Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De strijdmiddelen der sociale revolutie (1918)

Informatie terzijde

Titelpagina van De strijdmiddelen der sociale revolutie
Afbeelding van De strijdmiddelen der sociale revolutieToon afbeelding van titelpagina van De strijdmiddelen der sociale revolutie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.80 MB)

Scans (107.61 MB)

ebook (3.11 MB)

XML (0.20 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/pamflet-brochure


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De strijdmiddelen der sociale revolutie

(1918)–Henriette Roland Holst-van der Schalk–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 20]
[p. 20]

III.
Het gewapende geweld als revolutionaire faktor.

De strijd voor een nieuwe rechtsorde, nieuwe politieke vormen, nieuwe produktie- en eigendomsverhoudingen werd altijd uitgevochten als een strijd om de macht. En in dien strijd was het gewapende geweld altijd een faktor. Door wapengeweld trachtten de heerschende klassen hun heerschappij te handhaven, door wapengeweld trachtten de opkomende klassen de oude heerschers uit hun machtsposities te verdrijven.

Nooit deed in het verloop der geschiedenis een heerschende klasse vrijwillig afstand van de macht, altijd klampte zij zich daaraan vast tot het uiterste. Evenmin bezweek zij ooit onder den last van den haat, de verontwaardiging en de verachting, die haar dwingelandij, haar wreedheid, haar roofzucht, haar zedelijke ontaarding en haar cynisme tegen haar hadden in 't leven geroepen. Zedelijke krachten zoowel van heilige toorn en verontwaardiging als van heilige liefde en zelfvertrouwen, gelijk zij de strijders voor een nieuwe maatschappij-orde plegen te bezielen; dergelijke zedelijke krachten op zich zelf en hun geestelijke manifestaties vermochten nimmer de oude heerschers ten val te brengen, al bereidden zij dien val voor. Altijd was daartoe noodig, dat zij zich in daadwerkelijk geweld materialiseerden.

Geweld was de proef, die in de worsteling tusschen de vervallende en de opkomende klassen uitwees aan welke zijde de overmacht zich bevond, natuurlijk niet door één enkele botsing, maar in een langdurige, door tusschenpoozen van voorbereiding onderbroken, telkens opnieuw in-

[pagina 21]
[p. 21]

zettende worsteling. Vele malen moesten de stormtroepen der revolutie tegen de dwangburchten van het oude gezag aanbeuken eer het gelukte deze omver te werpen; vele malen werd het ‘voorbarig’ verzet eener dappere voorhoede gebroken eer zij tot een leger van onweerstaanbare kracht was aangegroeid. En wanneer het eindelijk was gelukt, de vroegere heerschers ten val te brengen, was daarmee de worsteling nog niet ten einde: in stilte reorganiseerden deze hun krachten en begonnen weldra den tegenaanval.

In het tijdperk der burgerlijke revolutie nam het geweld der revolutionaire klasse in den regel den vorm aan van den gewapenden opstand van volk tegen leger. Wanneer de uiterste spanning der politieke en sociale tegenstellingen tot botsingen leidde, vond het opstandige volk de gewapende verdedigers van het oude regiem tegenover zich. Deze vormden echter in de meeste gevallen geen gelijksoortige massa. In de groote fransche omwenteling b.v. bestonden zij uit zeer verschillende kategorieën: de vreemde huurlingen (Zwitsers, die de lijfgarde des konings vormden), edellieden in krijgsdienst (het officierskorps en de zoogenaamde aristokratische regimenten) en de gewone infanterie-troepen. Het spreekt vanzelf dat deze onderscheiden elementen zeer verschillend stonden tegenover de revolutionaire beweging. Terwijl de Zwitsers en de aristokraten uit traditie, klasse-belang en klasse-moraal met hart en ziel verknocht waren aan het vorstenhuis en het revolutionaire volk beschouwden als een bende misdadigers, die zij zonder aarzeling neerschoten, was de diepe ontevredenheid die in het volk leefde ook tot de massa der gewone soldaten doorgedrongen: in de plebeïsche infanterie-regimenten was een oproerige stemming ontstaan. Wel was de samenstelling der legers van het oude regiem een andere dan die der huidige legers van den algemeenen dienstplicht, wel maakte de lange duur van den diensttijd dat zij veel meer een buiten de maatschappij staande kaste, een lichaam op zich zelf vormden - maar machtiger dan alle slagboomen, die de massa van het leger van de volksmassa scheidde, bleek de gelijkheid van afkomst, van sociale belangen en adspiraties. Boven de ingeprente gehoorzaamheid, boven de dressuur der militaire discipline zette het

[pagina 22]
[p. 22]

klassegevoel zich zegevierend door, dreef het steeds grootere deelen van het leger tot afval van het oude gezag en tot steun aan de revolutionaire beweging.

Reeds bij den beroemden storm op de Bastille, die algemeen als het uitgangspunt der groote fransche omwenteling geldt, hielpen soldaten van het regiment der ‘gardes françaises’ de volksmassa, die tot het slotplein doorgedrongen was, om kanonnen tegen het kasteel in stelling te brengen. En terwijl een deel der bezetting, uit zwitsersche huurlingen bestaande, van uit hun veilige schuilplaatsen in het slot de aanvallers meedogenloos neerschoot, weigerden de fransche invalieden die insgelijks tot haar behoorden, al spoedig om met dit moordenaarswerk voort te gaan: zij dwongen den goeverneur der vesting om te kapituleeren.

Dit geheel verschillend optreden van bepaalde deelen van het leger herhaalde zich telkens opnieuw, en daar de plebeïsche en fransche elementen in het leger natuurlijk de overgroote meerderheid vormden, was het militaire overwicht der revolutie in den binnenlandschen strijd op den duur verzekerd.

Een verdere gewichtige faktor in de gewapende worsteling van het burgerlijke omwentelingstijdperk vormden de burgerwachten (nationale garde), door de fransche bourgeoisie onmiddellijk bij het begin van den strijd opgericht als een machtswerktuig, zoowel tegen het oude bewind en zijn aanhang als tegen de volksklasse gericht. Deze burgerwachten, die in dit geheele tijdperk als min of meer blijvende instellingen fungeerden en natuurlijk veel onmiddellijker met de burgerlijke maatschappij samenhingen dan het leger, kaatsten ook veel onmiddellijker de stemmingen daarvan terug. Vooral de gezindheid en de stemming van den middenstand kwam in de burgerwacht tot uiting; immers voornamelijk daaruit werd zij gerekruteerd. Wanneer de middenstand ontevreden was met het bewind en geneigd om mee te helpen dit omver te werpen, dan waren de dagen van zulk een bewind geteld. Want zoodra het dan tot een oproerige uitbarsting van het volk kwam, liep de burgerwacht in haar geheel naar de opstandelingen over, en haar voorbeeld sleepte ook groote deelen van het leger mee. Zoo verloor, in de fransche Februari-revolutie van '48, de ‘burgerkoning’ Lodewijk

[pagina 23]
[p. 23]

Philip door den afval der nationale garde zijn troon. De woede der kleine burgerij tegen de verdorven oligarchie die Frankrijk stelselmatig leegplunderde, had haar er toe gebracht zich aan de zijde te stellen der opstandige volksmassaas.

Toen echter, in de maanden na de Februari-omwenteling, de stemming der Parijsche kleine burgerij tengevolge van een aantal omstandigheden weer omsloeg, toen bezorgdheid voor hun eigendom, haat tegen de ‘revolutionaire slampampers, die Parijs beheerschten’, haar dreef tot verzoening met de groote bourgeoisie, wier voornaamste programpunt de ‘bescherming der burgerlijke orde tegen de kommunisten’ was, - toen doordrong een geest van reaktie zoowel de nationale garde als het leger. Weldra werden beide opnieuw tot een werktuig in de handen der grootkapitalistische kliek en der hooge militairen. Het proletariaat, door allen verlaten, van alle kanten in het nauw gedreven als een gehitst dier, werd in den Juni-opstand - de wanhoopsdaad eener radelooze menigte - door een duizendvoudige overmacht overweldigd.

 

In zijn inleiding tot den herdruk van Marx' ‘Klassenstrijd in Frankrijk’, heeft Engels op meesterlijke wijze aangetoond, hoe de gewapende opstand en de barrikadenstrijd in de verschillende fasen der burgerlijke revolutie nimmer zegevierden door zuiver-militaire overmacht en tengevolge eener uitsluitend-militaire overwinning. Het doel der opstandelingen was niet zoozeer, de troepen die tegenover hen stonden militair te vernietigen, als deze ‘murw te maken door moreele invloeden, die bij de worsteling tusschen twee legermachten niet, of althans in veel mindere mate in het spel komen’. Anders gezegd: dit doel was, de soldaten onwillig te maken, zich als machtswerktuigen der heerschende klassen te laten gebruiken, in hen de stemming op te wekken, die hen er toe dreef de wapens neer te gooien of zelfs naar het opstandige volk over te loopen Hiertoe was noodig den soldaten hun eigene werkelijke gezindheid - die nog latent, dat is voor hen zelven verborgen was - te doen beseffen, hun klasse solidariteit en hun menschelijk gevoel zoozeer te stimuleeren, dat deze gevoelens de dikke korst der militaire discipline vaneenscheurden.

[pagina 24]
[p. 24]

Engels toont dan verder aan, hoe het voornaamste stoffelijke geweldmiddel, met behulp waarvan deze moreele omkeer te weeg werd gebracht, de barrikade was. Haar doel was de troepen, die de opgewonden saamgestroomde menigte moesten uiteenjagen, op te houden, in hun taak te belemmeren, het verband tusschen de verschillende legerafdeelingen op te heffen en de discipline te vernietigen. De barrikade gaf aan de revolutionaire strijders de gelegenheid, om door woord en daad de soldaten te beïnvloeden en nieuwe snaren in hun gemoed aan 't trillen te brengen. Door de belemmering die hun opmarsch ondervond kregen de soldaten tijd tot bezinning te komen en zichzelf af te vragen voor wien en voor wat zij eigenlijk streden; zij kregen tijd te begrijpen wat het beteekende, wanneer zij hun geweren afvuurden op die moedige mannen, die vrouwen en knapen, welke op weinige meters afstand, in den regel ontoereikend gewapend, den dood trotseerden, door zuivere idealen van vrijheid en broederschap bezield. Zoo werkten de barrikaden, om met Engels te spreken, ‘ook in den klassieken tijd der straatgevechten meer moreel dan materieel’. Die gevechten waren de toetssteen, waaraan de verborgen oproerige gezindheid der troepen zichzelve ontdekte. Zij waren het middel, om die gezindheid uit de donkere diepte van het gemoed omhoog te voeren naar de klare onherroepelijke sfeer van de daad.

Geenszins is dus in de burgerlijke omwenteling het wapengeweld op zichzelf, de uitsluitend-stoffelijke overmacht van het aantal of van de techniek der vernietigings en moordwerktuigen, ooit de kracht geweest die den doorslag gaf tot de overwinning. Integendeel: in den regel was deze overmacht, althans in de beginfasen van elke nieuwe worsteling, aan den kant der oude heerschers. De opkomende klassen zegevierden ondanks hun zwakheid in dit opzicht, ondanks de minderwaardigheid hunner geweldmiddelen, dank zij hun meerderheid aan zedelijke kracht; de revolutie overwon door de onverschrokkenheid, de offèrvaardigheid, de geestdrift en de doodsverachting van haar aanhangers.

Al deze zedelijke krachten behoefden echter noodzakelijk het geweld om te kunnen blijken, zooals bijvoorbeeld de

[pagina 25]
[p. 25]

geest der muziek het stoffelijke werktuig voor zijn manifestaties behoeft.

Het moreele geweld kon de overwinning niet behalen zonder de hulp van het daadwerkelijke geweld; onherroepelijk sloeg het eerste in een zeker stadium der worsteling in het tweede om.

Dit innige verband tusschen moreel of geestelijk en daadwerkelijk geweld en de verhouding, waarin zij tot elkander staan, willen wij in het volgende hoofdstukje nader onderzoeken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken