Wordingen. Een cyclus van liefde en vertrouwen

[p. 23]

V

Geheimzinnig verscholen in de vliezen
van elken aanvang in eenling en soort,
leeft het beginsel dat is ordening;
vormende kracht, moeder van 't gevormde,
vader van 't wordende heelal.

Tegenover gestaag dreigenden neergang,
makend gelijk het eenmaal ongelijke,
herleidend de spanningen in 't gebeuren
tot koude, doode, spanninglooze rust, -

treedt op een drang, een wil, een oervermogen,
bestendig strevend 't zijnde te verhoogen,
trouwe knecht Godes in 't verborgen werkend,
groote toovenaar, die nimmer rust.

Kosmisch prototype dit van elke dubble
tegen elkaar indruischende beweging:
van neiging tot vervlakking en ontaarding,
en wil tot rusteloos streven omhoog.

Dit zijn de beide polen van den strijd,
gespannen boven d' afgrond van het worden.
Vindt hij een einde ooit in verhoogde orde
of zal hij duren tot in eeuwigheid?