Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De hedendaagsche bankroetier achterhaalt (ca. 1713)

Informatie terzijde

Titelpagina van De hedendaagsche bankroetier achterhaalt
Afbeelding van De hedendaagsche bankroetier achterhaaltToon afbeelding van titelpagina van De hedendaagsche bankroetier achterhaalt

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.36 MB)

Scans (2.59 MB)

XML (0.09 MB)

tekstbestand






Genre

drama

Subgenre

klucht


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De hedendaagsche bankroetier achterhaalt

(ca. 1713)–Frans Rijk–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Tiende tooneel.

Johanna, Jannetje.
Jannetje.
 
HOe! wat is dit te zeggen, Juffrouw? hoe ben je zoo moeijelyk van geest?
 
Ben je van je Vryer Reinhart niet wel getroost geweest?
 
Of heeft Papa en Mama ook op je gekeeven?
[pagina 37]
[p. 37]
Johanna.
 
Och! ik ben de ongelukkigste mensch, die 'er op de waereld kan leeven.
Jannetje.
 
Zeg me, wat 'er in de weg is; vallen je Ouders je wat te strat?
Johanna.
 
Och! dat de dood maar quam, en sleepte my in 't graf!
Jannetje.
 
Hoe! wou je sterven, Juftrouw? je behoorde eerst eens te trouwen.
Johanna.
 
Och, Jannetje, dan zou ik die schande niet aanschouwen!
Jannetje.
 
Wat schande? zeg het my.
Johanna.
 
Ik bid u, vergt het my niet.
 
Och! Reinhart, och! hoe zal 't u treffen, als gy 't ziet!
Jannetje.
 
Wat reutel je van Reinhart? is die u ook te na gekomen?
 
Wy zyn meisjes onder malkander, voor my behoef je niet te schroomen.
Johanna.
 
Zou ik my, met een Vryer, zoo ver te buiten gaan? dan waar ik wel zot:
 
ô! Neen; 't is heel wat anders.
Jannetje.
 
Wel wat is het dan?
Johanna.
 
Papa is bankrot.
Jannetje.
 
Bankrot, Juffrouw, zyn dat juist zulke bedroefde zaaken?
[pagina 38]
[p. 38]
 
Dat doet men nu veel, om zich zelven, en zyn kindren, ryk te maaken.
 
Voor my, het zou my leed zyn', dat ik daar een traan om liet.
 
Dat het schadelyk aan je huwelyk zal zyn, geloove ik niet,
 
Want ik meen, dat jy, en Reinhart te vast verloofd zyt aan malkanderen.
Johanna.
 
Och! dat is noch zoo vast niet, of hy zou noch wel konnen veranderen.
 
En 't was zoo vreemd niet, dat zyn liefde verkeerde in louter haat;
 
Dewyl hy, by Papaas fallicement, by de twintig duizend guldens zitten laat.
Jannetje.
 
Twintig duizend guldens, Juffrouw?
Johanna.
 
Ja; voor bankgeld, dat hy op Papaas rekening al heeft afgeschreeven.
Jannetje.
 
Als Papa cessie gedaan heeft, zal hy dat geld aan zyn schoonzoon wel wedergeeven,
 
En misschien noch wel eens zoo veel huwelyks penningen daar by.
Johanna.
 
Och! myn lieve Jannetje, dat is een kranke troost voor my.
 
Naar ik zien kan, schynt hy zoo veel niet van Reinhart te houwen;
 
Want hy meent me, met kracht en geweld, aan Wouter uit te trouwen.
Jannetje.
 
Aan Wouter, Juffrouw! hoe komt Sinjeur dat ook in 't zin?
 
Die laf bek heeft immers byna noch geen hair aan zyn kin.
[pagina 39]
[p. 39]
 
Dat is geen kaerel, als ik recht uit zal sprecken, die naar Juffrouws lyf is,
 
Dewyl hy een Westfalinger, en, als een puthaak, zoo styf is.
 
Ik ben maar een meid, die met myn handen de kost winnen moet,
 
Maar eer ik my wou verbinden aan zulk een lompen knoet,
 
Liet ik me liever in een klooster, of in een gat, daar zon noch maan schynt, steeken.
 
Ik denk ook niet, dat Juffrouw zoo gek zal zyu, en laaten zich daar toe bepreeken.
Johanna.
 
Wat zal ik doen, als het Papa zoo verstaat?
Jannetje.
 
Wat zeid Mama?
Johanna.
 
Dat is een Vrouw, die zich licht overstemmen laat.
 
Maar die is 'er anders tegen.
Jannetje.
 
Tut, tut, dan zou 'k 'er niet eens voor vreezen.
 
Want gehoorzaam je dan den een, zoo moet je d'ander ongehoorzaam weezen.
Johanna.
 
Och! Jannetje, daar gaat Papa weg; want ik hoor daar iemand aan de deur.
Jannetje.
 
Gaat hy dan zoo voort na Vianen?
Johanna.
 
Neen, hy heeft een kamer gehuurt, by de Solliciteur;
 
Daar zal hy zich zoo lang onthouden, tot hy zyn vryheid weêr heeft verkreegen.
 
Ik moet eens gaan hooren, of Mama hem noch heeft konnen beweegen.
[pagina 40]
[p. 40]
Jannetje alleen.
 
Och, wat gaat my aan! nu ben ik te lydig in de klem.
 
Zy zal Wouter mogelyk trouwen, en ik ben misschien zwaar by hem.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken