Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tusschen tijd en eeuwigheid (1934)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tusschen tijd en eeuwigheid
Afbeelding van Tusschen tijd en eeuwigheidToon afbeelding van titelpagina van Tusschen tijd en eeuwigheid

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.27 MB)

Scans (1.35 MB)

ebook (2.84 MB)

XML (0.05 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tusschen tijd en eeuwigheid

(1934)–Henriette Roland Holst-van der Schalk–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 15]
[p. 15]

VII

1

 
Ik zoek u, maar ver ben ik afgedwaald.
 
Den weg tot u, zullen zij hem ooit vinden,
 
deze oogen, van der wegen stof verblinde' en
 
dit hart, waar 't godsverlange'in is verschraald
 
 
 
als wijn, die lang ontkurkt stond? Blind in mij
 
stuwt drang, blind tasten d'onbedreven handen,
 
maar waar z'ook tasten, rijzen steile wanden:
 
achter en vóór me, en bezij.
 
 
 
Door spleten dringt het licht, een dunne straal.
 
Aan 't einde der kloof, waar de wanden wijken,
 
dáár beginnen de lichte rijken,
 
daar vindt het hart een nieuwe taal.
 
 
 
Dáár begint het eenworden, het saamgroeien
 
met de kern-aller-dingen, 't zich verliezen
 
daarin, het zich loswikkien uit de vliezen
 
van vrees en twijfel, 't in de vrijheid bloeien.
 
 
 
Maar mijn handen tasten langs wanden, blind:
 
mijn voeten strompelen over scherpe steenen:
 
mijn oogen, rood van 't stof der wegen, weenen:
 
ver van u zwerf ik, en ben toch uw kind.
[pagina 16]
[p. 16]

2

 
Te weten dat men Gods kind is geboren,
 
en aan het einde tot hem wederkeert, -
 
al weigerde men lang zijn stem te hooren
 
en heeft lang, vaderloos te zijn begeerd...
 
 
 
Te weten, dat de stroomen van het leven
 
ons kunnen voeren nooit zoo ver van huis,
 
of de dood haalt hen in, - vroeg, laat, om 't even, -
 
en neemt ons op, en brengt ons veilig thuis.
 
 
 
(Want dit leven mondt in d'oneindigheid
 
en zij is 't gewaad, geplooid om Gods leden,
 
daarom worden, wie uit het leven gleden,
 
gevoerd naar zijne tegenwoordigheid.)
 
 
 
Te weten dat de moeienis, het strijden,
 
ontgoocheling, 't uitbloeien van de jeugd,
 
elke beproeving onzer leefgetijden,
 
ons rijker maakt aan onvervreemdb're vreugd
 
 
 
en met mildere zekerheid gezegend,
 
dat met elke beproeving, elke pijn,
 
de harten dieper het besef doorregent,
 
hoe allen toch in God geborgen zijn...
 
 
[pagina 17]
[p. 17]
 
Dat is nu, diep benee 't verward bewegen,
 
de ondergrond van vaste rust, -
 
het teeken, bij elke kruising der wegen
 
geplant: daarheen: daar gloort de lichte kust.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken