Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tusschen twee werelden (1923)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tusschen twee werelden
Afbeelding van Tusschen twee wereldenToon afbeelding van titelpagina van Tusschen twee werelden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.42 MB)

Scans (2.79 MB)

ebook (2.91 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tusschen twee werelden

(1923)–Henriette Roland Holst-van der Schalk–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 27]
[p. 27]

Tweede afdeeling
Tusschen twee werelden

[pagina 29]
[p. 29]

I. Gedichten in stanza's

1

 
De overgangen tusschen de getijden
 
zijn altijd zwaar, en verscheuren het zijn,
 
omdat in hen stervende krachten strijden
 
tegen òpkomende. Elke groei is pijn
 
 
 
en elke neergang. Nimmer gaat het leven
 
onmerkbaar over tot een nieuwen staat;
 
de menschheid of de eenling, om het even,
 
verwerven niets, als niets in hen vergaat.
 
 
 
Het kind dat rijpt tot man moet uit zich scheuren
 
zachte aanhanklijkheid met een bijna ruw gebaar;
 
de grijsheid kan geen kroon van wijsheid beuren
 
als niet de vlam der daadkracht sterft in haar.
[pagina 30]
[p. 30]

2

 
Er zijn in ons nog felle tegenstanden
 
en sterke stremmingen die wij niet wisten;
 
het blijkt nu, hoezeer velen zich vergisten
 
toen zij, aftastend hunne ziele-wanden
 
 
 
die dachten zacht en glad te zijn. De wil
 
blijkt vaak van 't groote doel vèr afgedreven,
 
het ik kan zich niet van zichzelf begeven
 
om te wentlen rondom den grooten spil.
 
 
 
Verschrikte harten wanklen door de dagen;
 
zij zien om, dralen, ontwijken den strijd:
 
hun kracht verbruike' onopgeloste vragen,
 
de zelfverwijten en 't zichzelf aanklagen,
 
de worstelingen en de nederlagen,
 
en heel de last der weifelmoedigheid.
[pagina 31]
[p. 31]

3

 
De zachtheid heeft nu niet veel plaats op aarde;
 
geweld zette zich op haar breed ter neer;
 
de haat schoot uit, de woorden werden zwaarden;
 
het hart kromp same' in de verkilde sfeer.
 
 
 
Ginds in de donkerte der diepe togen
 
beidt Liefde rustig haar gezegend uur,
 
geen twijfel heeft haar klaren blik omtogen;
 
de glimlach om haar mond bleef even puur.
 
 
 
Eens komt de dag, dat de goudenen krachten
 
doordringen, stralend, heel het levensveld, -
 
maar dit zijn dagen dat het hart zijn smachten
 
moet onderdrukken, als zijn pijn een held.
[pagina 32]
[p. 32]

4

 
Wanneer de donkre verschrikkingen stijgen
 
en het uur waar dit wankle hart voor beeft,
 
van de kimmen der dagen als een dreigen-
 
de wiekslag onvermurwbaar nader zweeft, -
 
 
 
of wanneer de stilte der lange nachten
 
waardoor de schaduw van het leven glijdt,
 
zijn eenzaamheid martelt met de gedachte
 
aan 't hart dat eenzaam òm hem, doòr hem lijdt, -
 
 
 
o laat dan de moed-bevleugelde woorden
 
die de stem zaaide in de voor van den tijd,
 
omstuwen met hun ruischende akkoorden
 
het hart gelijk een wal van dapperheid!
 
 
 
Laat de geesten van vereerde' en beminden
 
- zij die nog lijden, zij die geen smart meer bedroeft -
 
van uit oneindigheden den weg vinden
 
tot het hart, dat hun steun behoeft.
[pagina 33]
[p. 33]

5

 
De jeugddroom ziet een gouden morgen dagen
 
wanneer de laatste wolk van smart en strijd,
 
het laatste monster waar de booze vlagen
 
uit storten, aan een effen kim verglijdt.
 
 
 
Het jonge hart, kwetsbaar en onervaren,
 
zwelgt in dien droom van een aardsch paradijs,
 
en voor de wanklanken die het vervaren
 
zoekt het troost in die teedre toekomst-wijs.
 
 
 
Maar als dat hart, gerijpt tot sterken vrede,
 
niet meer behoeft den kinderlijken waan
 
dat eens de wordingsstrijd zal zijn volstreden
 
en de baring des levens stil zal staan, -
 
 
 
ziet het eenlingen, groepen en geslachten,
 
en alle vrucht, rijpende aan den tijd,
 
voorbij varen, als in een brein gedachten,
 
aan het uitspansel van de eeuwigheid.
[pagina 34]
[p. 34]

6

 
Matter gloeien nu de stralende vreugden,
 
minder fel wordt het schrijnen van de pijn:
 
matiging komt met hare zusterdeugden
 
en dan, het van wenschen gereinigd zijn.
 
 
 
Veel droomen verblinken al en verbleeken
 
als sterren wanneer gloort de dageraad;
 
eens zal de dood het groote licht ontsteken
 
waarvoor hun fonkeling geheel vergaat.
 
 
 
Maar in des harten allerdiepste gronden
 
blijft onberoerd heilge verzekerdheid:
 
in de smart der dagen werd zij gevonden
 
en zij groeit mede naar de eeuwigheid.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken