Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten. Deel 1 (1930)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten. Deel 1
Afbeelding van Gedichten. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Gedichten. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.98 MB)

Scans (8.32 MB)

ebook (3.30 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Editeur

Ferdinand Rodenbach



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten. Deel 1

(1930)–Albrecht Rodenbach–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 84]
[p. 84]

Asrafiel.Ga naar voetnoot1)

 
Hier ben ik, Asrafiel, een uit de negen koren,
 
die opstond met den Satan; nu vervloekt, verloren
 
voor de eeuwigheid met hem; maar in 't afgrijslijk lot,
 
nog altijd grootsch en stout, weerspannig tegen God.
 
Ik ben een dezer, wie Satan, ons hellekoning,
 
meer dan een enkel wezen, meer dan eene woning,
 
meer dan een stede, een land ter doemnis toevertrouwt.
 
Ik ben de helsche geest, dien Vlaandrens Engel schouwt.
 
Waneer de Kerels nog, te midden hunner vlâmenGa naar voetnoot2)
 
en op de duinen van de zee de wilde namen
[pagina 85]
[p. 85]
 
der goden hunner vaders van het Noorderstrand,
 
nog niet vergeten hadden - mij ter eer - hun hand
 
den reebok slachtte. Ja, mij was 't dien zij aanbaden,
 
en met het bloed des offers dagelijks verzaadden,
 
te Thorhout in het oode. Thor was Asrafiel.
 
Maar Tillo en Amand, en de andren wisten 't wel,
 
die kwamen prêken hier. En de ongetemde Vlamen,
 
hun hoofden bogen, en de wilde Kerels kwamen
 
rondom den priester staan om 't horken naar zijn woord
 
en 't Doopsel af te smeeken. En dan wierd gehoord,
 
door 't heilig Thorwoud, het gerucht der bijleslagen;
 
en 't reuzenbeeld van Doner wankelde op zijn schragen,
 
en stortte vreeslijk neêr; en door de wijde lucht,
 
mijn vloek weergalmde schuw met donderend gerucht.
 
Want Asrafiel, de helsche geest, was overwonnen.
 
Hij worstelde wel nog vol wanhoop; maar de zonne
 
schong eindlijk hel en klaar; en hij, die 't donker mint,
 
moest weg uit Vlaanderen...
voetnoot1)
Asrafiel, de booze geest door Satan aangesteld om Vlaanderen te verderven, zou in het spel: ‘De Wacht over Vlaanderen’ de franschsprekende rol van den vijand vervangen. Slechts dit begin werd gedicht (in 1875, als Albrecht nog in de dichtschool was). Naar de nota zouden Asrafiels' gedaanten zijn: de fransche dwingelandij, de franskiljon, en de ‘vlaamschgezinde’ geus. Hier ligt in kern zijn grootsch ontwerp: ‘Het Tooneel van Vlaanderen’ en zelfs het nog grootscher ontwerp, zijn ‘Humana Comaedia.’
'k Wil een gedenkstuk stichten - d' Heer mij krachten gaf. Herleeft gij, 't weze uw halle, sterft gij, 't weze uw graf.
Die twee verzen zijn de synthesis voor een algemeen prologus tot ‘Een Gedenkstuk aan Vlaanderen.’
 
Liefde en erkentenisse.
 
Eene lesse voor zijne zonen.
 
Een misprijzen op zijne vijanden.
 
Eene schande voor de ontaarden.
 
Herschepping van het tooneel.
 
Hulde aan God en Kerke.
 
(en moet het daarom vallen, het valle)
Moet Vlaanderen sterven, dat zijn roem toch geschreven en gedicht zij, die in zijne verwaarloosde gebouwen... enz. begraven ligt, en in de velden van Kortrijk, Kassel en Pevelberg.
Dat het sterve, kennende zijnen roem, en, alzoo, in zijne fierheid zich omhullend, lijk de vallende krijger in zijne vane!
(Uit zijn: Wahrheit und Dichtung.)
voetnoot2)
Vlamen, vlademen, vladen, vlanden - bloote vlakten met kreken, moeren en waterplassen er tusschen. Vandaar Vlaanderen, Vlaming.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken