Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vrouwen luistert eens! (1902)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vrouwen luistert eens!
Afbeelding van Vrouwen luistert eens!Toon afbeelding van titelpagina van Vrouwen luistert eens!

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.18 MB)

Scans (0.61 MB)

ebook (2.91 MB)

XML (0.01 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/pamflet-brochure


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vrouwen luistert eens!

(1902)–Henriette Roland Holst-van der Schalk–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige
[pagina 1]
[p. 1]

Vrouwen, luistert eens!

Luistert eens, vrouwen: ik wou u even wat vragen.

Over een tijdje zult ge overal in uw buurt groote biljetten zien aangeplakt. Daarop kunt ge lezen dat een vergadering wordt belegd

ten gunste van Algemeen Kiesrecht.

Toe, wekt dan uw man of broer of zoon op om daar naar toe te gaan; gaat zelf ook zoo ge kunt; en kunt ge niet gaan, vraagt hun als ze thuis komen u alles wat daar is gezegd haarfijn te vertellen . . . . dan merkt ge meteen of ze goed geluisterd hebben.

‘Waarom? wat gaat ons dat alles aan?.’ Dat wou ik u nu juist eens vertellen. Mag uw man gaan stemmen als er verkiezing is? voor de Tweede Kamer èn voor den Gemeenteraad? of voor een van beiden? Ja? Neen? Hij zou wel kiesrecht kunnen krijgen, maar durft zich niet aangeven uit angst dan in de belasting te vallen? En uw broer? uw vader? uw jongens? de kameraads van uw man? Toe informeert eens bij den een en ander. Dan zult ge waarschijnlijk merken dat in de plaats waar ge woont:

Een groot deel van de arbeiders géén kiezer zijn. En zooals bij u, is het overal door het land:

Op één arbeider die het kiesrecht heeft, wel twee die het missen.

Maar de heeren, in de stad en het dorp? De dokter de dominé, de notaris, de koopman, de fabrikant enz. . . . zijn er daarvan óók die het missen? Wel neen, die hebben het allemaal! Allemaal kiesrecht! En ge weet wel hoe dat komt. Om het kiesrecht te hebben moet men in de meeste gevallen:

Een zekere som in de rijks-belasting betalen

en de meeste arbeiders betalen die niet. Ja men kan het ook krijgen door dat men zoo en zooveel verwoont, of verdient bij zijn baas, of op de spaarbank heeft staan, maar wanneer ik u nu zeg, dat er over 't heele land zijn

564263 belasting-kiezers en 45248 kiezers van al die andere soorten,

dan begrijpt ge meteen hoe de vork in den steel zit, n.l. dat

[pagina 2]
[p. 2]

het grootste deel der arbeiders het kiesrecht niet hebben omdat ze arm zijn. En àlle heeren en burgers wél mogen stemmen omdat ze geld hebben.

Is dat eerlijk? Is dat rechtvaardig? Kan een arbeider het helpen dat hij arm is? Is hij het soms voor zijn pleizier? Moeten we dan niet opkomen tegen dat onrechtvaardige kiesrecht en zien het veranderd te krijgen?

‘Ja, maar’. . . .

Ik begrijp al wat ge zeggen wilt. 't Kan u niet zoo heel veel schelen nietwaar? Ge vindt dat 't er niet zoo veel toe doet of de arbeiders wèl of niet mogen stemmen: van uit stemmen gaan kan men niet eten! Laat ik u nu nog eens even uitleggen waarom 't er wèl toe doet.

De menschen die het kiesrecht hebben, kiezen in elk van de 100 distrikten waarin ons land verdeeld is, één afgevaardigde, zooals men dat noemt.

Die honderd afgevaardigden vormen te zamen de Tweede Kamer. In de Tweede Kamer worden

de wetten gemaakt waaraan wij moeten gehoorzamen allemaal, rijk of arm, of we ze goedvinden of niet, of we er iets over te zeggen hebben gehad toen ze gemaakt werden, of niet.

Zoolang nu het grootste deel der arbeiders géén kiesrecht heeft en dus niet de menschen die zij willen naar de Tweede Kamer kunnen zenden, zoolang hebben ze ook heel weinig te zeggen over de wetten die gemaakt of veranderd worden. En de heeren die er wèl zeggen over hebben, maken die wetten natuurlijk

in hun eigen voordeel en belang.

Zoolang komt een arm mensch, die uit honger een brood steelt, een strooper die een haas schiet; een werkstaker die 'n onderkruiper een opstopper geeft, zij komen allemaal

in de gevangenis.

Want zulke menschen vinden de heeren erge boosdoeners en ze zetten strenge straffen op deze dingen in hun wet

Maar een patroon, die zijn arbeiders ziek en ellendig maakt, doordat hij loodwit gebruikt bij het vervaardigen van aardewerk, zoo'n patroon wordt heelendal niet gestraft, dáárover hebben de heeren

niets in de wet gezet!

en een patroon die meisjes en vrouwen noodzaakt te werken laat in den nacht, zooals het zoo dikwijls gebeurt, tot groote schade van hun gezondheid, al weet hij dat het bij de wet verboden is. - zoo'n man die iets veel kostbaarders steelt dan een brood of welk ander ding ook, n.l.

de gezondheid en levenskracht zijner mede-menschen.

[pagina 3]
[p. 3]

zoo'n man krijgt 2 kwartjes boete. Dat hebben de heeren wél in de wet gezet!!

 

* *

*

Hebt ge wel eens gehoord van Staatspensioneering voor oude arbeiders? Dat wil zeggen dat iedere oude man of oude vrouw die het noodig had, op zijn of haar vijfenzestigste jaar zóóveel in de week zou krijgen dat zij er stilletjes van konden leven. Niet krijgen van de armen als een bedeeling, maar van den staat als een recht. Dat zou een goed ding zijn nietwaar? Geen oude stakkers meer op straat, strompelend met een negotietje! Geen oude vrouwen van in de zeventig. zooals ik er ken, hijgend en zweetend een zware kinderwagen met china's appelen voortduwend! Geen afgeleefde werklui meer zich boven hun krachten afslovend, dat de patroon toch maar niet merken zal, hoe ze nauwlijks meer voort kùnnen! Al die oudjes na een leven van zorgen

genietend ten minste een naar jaren rust.

Zoo'n staatspensioneering zou heel wat kosten, dat begrijpt ge, maar manieren om aan dat geld te komen zijn er wel; door de rijke menschen, bijvoorbeeld, wat extra-belasting er voor te laten betalen, door wat minder uit te geven aan dure pensioenen voor hooge heeren die geld genoeg hebben en aan moordwerktuigen die toch maar verroesten (leger en vloot).

Maar ge begrijpt: de rijken voelen niets voor staatspénsioneering van oude arbeiders; ze hebben geen zin er voor te betalen, ze vinden het veel te duur. Staatspensioneering komt niet

eer de arbeiders het in de wet kunnen zetten

en zij kunnen het niet in de wet zetten

eer zij het kiesrecht hebben.

 

Niet alleen voor de oude arbeiders, ook voor de arbriderskinderen moet noodig gezorgd worden. Toen de leerplichtwet behandeld werd in de Kamer, hebben de arbeiders-afgevaardigden voorgesteld daaraan te verbinden

Schoolkleeding en voeding voor de kinderen die het noodig hadden.

Ieder arbeider kan, door werkeloosheid, of ziekte, of uitsluiting in den treurigen toestand komen, dat het hem niet mogelijk is, vrouw en kinderen te verschaffen wat ze noodig hebben. Moeten die kinderen dan maar op school komen, met een hongerige maag en bibberend van de kou? Zoolang het er in de maatschappij nog zoo ellendig uitziet, dat vele ouders hun kinderen 's winters nog geen ordentelijk bord warm eten en warme kleeren kunnen geven,

is het plicht van Staat en Gemeente, daarvoor te zorgen.

[pagina 4]
[p. 4]

Maar de heeren in Staat en gemeente bedanken voor die plicht: hun kinderen immers zijn 't niet die honger en kou lijden, die er bleek en zwakjes uitzien!

Geen Schoolvoeding- en kleeding zonder algemeen kiesrecht,

want zoolang de arbeiders bijna niet mee mogen spreken, zal er voor deze dingen nooit geld zijn. Maar wel is er altijd geld voor leger en vloot, daarvoor wordt 't bij handen vol weggegooid. Elk nieuw oorlogschip, zooals er steeds bijgebouwd worden kost vijf millioen gulden. Een nieuwe wet heeft verleden jaar bepaald

dat er ieder jaar 6500 soldaten meer moeten komen dat kost ook een paar millioen per jaar!

En wat hebben de arbeiders daaraan? Of men al mooie praatjes houdt en tegen hen zegt ‘dat is noodig om uw vaderland te verdedigen’ - wat kan de arbeidersklasse voelen voor een vaderland zoolang ze er zelfs niet 't minste over te zeggen heeft, hoe 't in dat vaderland toegaat!

En zoo zou ik nog zooveel kunnen opnoemen, wat veranderd moet - en alleen zal worden, wanneer de arbeidersklasse meer macht krijgt in staat en gemeente. Dingen als arbeids-wetgeving, afschaffing van nachtarbeid voor bakkers, afschaffing van de indirekte belastingen als b.v. die op suiker (waardoor ge ieder pond van dit gezonde voedingsmiddel dubbel zoo duur moet betalen als anders 't geval zou zijn) kosteloos onderwijs op alle inrichtingen van onderwijs, zoodat uw kinderen zoo ze aanleg hebben, evenveel zouden kunnen leeren als die der rijken, enz. enz.

Al deze dingen moeten door de wet gebeuren. En als de arbeiders de wetten niet helpen maken, gebeuren zij nooit, Begrijpt ge nu, waarom 't algemeen kiesrecht noodig is en waarom de arbeiders moeten toonen het te willen? - Alle arbeiders, vrouwen zoowel als mannen, want wij willen het kiesrecht voor de vrouwen ook, - omdat, zoo gij een moeilijk leven hebt van zorg en getob en ellende, het uw plicht is te probeeren

dat uw kinderen het beter krijgen dan gij!

Komt vrouwen, ter wille uwer kinderen, helpt mee in den strijd voor het algemeen kiesrecht!

 

H.R.H.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken