire geloofsafval in het katholieke kamp gemaskeerd werd door de geboortenaanwas en waar, ondanks de vijftig zetels die de kvp bij de Tweede-Kamerverkiezingen van 1963 behaalde, het percentage kvp-stemmers op het totaal aantal katholieken tussen 1948 en 1963 van 90 naar 85 was teruggelopen.

In dit verborgen Nederland was onder de dikke deken van de preutse natie het huwelijksvruchtbaarheidscijfer sinds de tweede helft van de jaren vijftig dalende, nam het aantal gedwongen huwelijken en waarschijnlijk ook het voorechtelijk seksueel verkeer toe. Door de naoorlogse babyboom was er een groot aantal jonge mensen in dit Nederland, die in de jaren vijftig op grote schaal naar school gingen en van wie een deel in de jaren zestig de universiteiten zou gaan bevolken. De samenleving waarin deze kinderen opgroeiden, leek in veel opzichten op de samenleving waarin hun ouders voor de oorlog waren opgegroeid, maar vertoonde voor wie het wilde zien ook onmiskenbare verschillen, zoals de snelle industrialisatie, die niet alleen een leegloop in de agrarische sector veroorzaakte, maar ook het aanzien van Nederland sterk veranderde. Het naoorlogse Nederland met zijn gemoderni-

[pagina 72]
[p. 72]

seerde infrastructuur was aanzienlijk urbaner en mobieler dan het vooroorlogse. De naoorlogse ‘industriële revolutie’ begon in de jaren vijftig een economische groei te genereren, die zich in de ogen van de werknemers steeds minder verdroeg met de gematigdheid, de zelfbeheersing en de opofferingsgezindheid die regering, werkgevers, maar ook hun eigen belangenbehartigers aanhoudend van hen vroegen. Het keurslijf waarin hun groeiende aspiraties geperst werden, maakte zich voelbaar in onderhuidse frustraties, de sinds 1959 neergaande lijn van de sociaal-democratie en het ledenverlies van de vakbonden.

Wie de beelden van deze twee Nederlanden over elkaar heen legt, valt op hoe uiterst precair en delicaat de balans tussen traditie en moderniteit aan het einde van de jaren vijftig is. De voorgevel van het huis staat nog stevig overeind en lijkt volkomen intact, maar ondertussen zijn de fundamenten flink aan het verzakken, zitten in de achtermuur scheuren en vreet de rot in het houtwerk.

Vanaf 1960 steekt een storm op rond dit reeds sterk ondermijnde huis. Nieuwe krachten brengen flinke schade toe, maar zij konden dat omdat het huis reeds in een vervallen staat verkeerde. Die nieuwe krachten worden gevormd door een spreiding van de welvaart en als gevolg daarvan een snelle verbreiding van consumptieartikelen met een diepgaande invloed op de levensstijl van miljoenen gewone Nederlanders: televisies en auto's, respectievelijk verantwoordelijk voor revoluties in communicatie en mobiliteit. Ook nieuw is de groei van het vrije-tijdsdomein, die door de werknemers gelijktijdig met de inkomensstijging afgedwongen wordt. En met de toegenomen financiële mogelijkheden kan men die nieuwe vrije tijd ook anders invullen dan tot dusver: met televisiekijken, uitstapjes en vakanties per bromfiets of auto, op de hoek van de straat hangend luisteren naar rock ‘n’ roll- muziek via transistorradio's, of door middel van grammofoonplaten op de nieuw aangeschafte pick-up. En de vrijwel onzichtbaar gegroeide veranderingen in het seksuele gedragspatroon mogen zich nu verheugen in een toenemende permissiviteit en de nieuwe contraconceptieve mogelijkheden die de pil biedt.

Die nieuwe krachten bliezen de vermolmde luiken van het huis open, lieten vrijwel niets van het oude meubilair op z'n plaats en woeien vreemde dingen van buiten naar binnen. En tot overmaat van ramp kregen op hetzelfde moment de bewoners van het huis ruzie met elkaar. De kinderen besloten de bouwval te verlaten en de wijde wereld in te trekken, hun ouders raapten nieuwsgierig de nieuwe, vreemde

[pagina 73]
[p. 73]

voorwerpen op, richtten de gehavende huiskamer opnieuw in en fatsoeneerden het buitenwerk zo goed en zo kwaad als het ging. Maar de opgestoken storm zou nog verder aanzwellen en nog jaren duurde het voor de wind weer ging liggen en de kinderen terugkeerden. Zij vonden een huis dat onherkenbaar veranderd was en hun ouders leken wel andere mensen te zijn geworden. Niemands leven was meer zoals vroeger, ook dat van de kinderen niet.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken