Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De sprong van Münchhausen (1959)

Informatie terzijde

Titelpagina van De sprong van Münchhausen
Afbeelding van De sprong van MünchhausenToon afbeelding van titelpagina van De sprong van Münchhausen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.07 MB)

Scans (12.16 MB)

XML (0.50 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen
kritiek(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De sprong van Münchhausen

(1959)–Paul Rodenko–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 11]
[p. 11]

1 De functie van het boek in de samenleving

Stelt men de vraag naar de functie van het boek in de samenleving, dan dient men aan de beantwoording van deze vraag twee andere vooraf te doen gaan: welke samenleving? en: welke boeken? Het is duidelijk, dat het boek in een alfabetisch land als Nederland een geheel andere rol speelt dan b.v. in een land als Egypte, waar de grote meerderheid der bevolking lezen noch schrijven kan; een verschil dat zeker niet alleen kwantitatief van aard is. En het is evenzeer duidelijk dat een boek van Amy Groskamp-Ten Have als ‘fait social’ een geheel ander gedragspatroon vertoont dan een gedichtenbundel van Remco Campert.

Wanneer wij nu uitgaan van onze huidige samenleving en differentiaties van ‘het boek’ voorlopig terzijde laten, kunnen wij zeer in het algemeen zeggen, dat boeken een veelgevraagd gebruiksartikel vormen, dat economisch via de normale weg: producent-groothandel-kleinhandel, de verbruiker bereikt. In dit opzicht verschilt het boek dus niet van andere verbruiksartikelen als aardappelen, scheerzeep of parfums. Gaat men de secundair-economische gevolgen, of als men wil: de sociale actieradius, van het boek na, dan doen zich echter al spoedig aanmerkelijke verschillen voor zowel ten opzichte van andere verbruiksgoederen als binnen het verschijnsel ‘boek’ zelf. Een geraffineerd parfum zal de maatschappij wel eens indirect met een nieuwe burger verrijkt hebben, en het gebruik van een bepaald merk scheerzeep schijnt, mag men de producent geloven, menigeen van putjesschepper tot vice-admiraal of multimiljonair bevorderd te hebben; boeken echter hebben niet alleen de levensstijl van hele volkeren veranderd, maar revoluties teweeggebracht die tot in de verste uithoeken van de aarde voelbaar waren.

Zo boeken zich dus al, in hun fysisch aspect, keurig volgens de marktwetten gedragen, vormen zij anderzijds een soort koekoekseieren in het nest der economie: ‘Das Kapital’ bleef als handelsartikel immanent aan de toenmalige economie, maar niettemin betekende het verschijnen van dit boek het begin van een totale ontwrichting van het heersende economische stelsel. Wij kunnen dus zeggen dat het boek, in tegenstelling tot andere verbruiksgoederen, krachtens zijn wezen de economische cyclus transcendeertop dezelfde wijze als de mens, anders dan hond of aap, de biologische cyclus transcendeert. En evenals juist deze vrijheid de mens

[pagina 12]
[p. 12]

de mogelijkheid biedt, niet alleen tot de hoogste toppen te stijgen, maar ook in de diepste afgronden te storten, zo leidt ook de transcendentie-mogelijkheid van het boek ten opzichte van de economie tot de genade van ‘Tempel en Kruis’ of ‘Herfsttij der Middeleeuwen’ enerzijds, tot de zondeval van de streekroman of, nog dieper, de beeldroman - het zwartste fascisme in de wereld van het boek - anderzijds. En dezelfde existentiële crisis die de mens op het ogenblik doormaakt, wiens bestaan zelf door de uitvinding van de atoomwapens bedreigd wordt, beleeft ook het boek: radio en televisie kan men de A- en de H-bommen van de boekenwereld noemen; wapens overigens die eveneens door het boek zelf in de wereld zijn gebracht, want het zijn ten slotte boeken die het materiaal voor deze uitvindingen hebben geleverd.

Nu heb ik hierboven het accent vooral gelegd op de ‘gevaarlijke’ aspecten van het boek, op de sociale en geestelijke omwentelingen die het teweeg kan brengen. Hoe rijmt zich dit echter met de knusse, huisbakken adverteertechniek van het boekenbedrijf, dat ‘boekskes’ het liefst met veilige ‘hoekskes’ in verband brengt? Er bestaat hier inderdaad een merkwaardige paradox; terwijl, wanneer men voor het boek in het algemeen propaganda maakt, voornamelijk de positief-sociale aspecten van ontspanning (met een goed boek aan het haardvuur) en leerzaamheid (carrière maken) naar voren worden geschoven, wordt het bij de aankondiging van individuele boeken - vooral in Amerika is men daar sterk in - meer en meer gebruik het gevaarlijke en onrustbarende van het boek te beklemtonen: men kondigt boeken aan als ‘dynamiet’, men belooft de lezer slapeloze nachten, men verzekert hem dat hij zich na lezing van het onderhavige boek zo klein, naakt en akelig als nooit te voren zal voelen, enz. enz. Psychologisch is deze paradox zeer wel verklaarbaar. Het morele masochisme vormt - verscheidene auteurs hebben er reeds op gewezen - een der kenmerkendste aspecten van onze tijd, gevolg waarschijnlijk van geestelijke stuurloosheid; een masochist echter heeft altijd een pretext nodig om zich te laten kwellen: wil men dus op dit punt lezers vangen, dan vormt één bepaald boek een pretext (‘het schijnt zo goed te zijn’), ‘het’ boek niet. Een andere kant van de zaak is deze: het adagium ‘met een boekske in een hoekske’ (ontleend aan Thomas à Kempis) is al eeuwen oud en stamt uit een tijd waarin het gevaar, dat er in boeken school, voor de heersende klasse zoveel mogelijk gecamoufleerd moest worden; het onschuldige hoekske was dus een manoeuvre van clercken om de aandacht van de wereldlijke machthebbers af te leiden. Dat boeken thans openlijk als ‘dynamiet’ worden aangeprezen, levert alleen maar het bewijs, dat boeken in

[pagina 13]
[p. 13]

onze huidige (westerse) samenleving geen dynamiet meer zijn, althans veel van hun oorspronkelijke gevaarlijkheid hebben ingeboet.

Men dient dit natuurlijk in de eerste plaats als winst te beschouwen: ideeën zijn tegenwoordig vrij en kunnen in vrije wisselwerking met andere ideeën treden; het is de functie van het boek, deze dialoog in stand te houden. Nu heeft het boek echter niet alleen een ‘dynamiterende’, maar ook een conserverende kant; het ‘hoekske’ van de clercken, als plaats van bezinning, ook al moge het als afleidingsmanœuvre geëxploiteerd zijn, is wel degelijk een libreske realiteit. Men kan aan het boek in het algemeen drie aspecten onderscheiden, die ik zou willen noemen: het faustische, het apollinische en het proteïsche, ofwel: idee, vorm en de metamorfose der verbeelding. In het algemeen treedt bij een wetenschappelijk of filosofisch werk het faustische element het meest op de voorgrond, bij een dichtwerk het apollinische en bij een roman het proteïsche.

Het apollinische aspect van een boek nu is feitelijk het belangrijkste: het is de vorm, de taalkundige formulering, die een idee tot idee, een romanfiguur tot figuur maakt. En de democratische ontwikkeling, die het boek zijn ‘gevaarlijkheid’ ontnomen heeft, heeft het tevens iets anders ontnomen, iets dat ik zou willen noemen: de ‘magie’ van het boek. Zolang boeken nog in kleine oplagen verschenen en alleen door een kleine kring van geletterden gelezen werden, hadden zij iets sacraals: voor de geletterden zelf door hun kostbaarheid en schaarste, terwijl zij voor het ongeletterde volk dezelfde betekenis hadden als voor een neger de attributen van zijn medicijnman. Deze sacrale sfeer kwam de kwaliteit van het boek ten goede: schrijvers, drukkers en lezers behandelden het boek met gelijk respect. De algemene leerplicht heeft het boek thans ‘entgöttert’, geseculariseerd; het boek is simpel medium geworden, het heeft geen zelfstandige waarde, maar dient alleen tot het doorgeven van gedachten. Misschien zal menigeen zeggen: een gezonde ontwikkeling, want ten slotte is een boek enkel medium, evenals een telefoon of een radio; voor een wilde heeft een radio ook iets magisch’, maar wij zijn toch geen wilden meer! Wel, wanneer wij de zienswijze van de neger deelden, zou er in ieder geval verstandiger taal uit de radio komen: wij zouden er meer respect voor hebben. En dit is dan ook het grote gevaar van de secularisering van het boek: met het respect voor het boek verliest men het respect voor de taal, voor de vorm. Van de litteratuur eist men tegenwoordig ‘waarheid’, geen ‘woordkunst’; maar wat is een waarheid wanneer men haar niet formuleren kan? Een slordige generalisatie;

[pagina 14]
[p. 14]

en onze wereld dreigt dan ook steeds meer een wereld van slordige generalisaties te worden - generalisaties die wereldoorlogen ten gevolge hebben.

Terwijl de proteïsche functie van het boek een constante is, in alle tijden, in alle samenlevingen gelijk, en de faustische, die zich in een autoritaire staat veelal verbergen moet, in de moderne democratie een habeas corpus verworven heeft, is de apollinische functie meer en meer in het gedrang gekomen. Het boek loopt daardoor gevaar, steeds sterker in de economische maalstroom meegesleurd te worden en zijn transcendentie-mogelijkheid te verliezen; maar wanneer het boek nog slechts spreekt wat de blinde economie dicteert, schrijft het zichzelf daarmee ten dode op. Alleen een versterking van het apollinische element, door het aankweken van een nieuw respect voor het boek als boek, kan dit redden voor de fatale concurrentie van radio en televisie (die op hun beurt de geestelijke leiding van het boek niet kunnen ontberen); want deze apollinische functie is de meest wezenlijke, de meest eigen functie van het boek, het is in deze functie dat het boek de intellectuele waarden van een volk conserveert en differentieert en zijn sentimenten voor vertroebeling behoedt.

 

(1954)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken