Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De voorwaarden tot hernieuwing der dramatische kunst (1924)

Informatie terzijde

Titelpagina van De voorwaarden tot hernieuwing der dramatische kunst
Afbeelding van De voorwaarden tot hernieuwing der dramatische kunstToon afbeelding van titelpagina van De voorwaarden tot hernieuwing der dramatische kunst

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.40 MB)

Scans (19.91 MB)

ebook (4.04 MB)

XML (0.63 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/muziek-ballet-toneel-film-tv


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De voorwaarden tot hernieuwing der dramatische kunst

(1924)–Henriette Roland Holst-van der Schalk–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina IV]
[p. IV]
EEN VASTBERADEN VERBEELDING IS HET BEGIN VAN ALLE MAGISCHE VERRICHTINGEN
PARACELSUS

ALLE DRAMATISCHE KUNST VERONDERSTELT BETOOVERING
NIETZSCHE
[pagina XI]
[p. XI]

Voorrede

Ongetwijfeld bestaat in onzen tijd voor het tooneel groote belangstelling. De behoefte aan dramatische uitbeelding der aandoeningen en spanningen is sterker geworden; men poogt zich van het wezen dier uitbeelding meer rekenschap te geven en de hulpmiddelen die haar ten dienste staan te verrijken, daarbij gebruik makend van moderne technieken. De dramatische literatuur neemt toe en in nog veel grooter mate de literatuur over het tooneel; het aantal tooneelgezelschappen is zelfs in ons kleine land legio; er worden ‘tooneeltentoonstellingen’ met voordrachten en model-opvoeringen gearrangeerd; ja zelfs werd een ‘tooneelmaand’ gehouden, met het doel de dramatische kunst volle dertig dagen lang in het middenpunt der publieke belangstelling te plaatsen.

En toch, ondanks deze sfeer van luidruchtige belangstelling rondom het tooneel, kwijnt dit en blijft kwijnen. Geen geniale eenlingen brengen dramatische meesterwerken voort; evenmin beeldt de massa haar hoon en haar spot, haar haat en haar liefde, haar verlangens en haar verwachtingen in dramatische vormen af. Alle tooneelgezelschappen leiden een moeilijk leven; begaafde schouwspelers, vol liefde voor hun kunst, komen nergens tot hun recht en krijgen geen kans hun talent te ontwikkelen; idealistisch-gezinde regisseurs en direkteurs vol inzicht verteren hun krachten in een eindelooze worsteling tegen finantieele moeilijkheden en tegen de oppervlakkigheid, het onverstand en de onverschilligheid van het publiek.

Er ìs belangstelling voor het tooneel, maar tevens tooneelmalaise; - behoefte aan dramatische uitbeelding der aandoeningen, maar tevens onmacht, de juiste middelen van uitbeelding te vinden. Er ìs verlangen naar een nieuwe synthese van architektuur, plastiek, mimiek, muziek, voordracht en lichtwerking, maar het ontbreekt aan kracht om haar te verwezenlijken. Evenals de werkelijke wereld onzer dagen, is de wereld van het tooneel vol onopgeloste problemen en kwellende tegenstrijdigheden.

[pagina XII]
[p. XII]

De lezer beschouwe dit boek als de uitkomst eener poging tot zelfverheldering op het gebied der dramatische kunst, - een poging om meer inzicht te verwerven over den grond der tegenstrijdigheden die het tooneel in onze dagen verlammen, en meer licht te spreiden over den weg, waarlangs zij opgelost kunnen worden en vernieuwing mogelijk kan zijn. Om deze zelfverheldering te bereiken was het noodig, de genesis na te gaan van enkele groote bloeitijdperken der dramatische kunst en de verschillende elementen te ontleden, wier uiteindelijke synthese telkenmale aan een eigendommelijken, vasten en schoonen dramatischen stijl het aanzijn gaf.

Naar historische volledigheid - de lezer kan het reeds in de inhoudsopgave merken - heb ik in geenen deele gestreefd. Noch het oud-indische drama, noch het spaansche der Renaissance, - om twee voorbeelden van wereldhistorische beteekenis te noemen, - zal hij in deze studie vermeld vinden. Een vergelijkende geschiedenis van het drama te schrijven, zijn manifestaties in alle groote kulturen der menschheid te beschrijven, hun samenhang met het ekonomische en sociale leven, met architektuur, muziek, dans, plastische kunst, godsdienst en philosophie te ontvouwen, - het is een lokkende en verleidelijke taak, maar een taak, misschien de overgave eischend van een geheel leven en in elk geval de beschikking over een oneindig uitgebreider kennis dan die ik bezit.

Voor mijzelve was de voornaamste vrucht van den aan dit werk besteeden arbeid, het opnieuw voller-uitstroomen der bewondering zoowel voor de wetmatigheid der maatschappelijk-geestelijke levensverschijnselen als voor hun onuitputtelijke rijkheid ook op het gebied, dat wij dramatische kunst noemen. Deze bewondering op haar beurt voedde het vertrouwen, dat het vermogen tot dramatische uitbeelding, den mensch diep ingeplant, ongetwijfeld in de toekomst opnieuw, alle belemmeringen te boven komend, zich in schoone, harmonische openbaringen zal uitleven.

Behalve de vreugdevolle bewondering en het vertrouwen die ik won, bracht de studie over de dramatische ontwikkeling in vroegere tijden mij nog andere winst. Die studie

[pagina XIII]
[p. XIII]

verhelderde mijn inzicht in het groote aandeel der traditioneele faktoren - dat is der sociaal-psychische krachten van het verleden - in de wording van het dramatische kunstwerk; zij wapende mij tegen overmatige verwachtingen van wat door één enkel geslacht bereikt kan worden, zij leerde mij bescheidenheid en geduld.

Moge iets van wat ik, zoekende, zelf vond, aan rijkdom voor gemoed en geest, al was het niet altijd het gezochte, zich in mijn werk hebben verdicht en daaruit overstralen tot anderen.

 

Bloemendaal, December 1923.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken