Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzonken grenzen (1940)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzonken grenzen
Afbeelding van Verzonken grenzenToon afbeelding van titelpagina van Verzonken grenzen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.36 MB)

Scans (0.94 MB)

ebook (2.83 MB)

XML (0.09 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzonken grenzen

(1940)–Henriette Roland Holst-van der Schalk–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 83]
[p. 83]

V

 
Ik wilde dat aleer mijn leven gaat
 
te neigen achter de donkere hagen
 
een sfeer om mij kon weze' als het gelaat
 
der aarde mild in late zomerdagen
 
 
 
wanneer de goudene namiddag-klaarte,
 
het onvolprezen zachtgezegend licht
 
oplost in zich der aardsche dingen zwaarte
 
en de trekken verreint van hun gezicht.
 
 
 
Zooals het licht dan is dat heemlen vult,
 
gezeefd, en meluw als een rijpe peer,
 
zoo wenschte ik in mij de atmosfeer
 
des geestes, amberklaar en honingmild
 
 
 
van liefde die door wijsheid wordt gezeefd;
 
en als 't laat zomerlicht de bruine heide,
 
het stoppelveld, de schure' en klaverweide
 
en het geboomte heilge schoonheid geeft, -
 
 
 
zoo wenschte ik te zien iedere daad,
 
ieder bloedrijk pogen en bloedarm falen,
 
ieder bukken en ieder zegepralen
 
in 't rijpe murve zielelicht gebaad.
 
 
[pagina 84]
[p. 84]
 
En dan wenschte ik dat zich afwenden kon
 
de levenswil in mij, 't bloedwarm begeeren
 
van 't andre, om tot zichzelf in te keeren
 
gelijk een straal terugtrekt tot zijn zon, -
 
 
 
dat mijn dagen vulde het stille peizen
 
aan menschheid, haar schoone opwaartsche gangen
 
en schoone daling eens, wanneer verlangen
 
zal sterven in het hart der wijze grijze
 
 
 
menschheid, gelijk het in den eenling sterft.
 
O van milde rust overvloeiend bekken,
 
ik wilde dat ik mijn hand uit kon strekken
 
u te verwerve', als men een prijs verwerft;
 
 
 
ik wilde dat ik uw zachtheid zag vloeien
 
tot mij en het stilte-doorgeurd gerucht
 
uwer dagen vol avondlijk vergloeien
 
en vol eedle geur als van rijpe vrucht.
 
 
 
Maar stil mijn hart, ge moogt niet tot het denken
 
van den avond en zijn goudklare rust
 
u strekken eer zijn uren zelve wenken
 
en zijn adem de vlam uwer kracht bluscht.
 
 
[pagina 85]
[p. 85]
 
De oogst rijpt en uw hand moet snijden, binden
 
heemvoeren; - o mijn hart de dag is lang
 
en uw verlangens mogen nog niet vinden
 
den weg naar avondstilte, nachtgezang.
 
 
 
En na den oogst weer 't ploegen van de voren
 
en het uitstrooien van het nieuwe zaad:
 
de wereld wordt alleen telkens herboren
 
doordat de arbeid aldoor verder gaat.
 
 
 
En ge moogt u niet eigenmachtig laven
 
o hart aan den glans van dat ver gezicht,
 
niet droomen hoe ge eens de stille haven
 
zult binnenvallen in het late licht.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken