Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Keurgedichten (1919)

Informatie terzijde

Titelpagina van Keurgedichten
Afbeelding van KeurgedichtenToon afbeelding van titelpagina van Keurgedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.83 MB)

Scans (8.30 MB)

ebook (3.21 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Editeur

Cyriel Verschaeve



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Keurgedichten

(1919)–Albrecht Rodenbach–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 63]
[p. 63]

Fierheid.

 
Sinds lang bevocht de grave Gent de vrije stede,
 
en grave en Gentenaars verlangden naar de vrede;
 
men staakte moord en brand, en op een zekeren dag,
 
ter vrije vreê gereed en eerelik verdrag,
 
reên Gentenaars, gemanteld en in 't goud geregen,
 
den hertog-graaf Filip aldoor de velden tegen.
 
't Klaroen schelt in de verte en Gents gezanten staan.
 
Te midden stuivend stof naart statig langs de baan
 
de trotsche grave en rond hem, prachtig om te aanschouwen,
 
de bonte stoet der heeren en der edelen vrouwen.
 
De Gentsche poorters, fier en hunner stede weerd,
 
begroetten heusch den stoet, maar bleven op hun peerd.
 
En prachtig reed de schare binnen Doorniks wallen,
 
en spreidde bont en wemelend door de wijde hallen
 
rondom den gouden zetel waar met trotschen zin
 
ging tronen d'hertog met der lieve gemalin.
 
De Gentsche poorters kwamen, en een hunner zeide,
 
daar hij, met hoofschen groet, een handschrift openleide:
 
‘Heer grave, vrouw gravin, u groet uw goede steê,
 
en biedt u, zoo 't u mag gelieven, deze vreë,’
 
en las het pergament. De grave in korte rede
 
zei alles was hem wel en dat hij schonk de vrede.
 
‘Maar,’ voegde hij er bij. ‘daar ge ongehoorzaam en
[pagina 64]
[p. 64]
 
weêrspannig zijt geweest mij die uw heere ben,
 
zoo zult gij knielen om de vrede die 'k belove.’
 
Die grave was een waal gekweekt ten franschen hove.
 
De Gentenaars en roerden niet, en eenen stond
 
was alles stille en zweeg verwachtend in het rond.
 
‘Heer graaf,’ zei een gezant, ‘geen een van ons wil knielen.’
 
Filip, vrij spreken ongewend en vrije zielen,
 
schoot uit en riep: ‘Dan krijgt gij mijne vrede ook niet!’
 
Zijn vlaamsche gemalin een zucht ontsnappen liet
 
en keek, half wonderend, half bedrukt, naar de gezanten.
 
De hovelingen wezen hun van alle kanten
 
dat zij op staanden voet den knieval zouden doen:
 
want d'hertog beefde er bij. Maar kalm, gerust en koen,
 
de Gentsche poorters spraken hem in korte rede:
 
‘Heer grave, geef bescheid! Wat melden wij der stede?’
 
De hovelingen morden grimmig: ‘Ongehoord.’
 
De hertoginne keek bedrukt en sprak geen woord.
 
Filip schoot woedend uit, verweet den Gentenaren,
 
al wat men in Parijs van Vlaanderen wist te maren,
 
verweet hun hoeveerdij en wederspannigheid,
 
maar bovenal dier ijzeren koppen koppigheid,
 
en: ‘Laat ons proeven wie van ons zal koppigst blijven,’
 
riep hij, ‘of neen, hoe ver ge uw koppigheid zult drijven!
 
Den knieval of den oorlog onverbiddelik!’
 
- 't Waar': ‘knieval of de dood,’ ons antwoord bleef gelijk.’
 
Het antwoord hong ter lip, maar de edele gravenede
 
zeeg bij Filip ten gronde en zuchtte smeekend: ‘Vrede.’
 
Filip keek neder en het zoete wezen zag
 
dat smeekend, bijna weenend, hem te voete lag,
 
en voelde liefde en woede worstelen in zijn ziele.
[pagina 65]
[p. 65]
 
‘Sta op’, sprak hij bewogen, maar zijne oogen vielen
 
op 't kalm gelaat der Gentsche poorters daar voor hem,
 
en schoten schichten. Maar weêr bevend klonk de stem
 
der lieve tedere vrouw die zuchtte en smeekte: ‘Vrede!’
 
Filip en kon niet meer. ‘O trotsche, trotsche stede,’
 
sprak hij, ‘gaat aan, en dankt uw vreê mijn gemalin.’
 
En groetend hoofsch hun grave en dankbaar hun gravin,
 
gerust en kalm vertrokken de edele Gentenaren.
 
Helaas, waar is der Ouderen fierheid nu gevaren!

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken