Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Keurgedichten (1919)

Informatie terzijde

Titelpagina van Keurgedichten
Afbeelding van KeurgedichtenToon afbeelding van titelpagina van Keurgedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.83 MB)

Scans (8.30 MB)

ebook (3.21 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Editeur

Cyriel Verschaeve



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Keurgedichten

(1919)–Albrecht Rodenbach–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 119]
[p. 119]

Vaarwel.Ga naar voetnoot1)

 
De wereld in, gij Liedjes en Gedichten
 
der eerste jeugd, en, vraagt men wie ge zijt
 
en wat gij, vreemdelingen, doen komt, antwoordt,
 
en zegt met vroeden zin, want u ook past
 
het peilend denken, kinders van gevoel
 
en scheppende begeestering: ‘Wij zijn stralen
 
uit Leven en Natuur geschongen, vonken
 
die onze dichter uit de keien sloeg
 
langs zijne bane; klanken afgeluisterd
 
uit die onduidelike harmonie
 
van hemel, veld en zee en zielen wereld. -
 
Wat ware zonder 't Licht het bont Heelal?
 
Wat zijn der velden vrolike geruchten
 
den wandelaar, indien hen zijne ziel
 
niet vatten en tot harmonie'n kan smelten?
 
Wat is het Leven zonder Oorbeeld en
 
Poësis? O, eene onvolledigheid,
 
eene ijdelheid waarin de zielen kwijnen
 
verdord. En toch roept de ingeboren weêrklank
 
des Vloeks die eens het wroetelend Menschdom sloeg
 
en schreeuwt het zingend Oorbeeld tegen, en
[pagina 120]
[p. 120]
 
vol onbewuste wanhoop pijnt hij om
 
het buiten ziel en leven te verbannen,
 
zijn eigen tot een straf: gelijk die boeters
 
in 't heimelik en somber Heidendom
 
die, dansend voor een goddelik wangedrocht,
 
in bloeddolheid hun eigen lijf verminken.
 
Wij komen, stemmen van het Oorbeeld, wij,
 
voor wie ons hooren wilt ons liedje zingen.’
 
Zoo zult gij spreken, en vaarwel daarmede,
 
o Dichten jong en licht: ons roept de tijd
 
tot hooger peil en zwaarder bezigheid.
voetnoot1)
Slotgedicht in de ‘Eerste Gedichten.’

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken