Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De zekerheid van het socialisme (1930)

Informatie terzijde

Titelpagina van De zekerheid van het socialisme
Afbeelding van De zekerheid van het socialismeToon afbeelding van titelpagina van De zekerheid van het socialisme

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.29 MB)

Scans (4.35 MB)

ebook (3.15 MB)

XML (0.07 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/pamflet-brochure


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De zekerheid van het socialisme

(1930)–Henriette Roland Holst-van der Schalk–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 3]
[p. 3]

De zekerheid van het socialisme.

I. De oude zekerheid.

De ouderen onder ons zullen zich met mij den tijd herinneren, dat de socialistische toekomst der menschheid voor hen absolute zekerheid was, zekerheid in den zin eener overtuiging, die op enkel-verstandelijke inzichten berustte. Wij waren overtuigd dat de, door Marx ontdekte, maatschappelijke ontwikkelingswetten, den ondergang van het kapitalisme en den overgang naar het socialisme even onvermijdelijk, even noodzakelijk maakten, als de biologische ontwikkelingswet het noodzakelijk maakt, dat de knaap een man wordt. De industrialisatie van het bedrijfsleven; - de toenemende koncentratie van het kapitaal; - de toeneming der klassetegenstellingen; - de groei der arbeidersklasse, gaande in een sneller tempo dan die van eenige andere maatschappelijke groep; - het onvermogen van het kapitalisme, om aan de arbeidersklasse zelfs die mate van levenszekerheid te verschaffen, welke onder vroegere vormen van klasseheerschappij in het algemeen voor de uitgebuite massa's bestond; - het waren voor ons even zoovele maatschappelijke feiten, waar de ‘zekerheid van het socialisme’ logisch uit volgde.

Natuurlijk waren wij ook in die dagen geen fatalisten; wij geloofden geenszins, dat het kapitalisme ‘vanzelf’ in het socialisme zou omslaan. Wij wisten, dat zware, harde strijd noodig zou zijn, om de maatschappelijke verandering tot stand te doen komen, waarnaar wij zoo vurig verlangden. Wij wisten dat enkel de zegevierende arbeidersklasse die verandering doorzetten zou. Haar zegepraal leek ons, binnen niet zeer langen tijd, zeker. Wij geloofden, dat zij het Socialisme moest willen. De statistieken bewezen immers, dat de kapitalistische koncentratie en de andere, hierboven genoemde, verschijnselen, in alle landen aanwezig waren. Het tempo was niet overal gelijk, maar de richting der ontwikkeling, die in het socialisme uitmonden moest, gold voor alle landen. De proef op de som waren de cijfers die bewezen, dat de sociaal-democratie voortdurend vooruitging. Het aantal leden van soc.-dem partijen nam aldoor toe, evenals het aantal soc.-dem. afgevaardigden in de openbare lichamen. Ook de soc.-dem. pers won onophoudelijk terrein. Nog sterker dan die der politieke organisaties was de groei der moderne vakbonden, die op het vasteland van Europa onder de vleugels der soc.-democratie ter wereld gekomen waren. Het toenemend klasse-bewustzijn en de toenemende macht der arbeidersklasse schenen ons waarborgen der, onfeilbaar naderende, overwinning.

Weliswaar erkenden wij, dat nog groote deelen der arbeiders-

[pagina 4]
[p. 4]

klasse politiek onverschillig waren, terwijl andere deelen dier klasse de kerkelijke partijen volgden. Maar wij waren overtuigd, er in te zullen slagen ook hen te maken tot klasse-bewuste strijders. Zij óók zouden tenslotte inzien, wat millioenen reeds hadden ingezien: dat de omverwerping der kapitalistische heerschappij en de omzetting der maatschappij in een socialistische, in hun belang was; - in het belang van hun persoon, hun gezin, en hun klasse. En dan zouden zij, natuurlijk, ook in hun belang handelen.

Daaraan twijfelden wij niet. Immers de overgroote meerderheid der normale menschen handelden volgens hun belang. Ook zij zouden dat doen, zoo het ons gelukte, hen op redelijke gronden te overtuigen, dat het socialisme hun ‘belang’ was. Wanneer men den normalen mensch kan overtuigen, dat het redelijk is in zijn belang dit of dat te doen, dan zal hij het ook doen. Althans, dit meenden wij toen. Daarom voelden wij ons zoo zeker. Onze bewijsvoering was zoo logisch: de rede, het verstand, kon er niets tegen inbrengen. Wij hadden de waarheid aan onze zijde. De tegenwerpingen van burgerlijke tegenstanders namen wij niet ernstig: die waren immers, bewust of onbewust, hun ingegeven door hun klassenbelang, door den wil, hun ekonomische voorrechten te behouden. En wat de niet-socialistische, in de eerste plaats de geloovige, arbeiders aangaat, deze werden door de priesters in slaap gesust en bedrogen; zij waren te onwetend om hun ‘belang’ te begrijpen; maar wanneer wij voortgingen hun de oogen te openen, zouden zij het zien en zich naast ons scharen.

En dan was er natuurlijk ook nog het feit, dat het socialisme een ideaal was. Het was het eenige waarachtige ‘algemeene belang’. Daarom kon ook alleen het werken en strijden voor het socialisme op den duur de idealistisch-gezinde arbeiders en de weinige burgerlijke idealisten bevredigen. Ja, ook deze laatsten. Want het was nu eenmaal zoo, dat éénlingen tegen het belang hunner klasse konden ingaan. En ook hun persoonlijk belang konden zij met voeten treden wanneer andere motieven in hen sterker bleken dan het ekonomisch motief, - drijfveeren als meegevoel, rechtvaardigheidsgevoel, menschelijkheid.

Dit laatste paste nu eigenlijk wel niet in onze redeneering, maar de feiten spraken eene te duidelijke taal dan dat wij het konden loochenen. Verreweg de meeste leiders van het internationale socialisme waren uit de bourgeoisie voortgekomen. Wij moesten dus wel aannemen dat de mensch niet fataal aan de belangen zijner klasse, noch aan zijn persoonlijke belangen, geketend is, maar dat integendeel in zijn binnenste een kracht aanwezig is, die hem kan dwingen daartegen in te gaan, - dat het sociaal gevoel sterker kan zijn dan het klassenbelang.

[pagina 5]
[p. 5]

Wij geloofden, dat onze Maatschappij-beschouwing was voortgekomen uit eene, aan de burgerlijke levens- en wereldbeschouwing, absoluut-vijandelijke reaktie, en recht tegenover die wereldbeschouwing stond, voor zoover deze betrekking had op de maatschappij. Wel erkenden sommigen van ons, dat de Marxistische maatschappijleer, het historisch materialisme, in de wordende dialektisch-materialistische wereldbeschouwing paste, dat zij een schakel aan den keten daarvan had toegevoegd. Maar ook dezen beseften niet, dat het historisch-materialisme slechts de toepassing was, op een speciaal gebied, van een algemeene denkwijze over de natuur en den mensch die, reeds in de 18de eeuw ontstaan, haar hoogtepunt in het derde kwart der 19de eeuw bereikte, om van dien tijd af haar gezag allengs te zien tanen. Wij beseften niet, dat onze opvatting van het maatschappelijk leven als een proces, dat mechanisch volgt uit de ontwikkeling der produktiekrachten, steunde op deze algemeene denkwijze: dat alle leven, ook het menschelijk-maatschappelijke, gehoorzaamt aan wetten van eenzelfde karakter, als die de mechanische reakties der anorganische stof beheerschen. Wij beseften niet dat de nadruk, die de Marxistische geschiedbeschouwing op de stoffelijke faktoren legde, verband hield met de algemeene opvatting van de stof als het eenig-reeële. Wij beseften niet, dat de voorstelling van het historisch-materialisme, alsof de ekonomische motieven de eigenlijke kernmotieven in den mensch, en de diepste drijfkrachten der geschiedenis waren, afstamde van de zienswijze der klassieke ekonomie, die den mensch enkel beschouwde als voortbrenger van materieele waarden. Wij beseften niet, dat ons muurvast vertrouwen, dat de arbeidersklasse uit verstandelijk inzicht in haar eigen belang tot het socialisme zou komen, gegrondvest was in het geloof der achttiende eeuwers aan de ‘Rede’, als aan de sterkste, den mensch tot handelen bewegende kracht. Kortom, wij begrepen niet, dat de Marxistische maatschappij-beschouwing nauw verband hield met de mechanistisch-materialistische denkwijze, die van de tweede helft der 18de tot het derde kwart der 19de eeuw bloeide, en dat deze beschouwing gedoemd was te verouderen, naarmate de natuurwetenschappen zich hooger verhieven boven den ontwikkelingsgraad, die tot de vorming van een wereldbeeld met overwegend mechanistisch-materialistische trekken had gevoerd.

Het is naar ik geloof, onmogelijk te ontkennen, dat de zekerheid van het socialisme, die steunde op het geloof in het, de wereld-bewegende en herscheppende vermogen van bepaalde ekonomische faktoren, in de laatste kwart eeuw zeer verminderd is.

[pagina 6]
[p. 6]

Men kan dit ook anders uitdrukken door te zeggen, dat de marxistische ideologie haar stuwkracht voor het grootste deel heeft verloren. En daar geen nieuwe zekerheid tot dusver de plaats der oude heeft ingenomen en het socialisme zich heden nog moet behelpen met een ideologie, welker stuwkracht grootendeels verbruikt is, kan het niet anders, of het groote élan moet verzwakken, de bezieling afnemen, waar de arbeidersklasse den strijd voor het socialisme in het verleden mee gevoerd heeft.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken