Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een woord aan de vrouwen der arbeidende klasse naar aanleiding der nat. tentoonstelling van vrouwen-arbeid (1898)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een woord aan de vrouwen der arbeidende klasse naar aanleiding der nat. tentoonstelling van vrouwen-arbeid
Afbeelding van Een woord aan de vrouwen der arbeidende klasse naar aanleiding der nat. tentoonstelling van vrouwen-arbeidToon afbeelding van titelpagina van Een woord aan de vrouwen der arbeidende klasse naar aanleiding der nat. tentoonstelling van vrouwen-arbeid

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.29 MB)

Scans (28.55 MB)

ebook (3.04 MB)

XML (0.05 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/pamflet-brochure


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een woord aan de vrouwen der arbeidende klasse naar aanleiding der nat. tentoonstelling van vrouwen-arbeid

(1898)–Henriette Roland Holst-van der Schalk–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Wat wil de sociaal-democratie voor de arbeidsters doen?

De feministen ontkennen niet, dat de vrouwen der arbeidende klasse die hun eigen brood moeten verdienen, er doorgaans allertreurigst aan toe zijn; maar zij wijten dit hoofdzakelijk aan de achterstelling van 't vrouwelijk geslacht in 't algemeen. Zij bedenken niet, dat 't voor den kapitalist geen verschil maakt of zijn arbeider man of vrouw is; dat hij de vrouw beschouwt als een toevallig weerloozer schicht van proletariërs, die nog wat meer uitgebuit kunnen worden, en daarbij volstrekt niet uitgaat van eenige algemeene gedachte over de minderheid van het vrouwelijk geslacht. Daarom meenen de feministen dat zij, door 't vrouwelijk geslacht in 't algemeen op te heffen en weer in tel te brengen, ook het lot der arbeidsters zullen verbeteren: zij willen ze door vrouwelijke vakvereenigingen enz. opwekken uit hun doffe en gedachtelooze berusting en ze in den strijd brengen, niet als deel van een uitgebuitte klasse, maar voornamelijk van een vernederd geslacht. De ervaring echter leert, dat de slechtst betaalden en de ellendigste

[pagina 10]
[p. 10]

schichten van de arbeidersklasse (waartoe de meeste arbeidsters behooren) zich niet door eigen kracht kunnen oprichten en opheffen; zij hebben niet en kunnen niet hebben, den moed en de kracht van geest die daartoe noodig zijn. Het is noodzakelijk dat een kracht van buiten af de zwakken helpen, die te onmachtig zijn het zelf te doen. Daarom eischt de sociaaldemocratie wetten tot bescherming van den arbeid, en in de eerste plaats wetten tot bescherming van vrouwenarbeid, omdat de arbeidende vrouwen het meest weerloos zijn en door de kapitalistische maatschappij het ergst uitgebuit worden. Dat is de conclusie waartoe bijv. in Engeland degenen geraakt zijn, die twintig jaar lang beproefd hebben de vrouwen in vakvereenigingen te organiseeren. Op het Internationaal Congres van Vrouwenarbeid in '96 te Berlijn gehouden, verklaarde Mej. Routledge, afgevaardigde der vrouwelijke vakvereenigingen, over de pogingen sprekend om onder de Engelsche arbeidsters vakvereenigingen op te richten, o.a. het volgende: ‘het is een smartelijk werk op te staan en de vrouwen te overtuigen van hun hard verdiend loon een, zij het ook nog zoo kleine, wekelijksche bijdrage af te staan voor het vormen van een vereeniging, die, naar alle opgedane ervaring, nooit in staat is voor hen een werkelijk voordeel te bereiken. Wanneer men geheel oprecht is kan men tot deze arbeidsters moeielijk op dien toon spreken, die ze vervult van genoegzaam vuur, om in groote getale onder de bescherming eener Vereeniging heen te trekken.’ Toch hebben vrouwelijke vakvereenigingen ten minste zeker deze goede zijde, dat zij de verenkelde en aan zichzelf overgelaten arbeidstes opvoeden tot eenige solidariteit, en hun een school zijn voor krachtiger en algemeener verbinding.

De Sociaal-demokratische Arbeiderspartij in Nederland heeft op haar strijdprogram de eisch van een arbeiders-wetgeving, ‘omvattende alle arbeiders, mannen en vrouwen, en allen arbeid, zoowel in de groot-, klein- en huis-industrie, als in landbouw en veeteelt, met invoering van achturigen arbeidsdag’. Maar zoo zij om te beginnen een grooter of geringer deel van dien eisch voor vrouwen alleen kon doorgevoerd krijgen, zou zij dat zeker aannemen, dankbaar ofschoon niet voldaan.

Uitbreiding van de arbeids-wet op den huisarbeid, dat zou als gevolg hebben opheffing van het zweet-stelsel, opheffing van de hongerloonen en van een werktijd die het lichaam sloopt en den geest versuft. Nooit zullen de vrouwen, die onder dit zweetstelsel arbeiden, uit zich zelven in staat zijn den werktijd korter te maken, het loon te verhoogen, en wel daarom, omdat het stelsel waaronder zij zwoegen, juist op hun buitengewoon lange werkuren is gegrond. Zij konkurreeren tegen het groot-bedrijf, en alléén het betalen van hongerloonen (die hen dwingen zestien uur per dag te arbeiden) stelt hun werkgever in staat, de konkurrentie vol te houden. Maar als de wet er zich mee bemoeit, en hen verbiedt meer dan een vast

[pagina 11]
[p. 11]

aantal uren te arbeiden, dan wordt den ondernemer de konkurrentie onmogelijk gemaakt, en het bedrijf wordt in den grond omgewenteld, wordt tot fabrieks-industrie gemaakt.

Bedenk ook wat regeling van alle arbeid beteekenen zou voor de klasse der dienstboden, die voor een zeer groot deel uit vrouwen bestaat. Voor deze heerscht thans absolute willekeur in de bepaling van den arbeidsdag; of zij afgesjouwd worden of niet, hoeveel vrije tijd zij genieten, dat hangt alles geheel van den wil van hun meesters af. Een vaste werkdag, wettelijk vastgesteld, ware voor hen een groote weldaad.

Een andere eisch van de sociaal-demokratie is: ‘Regeling van den vrouwen-arbeid op den voet van gelijkheid van loon bij gelijke arbeid, en in verband met de lichamelijke gesteldheid.’ Dit beteekent dus niet alleen, dat de tegenwoordige toestand zou ophouden, waarbij een vrouw in de meeste gevallen minder verdient dan een man al verricht zij volkomen hetzelfde, maar ook, dat de vrouw beschermd zou worden in haar gezondheid, en mèt haar de kinderen die zij ter wereld brengt. Vrouwen arbeiden thans in de meeste landen in allerlei takken van bedrijf, die niet alleen een nadeelige invloed hebben op haar lichaam, maar ook op het kind dat zij verwachten. Enkele voorbeelden slechts. - Bij de kinderen der arbeidsters in de loodwit-fabrieken komen 60 pCt. miskramen voor; ditzelfde cijfer geldt voor de arbeidsters in kwik- en arseniker-fabrieken. De sterfte onder de levendgeboren kinderen dezer arbeidsters bedraagt bij de loodwit-arbeidsters 45 pCt. en bij de kwik-arbeidsters 65 pCt. En onlangs bleek het dat in de vlas-fabrieken in Gent, van de kinderen der bij het vlas-hekelen werkzame vrouwen ook slechts 35 pCt. in het leven bleven; Van andere beroepen, die hetzij voor de vrouw, hetzij voor de menschelijke vrucht de nadeeligste gevolgen hebben, noem ik nog slechts de sigarenen de lucifers-fabrieken. Van 7 arbeiders, van de lucifers-fabrieken te Breda, die tengevolge van phosphorus-vergiftiging aan ernstige ziekten, en afschuwelijke verminkingen van het aangezicht leden, waren er vijf vrouwen.

Wanneer bewezen wordt dat de arbeid in deze industrieën, of in eenige van hen, door geen voorzorgs-maatregelen zoo geschikt kan worden, dat hij zijn nadeeligen invloed verliest, dan is er natuurlijk slechts één gedragswijze voor een gemeenschap, die het welzijn van haar leden en het welzijn van een volgend geslacht, hooger stelt dan het winst-behalen van een enkele klasse, nl. de arbeid in deze vakken te verbieden aan degenen die er schade door lijden. De ongelukkige vrouwen die dit werk toch opnemen, wetend wat de gevolgen er van zijn, doen dit alleen door de nood gedwongen om hun brood te verdienen; de gemeenschap, die hun dit werk afneemt, is natuurlijk verplicht hen op een andere wijze te helpen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken