Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tussen de regels (1956)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tussen de regels
Afbeelding van Tussen de regelsToon afbeelding van titelpagina van Tussen de regels

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.84 MB)

Scans (11.52 MB)

XML (0.34 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tussen de regels

(1956)–Paul Rodenko–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Wandelen en spoorzoeken in de moderne poëzie


Vorige Volgende
[pagina 59]
[p. 59]

Enkele gedachten over het vertalen van poëzie

Het bekende adagium ‘traduttore traditore’ geldt wel bij uitstek voor het vertalen van poëzie. Hier immers speelt de zin, de internationale pasmunt van de logos, - en dit geldt wel speciaal voor moderne poëzie - slechts een nevengeschikte rol: hij is niet meer en niet minder belangrijk dan de plastiek van het gedicht, de klankkleur en de motoriek. En al deze elementen gelijktijdig ook maar enigszins bevredigend weer te geven is natuurlijk een onmogelijke opgave. Men zou het voorstel kunnen doen dat de vertaler elk gedicht twéémaal vertaalt, welke beide vertalingen dan naast elkaar afgedrukt dienden te worden: één vertaling naar zin en ritme en één vertaling naar de klank, waarbij dan dus Nederlandse woorden gezocht moeten worden, die in klank overeenkomen met het oorspronkelijk (een soort volksetymologie dus, in het genre van appendance-apendans; dit zou dan te prefereren zijn boven een letterlijke transcriptie, omdat het oorspronkelijk immers ook uit woorden, niet uit zinledige klanken bestaat; men zou dan waarschijnlijk iets krijgen in de trant van Engelmans Vera Janacopoulos). De bezwaren, aan een dergelijke wijze van vertalen verbonden, liggen te zeer voor de hand om er hier verder op in te gaan. Bovendien, zelfs wanneer het oorspronkelijke gedicht eveneens uit louter zinloze, op de klank gekozen woorden zou bestaan, zou het nòg onvertaalbaar blijven, omdat de significatieve actieradius der klankwaarden, hun ongrijpbare, maar toch reëele associatierichtingen nu eenmaal in iedere taal anders liggen, deel uitmaken van een ander klankorganisme. Vera Janacopoulos blijft in wezen

[pagina 60]
[p. 60]

onvertaalbaar, en wanneer een Russisch dadaïst de ‘zaoem’-taal (lett.: taal voorbij het verstand) uitvindt en van de volgende zinloze lettergrepen:

 
dir, boel, sjtsjil,
 
oebesjtsjoer
 
skoem
 
wi so boe
 
r l eez

beweert dat er ‘in deze vijf regels meer van de Russische nationale geest schuilt dan in alle gedichten van Poesjkin bij elkaar’, dan mag dat al dan niet waar zijn - maar een feit is dat een vertaling van deze regels praktisch tot de onmogelijkheden behoort, omdat alle klanken hier nadrukkelijk in een bepaald taalorganisme liggen ingebed; een transcriptie is in ieder geval geenszins een vertaling, omdat deze voor een Nederlander bij benadering niet hetzelfde beeld oproept als voor een Rus.

En met de beeldspraak is het net zo gesteld. García Lorca schrijft in een van zijn zigeunerballaden:

 
Los densos bueyes del agua
 
embisten a los muchachos
 
que se bañan en las lunas
 
de sus cuernos ondulados.
 
 
 
(De massieve ossen van het water
 
vallen de jongens aan,
 
die baden in de manen
 
van hun gekrulde horens.)

Nu klinkt dit hele beeld van de ‘ossen van het water’ met hun gekrulde horens zeer modern en geraffineerd: maar zelf vermeldt Lorca in een van zijn causerieën - over de beeldvorming bij Góngora - dat ‘buey de agua’ een Andalusische volksuitdrukking is om het volumen

[pagina 61]
[p. 61]

en de kracht van een traagstromende rivier aan te duiden; zodat de geciteerde regels een Andalusiër veel gewoner en natuurlijker in de oren moeten klinken dan ons. En welke vertaling kan deze ‘natuurlijkheid’ weergeven?

Rest dus alleen het compromis: hier eens een klankbijzonderheid weergeven, daar een plastische curiositeit en ergens anders weer een bepaalde motorische ‘aanslag’; het is dan aan het genie van de dichter-vertaler overgelaten om een reeks van compromissen en halfheden in een kunstwerk te transformeren.

De vertaler zou zich echter intussen ook de vraag kunnen stellen: wàt ben ik eigenlijk aan het vertalen? Een dichter, een gedicht... of nog iets anders? Men kan er op uit zijn een dichter te vertalen: dat zullen meestal diegenen doen, die een soort zielsverwantschap met de dichter in kwestie voelen, en uit dezelfde geestesgesteldheid, waaruit de bedoelde dichter een bepaald gedicht geschreven heeft, dit trachten te herscheppen in hun eigen taal. Zulks is bijv. het geval met een Segrais, die in de 17e eeuw meende, de Aeneis in het Frans te hebben vertaald ‘zoals Vergilius zelf geschreven zou hebben, wanneer hij als onderdaan van Lodewijk XIV ter wereld was gekomen’. Wordt de vertaler meer door het gedicht zelf dan door de persoon van de dichter geboeid, dan zou hij het gedicht kunnen beschouwen als een stuk natuur: een plant, een steen, en dan net zo te werk gaan als een schilder die de indruk, die deze plant, deze steen op hem gemaakt heeft, zo consciëntieus mogelijk tracht weer te geven.

Geen van beide methodes ontkomt aan een grote mate van subjectiviteit. De eerste niet, omdat objectiviteit hier in feite zou betekenen dat de vertaler in zijn geestelijke structuur èn in formaat indentiek zou moeten zijn aan zijn voorbeeld (het komt eigenlijk neer op Bergsons beroemde demonstratie van de onmogelijkheid van het bestaan van een gedetermineerde wil: Pietje zou Paultje

[pagina 62]
[p. 62]

moeten zijn); de tweede niet, omdat de vertaler hier, evenals de schilder, zijn object ‘à travers un tempérament’ ziet.

Zoals nu echter het monster uit het sprookje, door de prins als gemalin aanvaard, plotseling in een schone prinses verandert, zo bestaat er, meen ik, ook een mogelijkheid om aan de nadelen van compromis en subjectiviteit in de vertaling te ontkomen: en wel door ze eenvoudig als vóórdelen te aanvaarden. Hiervoor is echter een Umwertung van de kunst van het vertalen nodig, die hierop neerkomt dat men niet meer ‘beschrijvend’ vertaalt, maar ‘analyserend’, niet statisch, maar dynamisch, niet in de breedte van het oppervlak, maar in de diepte - een soort freudisme dus van het vertalen.

Ik heb er reeds in verscheidene opstellen op gewezen dat het gedicht de dichter transcendeert; de dichter geeft de stoot, maar het gedicht schrijft zichzelf, en wel in functie van een bestaand, eeuwenoud taal-organisme. Het voltooide gedicht is, eenmaal gepubliceerd, niet meer het geestelijk eigendom van een individu, maar helpt mede de ‘Gestalt’ van een taalkring, van een natie (als linguistisch gedetermineerde eenheid) te bepalen, vormt daar dus een onafscheidbaar onderdeel van. De analytische vertaler nu vertaalt niet zozeer een dichter, en evenmin een gedicht, maar hij vertaalt - ‘vertalen’ hier dus in de zin van: onthullen, ont-dekken - dóór het gedicht heen het taalvormend genie van een volk en de archetypische structuur van zijn taal.

Vertaalt hij uit een taal zonder geschiedenis als het Gunantuna, waarin - volgens de etnoloog Winthuis - elk vers een toespeling op de coïtus vormt, dan zal hij b.v. op zeker ogenblik een woord dat letterlijk ‘neus’ betekent met ‘phallus’ vertalen, of liever nog met een op zichzelf ‘neutraal’ woord dat ook in het Nederlands een algemeen bekende phallische connotatie heeft (ik ga er natuurlijk van uit dat de analytische vertaler een kunstenaar is en op de juiste manier weet te kiezen);

[pagina 63]
[p. 63]

vertaalt hij uit een taal mèt geschiedenis, zoals het Frans of Engels, dan zal hij de etymologische diepte-dimensie mee-vertalen. Een autoriteit op vertaalgebied als Valéry Larbaud zegt dan ook terecht in zijn Sous l'invocation de St. Jérôme: ‘L'étymologie est le sel des langues littéraires: elle seule donne saveur et durée au matériel verbal’. Ook zal hij vaak voor een idiomatische uitdrukking niet een Nederlands equivalent zoeken, maar deze letterlijk overzetten, hoe versleten de oppervlaktebetekenis er van ook moge zijn. Bij poëzie heeft hij daar trouwens te meer recht op, omdat men immers van een goed dichter verwachten kan dat hij de taal deroutiniseert, de woorden en zinswendingen - óók voor zijn landgenoten - hun oorspronkelijke glans teruggeeft. Wanneer een moderne Griek zegt dat de zon ondergaat, gebruikt hij daarvoor een term, die in het Oudgrieks ‘koning zijn, regeren’ (basileuein) betekende. Deze betekenis is thans versleten, maar bij de vertaling van een gedicht zou de analytische vertaler zeer wel in plaats van ‘toen de zon onderging’ kunnen schrijven: ‘toen de zon koning was’. De diepte-vertaling of analytische vertaling dringt dus in twee richtingen onder de oppervlakte (de tijdgebondenheid, de individualiteit, de psychologie van de dichter) van het te vertalen gedicht door: naar de etymologie en naar de ‘folklore’, de eigen-aard van het idioom, waarin het gedicht geschreven is. Zij probeert niet het gedicht weer te geven zoals de dichter het ‘bedoeld’ heeft of zoals de landgenoten van de dichter het ervaren, maar hij maakt het gedicht zichtbaar, hij ‘erhellt’ het (om een term van Jaspers te gebruiken) als exponent van een oude en unieke taal-wijsheid.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken