Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De ongeloofelijke avonturen van Bram Vingerling (1927)

Informatie terzijde

Titelpagina van De ongeloofelijke avonturen van Bram Vingerling
Afbeelding van De ongeloofelijke avonturen van Bram VingerlingToon afbeelding van titelpagina van De ongeloofelijke avonturen van Bram Vingerling

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.85 MB)

XML (0.34 MB)

tekstbestand






Illustrator

Felix Hess



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De ongeloofelijke avonturen van Bram Vingerling

(1927)–Leonard Roggeveen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 159]
[p. 159]

In Den Haag
Hoofdstuk XIV

Notaris Vingerling en de Commissaris van politie zaten ernstig tegenover elkaar.

‘Wat zijn de laatste berichten?’ vroeg Vader.

‘Ik begrijp 't niet’, antwoordde de Commissaris. ‘Ik heb overal in de buurt van Sferzin biljetten aan laten plakken, die uw zoon móét gelezen hebben. En inplaats daarvan komt er een telegram uit Sphorskx, een plaatsje in Polen, waar ik nooit eerder van heb gehoord. Sferzin en Sphorskx liggen een heel eind van elkaar’.

De Commissaris spreidde een kaart uit op de tafel en wees de plaatsen aan.

‘In een zeer korten tijd, waarschijnlijk in enkele uren, moet hij dien afstand hebben afgelegd. Hij kan dat niet te voet hebben gedaan. Ook niet per trein, want beide dorpjes liggen niet aan een spoorlijn. Er blijft dus niets anders over dan de vliegmachine’.

‘Zou Pashukoff...?’ vroeg Vader.

‘Onmogelijk’, zei de Commissaris. ‘Ik heb berichten uit Sferzin, dat Pashukoff en zijn kornuit nog steeds buiten bewustzijn verkeeren. De bestuurder, Jack Brown, is geheel hersteld; hij is thans bezig, om met enkele arbeiders de vliegmachine uit de moerassen te halen. Als hij daarmee klaar is, vertrekt hij weer naar Engeland. De twee Russen worden voorloopig vastgehouden’.

‘Wat denkt U nu te doen?’

‘Ik voor mij’, vervolgde de Commissaris, ‘geloof, dat het 't beste is, om maar rustig af te wachten. Ik heb heel lang over alles nagedacht en ben werkelijk van oordeel: afwachten! Uw zoon heeft zich doen kennen als een kalme en intelligente jongen. Ik twijfel er geen oogenblik aan, of op den een of anderen dag staat hij flink en gezond voor U. Er zijn in deze zaak een paar moeilijkheden, die ik nog niet kan verklaren. Nog steeds begrijp ik niet,

[pagina 160]
[p. 160]

hoe 't mogelijk is, dat uw zoon ongedeerd is gebleven, toen de vliegmachine in de moerassen terecht kwam, zoodat drie menschen buiten kennis geraakten. Hij bleef zonder letsel!! En nu is hij in 'n ommezien van Sferzin naar Sphorskx gereisd! Met de snelheid van een vogel! Zouden deze gebeurtenissen verband hebben gehouden met zijn onzichtbaarheid?’

‘'t Is heel vreemd’, zei Vader.

‘In zijn telegram zegt hij: Brief volgt’, ging de Commissaris verder. ‘Wellicht schrijft hij U over al deze vreemde dingen. Wilt U zoo goed zijn, mij dadelijk op te bellen, als U den brief ontvangt?’

‘Natuurlijk’, antwoordde Vader, ‘ik was niet anders van plan’.

Toen ging de Commissaris weg.

 

Een paar dagen later kwam de brief!!!

't Was een vuile, groezelige envelop, met vreemde postzegels beplakt, geschreven met potlood, kennelijk in haast.

Bram schreef:

 

Lieve Vader en Moeder,

 

Wees over mij niet ongerust! Ik heb Ulange dagen niets kunnen schrijven, hoewel ik alles gedaan heb om U iets van me te laten hooren. Ik ben gezond en onzichtbaar! Ik kan U niet alles schrijven, wat ik heb meegemaakt, maar als ik over een poosje weer bij U terug ben, zal ik U alles tot in de fijnste puntjes vertellen, en dan zult U verwonderd staan over alles, wat ik heb beleefd!

Op 't oogenblik zit ik in een kermiswagen ergens in Polen. De wagen botst en hotst erg, zoodat ik heel onduidelijk kan schrijven. Daarbij komt, dat ik vanwege mijn onzichtbaarheid, zelf niet kan zien, wat ik schrijf. De kermiswagen is van Mr. Ludovicini. Hij is Directeur van een reizend circus; gisteravond hebben we in Sphorskx een voorstelling gegeven, waarin ik ook geholpen heb. 't Was erg aardig.

Ik heb Mr. Ludovicini alles van mijn onzichtbaarheid verteld. Hij is de eenige die niet hard is weggeloopen. Hij heeft me ook aangeraden, om niet naar Holland terug te keeren, vóór ik weer zichtbaar ben geworden.

Zoo lang blijf ik in zijn circus.

[pagina 161]
[p. 161]

Groet U alle bekenden van mij! Als ik kan, schrijf ik U nog wel eventjes! Dag Vader, dag Moeder, tot spoedig weerziens!

Bram.

 

Dadelijk ging Vader met den brief naar den Commissaris.

‘We weten nu veel en weinig’, zei deze. ‘Ik verheug me met U over de goede berichten. Maar nu weten we nog niet, hoe Bram zoo gauw uit Sferzin is weggekomen. Enfin, dat zal hij ons wel vertellen. Voorloopig feliciteer ik U met dit levensteeken’.

En natuurlijk wisten des avonds de kranten ook alles. ‘Voor kranten kun je nu eenmaal niets verborgen houden!’ dacht Vader, toen hij onder 't voornaamste nieuws zag staan: Nieuws van onzen stadgenoot A.J. Vingerling. En op de tweede bladzij stond met groote chocolaletters gedrukt:

 

VINGERLING DE ONZICHTBARE.

 

Uit betrouwbare bron vernemen wij, dat onze jeugdige uitvinder, de jongeheer A.J. Vingerling, zich bevindt in een Poolsch plaatsje, met name Sphorskx. Hij schijnt daar met succes op te treden als goochelaar in een circus. Als onze berichten juist zijn, ligt het in zijn voornemen, zoo spoedig mogelijk na zijn zichtbaarwording per vliegmachine naar ons land terug te keeren.

Voorwaar een gewaagde onderneming!

Wij houden onze lezers trouw op de hoogte van alles wat wij nog zullen vernemen.

 

‘Hoe komen ze er aan?’ dacht Vader, ‘en 't is er voor 't grootste gedeelte nog naast ook. Heb ik wat losgelaten? Neen! De Commissaris dan? Neen, die zal ook heusch niets verteld hebben! Enfin, 't komt er eigenlijk niets op aan. Hoofdzaak is: onze Bram komt terug, gewoon en gezond. En al het andere komt er niets, niemendal op aan! O zoo!!’

illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken