Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Uit zelfbehoud (1938)

Informatie terzijde

Titelpagina van Uit zelfbehoud
Afbeelding van Uit zelfbehoudToon afbeelding van titelpagina van Uit zelfbehoud

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.54 MB)

Scans (4.12 MB)

ebook (2.77 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Uit zelfbehoud

(1938)–A. Roland Holst–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 16]
[p. 16]

Morris en Rossetti

IN de jaren toen Morris moest wijken voor Marx, drong het klassebewustzijn - door een historisch-economische vertakking van het theoretisch denken tot heldere hevigheid ontwaakt - de eenzelvigheid op aan hen, die, verzonken als zij steeds weer wilden zijn bij het menschelijk wezen in zijn verband met wat onbenoembaar blijft, zeker, hadden zij in vroeger tijden geleefd, tot de geestelijke dragers hadden behoord van het menschelijk saamhoorigheidsgevoel. Door deze neiging te verwijlen bij wat het menschelijk wezen onderscheidt van wat hier verder leeft, konden zij binnen de natuur, waar hun gedwongen dock allengs tot lust verdiepte eenzelvigheid hen aanvankelijk bracht, rust noch duur vinden. Neerslachtig of door een duistere hoop gedreven, kwamen enkelen bij dat thans zoo afgelegen en door welhaast allen onbewoonbaar verklaarde ververblijf, dat Rossetti het Huis des Levens noemde - een huis, waar in de stilte tusschen spiegels en ramen een oud voorval weer ophanden kon schijnen. Inkeer voelde er zich onnaspeurlijk belaagd als door oogen achter zich. Hoop heulde er met wanhoop, en hoogmoed, in zichzelf mompelend, waarde door den schemer der gangen en hield den pas in als, bij een hoek, angst hem tegenkwam en aanzag.

[pagina 17]
[p. 17]

Een voormalig heil, waarnaar daar aanvankelijk het zoeken was, omdat het - hoe verborgen dan ook - nog slechts daar scheen na te leven, dreigde er allengs vergeten te worden in den vreemden wellust van zich te voelen samenzweren tegen alles wat in den eigen tijd zich als het werkelijke leven op wilde dringen, een wellust waardoor de eenzelvige vervoering onmerkbaar in bedwelming verkeerde, tot dit zoeken naar het geheim des levens zich - en te laat veelal - voelde ontzenuwen in een verslaafd raken aan al wat stervend is. Mij viel daar - en nog niet te laat, wellicht - van den helderen dood het zingen weer in, zooals ik het eenmaal, en ver van dit sterven, wel gehoord had in de natuur, als in gouden stille uren het peinzen werd herleid en opgeheven tot een welhaast voormenschelijke vereenzelviging met de elementen. Zonder haar te onthevigen, verhelderde zij de verbittering tegen het hedendaagsche en zijn verward geraas, en herstelde, daarachter als het ware, het glinsteren als van een vroege wereld, waarin het mij, terugdenkend aan de jaren in dat huis en aan de jaren daarvoor, bij wijlen nog kan zijn, als had ik er in zekeren zin Morris en zelfs iets van zijn gedroomde gemeenschap teruggevonden, maar in een dieper werkelijkheid nu.

Dit naar voormenschelijke herinneringen zweemend verkeer met het helder en geheimzinnig wezen der natuur, deze voorstaat aller godsdiensten, had hij, in zijn verheugden omgang met haar verschijnselen, waarschijnlijk niet begrepen, en toch bleef hij op den

[pagina 18]
[p. 18]

duur, en onbewust ervan als een kind, er dichter bij dan zijn grootere tijdgenoot, die er wel het begrip van had, doch ervan vervreemdde. Of heeft Rossetti wellicht, fataal betooverd, er te uitsluitend de duistere mogelijkheden van beproefd, tot hij, in de macht gekomen van wat hij opriep, buiten het bereik raakte der heldere krachten en, in donkere kolken weggetrokken, omkwam?


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken