Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het oude koffyhuis, of De Haagsche Mercuur gehekelt, door Pasquin, Juvenalis, en Mercurius (1712)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het oude koffyhuis, of De Haagsche Mercuur gehekelt, door Pasquin, Juvenalis, en Mercurius
Afbeelding van Het oude koffyhuis, of De Haagsche Mercuur gehekelt, door Pasquin, Juvenalis, en MercuriusToon afbeelding van titelpagina van Het oude koffyhuis, of De Haagsche Mercuur gehekelt, door Pasquin, Juvenalis, en Mercurius

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.32 MB)

Scans (2.23 MB)

XML (0.07 MB)

tekstbestand






Genre

drama

Subgenre

klucht


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het oude koffyhuis, of De Haagsche Mercuur gehekelt, door Pasquin, Juvenalis, en Mercurius

(1712)–Jacob van Rijndorp–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Zesde toneel.

Eelhart, Leonoor, Katryn, Cornelis, alle de Voorgaande.
Frederik.
 
Laet nu maer alles op myn staen,
 
't Zal, hoop ik, na myn wens vergaen.
Leonoor.
 
Ik ken heer, uw bescheidenheden,
 
Die stellen my genoeg te vreden.
Frederik.
 
Vergeef me, Heer Eelhart, dat ik u
 
Zo lang doen wachten heb tot nu.
Eelhart.
 
Myn Heer, daer is niet aen gelegen,
 
Zo gy u oogmerk hebt gekregen.
[pagina 31]
[p. 31]
Frederik.
 
O ja, het is nu alles klaer.
 
En nu, myn vrind, zo wacht ik maer,
 
Tot dat Mercurius zal komen,
 
Ik heb op 't Hof hem waergenomen,
 
Hy zeide my, dat hy hier strak
 
Zou wezen, om een pyp toebak
 
Met my te roken, daer beneven
 
Heb ik reeds order haar gegeven,
 
Dat alles vaerdig word gemaekt,
 
Het geen tot deze onze aanslag raekt.
 
Ik heb drie van de raerste quanten,
 
Van 't puikje der Comedianten,
 
Daer toe bequaam, alreede hier.
Eelhart.
 
'k Verwacht het einde met pleizier.
Frederik.
 
Maer, 'k hebje noch iets uit te leggen.
Eelhart.
 
Kom aen, wy zitten.
Frederik.
 
'K zal 't u zeggen.
 
Geef my eens koffi, maer met zoet.
Eelhart.
 
My ook een kopje.
Katryn.
 
't Is zeer goed.
Cornelis.
 
Hoor juffrouw, wilje my geloven,
 
Ze zal zich onder de as niet doven,
 
Het is een puikje, daer 'k op boog,
 
Zy is te byster zwaer en droog,
 
Maer dartig gulden moet je geven.
Leonoor.
 
Wat malle praet, ik sprak noch even
 
Een ander, die verliet ze my
 
Voor acht-en-twintig.
[pagina 32]
[p. 32]
Cornelis.
 
Loof me vry,
 
Ze zel zo strekkelyk niet wezen,
 
Het is puiks puik, ja uitgelezen,
 
Zy is zo goed in Stompwyk niet:
 
Laet jy jou raden, juffrouw, ziet,
 
Ze zel werentich hoger lopen,
 
Daerom wil vry het scheepje kopen.
Leonoor.
 
Cornelis, 't is my wat te duur.
Cornelis.
 
't Is ouwe turf, die in myn schuur
 
Nou over 't jaer al heeft gelegen,
 
Daerom bedenkje toch ter degen.
Leonoor.
 
Een gulden leg ik 'er noch by,
 
Wil jy dat doen? zo geef ze my.
Cornelis.
 
Het is te Juttig, by men zolen,
 
Get juffrouw, het zyn zulke kolen,
 
Maer jy betaelt weer wel, daerom
 
Licht ik de hand met jou; kom, kom,
 
Zeg, wanneer komt het jou gelegen
 
Om op te doen?
Leonoor.
 
Ten hallef negen
 
Precies, op morgen, later niet,
 
Bezorg dan dat het zo geschied.
Cornelis.
 
Hoor juffrouw, jy hebt maer te spreken,
 
Aan myn en zal het niet ontbreken.
Leonoor.
 
Katryn, geeft eens Cornelis wat
 
Magorum.
Katryn.
 
'k Zal.
[pagina 33]
[p. 33]
Cornelis.
 
En wat is dat,
 
Magorum? juffrouw, ik bedankje,
 
Katryn gaf my straks zulk een drankje.
 
Ik drink liefst karnemelk t'huis,
 
Als 't beste van jou drank. abuis.
 
Ik zou dan lichtelyk aan 't braken,
 
Gelyk ik flusjes deed, geraken,
 
Ik heb een rechte boere maag,
 
Die accordeert niet met den Haag.
Katryn.
 
Hoe Crelis, wel, dat is een zoopje.
Cornelis.
 
Ja, maar dat is zo weer een loopje,
 
Om myn te krygen in de val.
Katryn.
 
Wel drink dan vry, en wees niet mal.
 
Mejuffer zal je niet bedriegen.
Cornelis.
 
Je zelt me niet in slaap weer wiegen,
 
Dat goed van flus, laat zien de naam
 
Ik ben werentlyk niet bequaam
 
Om dat zo in een aam te noemen,
 
Ik durf 'er altyd niet op roemen,
 
De reuk, 't gezicht, 't gevoel, de smaak,
 
't Is al den bruy schier eene zaak,
 
Daarom zou 't juffrouw wel behoeven,
 
Dat gy eerst wou dit drankje proeven,
 
En stelde my hier in gerust,
 
Want anderzints heb ik geen lust.
Leonoor.
 
'k Drink noit geen brandewyn, Cornelis.
Cornelis.
 
Hoe brandewyn? 'k zeg, dat het veel is,
 
In deze droeve tyd van 't jaar,
 
Wel die mach ik bezonder: maar
[pagina 34]
[p. 34]
 
Jy gaaft die drank straks zulke namen,
 
Die aan geen brandewyn betamen.
 
Dat 's evenveel. Zie, dat is uit.
 
Dat goedtje dat mag ik verbruid,
 
Het was wat bitter, zo 'k niet misten,
 
En my in myne smaak vergisten,
 
Dat is tot daar en toe: vaart wel,
 
Tot morgen, dat ik turf bestel.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken