Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Polemologie. Een inleiding tot de wetenschap van oorlog en vrede (1973)

Informatie terzijde

Titelpagina van Polemologie. Een inleiding tot de wetenschap van oorlog en vrede
Afbeelding van Polemologie. Een inleiding tot de wetenschap van oorlog en vredeToon afbeelding van titelpagina van Polemologie. Een inleiding tot de wetenschap van oorlog en vrede

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.30 MB)

XML (0.76 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/politiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Polemologie. Een inleiding tot de wetenschap van oorlog en vrede

(1973)–B.V.A. Röling–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina V]
[p. V]
‘O Great Corrector of enormous times,
Shaker of o'errank States, thou grand decider
Of dustie and old tytles, that healst with blood
The earth when it is sicke, and cur'st the world
O' the pluresie of people’

The Two Noble Kinsmen V 1.

[pagina IX]
[p. IX]

Voorwoord

De derde, grondig herziene, bijgewerkte en uitgebreide druk van de ‘Inleiding tot de wetenschap van oorlog en vrede’ heeft de bewust-uitdagende naam ‘Polemologie’ gekregen', met als ondertitel ‘Inleiding in de wetenschap van oorlog en vrede’. De naam is gekozen in verband met boeken die zijn verschenen onder de naam: ‘kritische polemologie’ of ‘kontroversiële polemologie’. Dit hoek heet ‘Polemologie’ omdat het zich wil onderscheiden van wat gemeenlijk als ‘kritische polemologie’ of als ‘kontroversiële polemologie’ gepresenteerd wordt.

De naam ‘polemologie’ wil niet zeggen, dat de daarmede bedoelde tak van wetenschap niet-kritisch zou zijn, of nietkontroversieel. Die kwaliteiten heeft de polemologie uiteraard. Zij is als wetenschap die voortkwam uit verontrusting, uit de overtuiging dat onze wereld op weg is naar haar ondergang door de wapens, vanzelfsprekend maatschappijkritisch en daarmee kontroversieel. Vandaar dat de naam ‘kritische polemologie’ of ‘kontroversiële polemologie’ een pleonasme is, met de verwarrende suggestie dat de traditionele polemologie, tevreden met de gang van zaken, zich zou beperken tot de beschrijving van hetgeen in zake van oorlog en vrede wetenswaard zijn zou.

Indien men de inhoud van de ‘kritische’ of ‘kontroversiële’ polemologie nagaat, dan lijkt zij getypeerd door enkele duidelijke standpunten. Allereerst is er de neiging, om vooral aandacht te besteden aan het ‘struktureel geweld’, en het oorlogsgeweld als minder belangrijk buiten beschouwing te laten. Soms wordt dat gemotiveerd met de stelling dat de nukleaire wapens het probleem van de oorlog alreeds hebben opgelost.

[pagina X]
[p. X]

Een tweede algemeen kenmerk is, dat de diepste oorzaak van de geweldmoeilijkheden in de wereld wordt gezocht en gevonden in het kapitalistisch systeem van het ‘free enterprise’. Ik zal de laatste zijn om te ontkennen, dat het op dit ogenblik het kapitalisme is, dat oorzaak is van velerlei spanningen, gewelddadige verheviging van die spanningen, en gewelddadige ontladingen van die spanningen. Maar het lijkt mij, dat ook vele andere faktoren een rol spelen wanneer het probleem van oorlog en vrede wordt onderzocht. Die andere faktoren leiden er toe, dat ook in niet-kapitalistische stelsels een oorlogsprobleem bestaat. Alles te wijten aan ‘het huidige systeem’ lijkt mij even eenzijdig als de vroegere opvatting die alle euvel wijtte aan de monarchie of aan het nationalisme. Er bestaat daarbij de neiging om als enige oplossing van de wereldproblematiek te zien een radikale verandering van het bestaande stelsel. Dat lijkt mij theoretisch onjuist en voor het praktische werk ondermijnend. Zeker, op den duur zullen radikale wijzigingen nodig zijn, in wereldstruktuur, in wereldrecht en in sociaal-ekonomische ordening. Maar het oorlogsprobleem is een urgent probleem. Men heeft niet de tijd te wachten tot die radikale verandering haar beslag heeft gekregen. Allerlei veranderingen op de grondslag van het bestaande ‘systeem’ zijn nodig om de meest akute gevaren te bezweren, om tijd te winnen radikaal orde op zaken te kunnen stellen. Radikale verandering op korte termijn te verwachten is romantiek. Slechts heil te zoeken in zo'n radikale verandering is ondermijnend voor konstruktieve aktiviteit.

Er is een derde aspekt van de ‘kritische’ of ‘kontroversiële’ polemologie: haar diepgeworteld wantrouwen tegen het ‘establishment’, de gevestigde machten. Er wordt gemeenlijk van uit gegaan, dat van het ‘establishment’ niets goeds is te verwachten. Dat establishment wordt afgeschreven als faktor van verandering. Vandaar het zich uitsluitend richten tot de ‘grassroots’, tot de ‘underdog’, tot degenen die direkt materieel belang hebben bij verandering van de bestaande orde, tot de on-tevredenen die in een streven het eigen belang te dienen tevens het wereldbelang van de vrede tot zijn recht zouden doen komen.

Het komt mij voor dat wederom dit standpunt in zijn ab-

[pagina XI]
[p. XI]

solutisme wetenschappelijk onjuist en praktisch onvruchtbaar is. Er zijn ‘elites’ die in domme en bekrompen konservatieve houding aan hun eigen ondergang werken, omdat de wereld vitale behoefte heeft aan verandering, en die verandering met geweld zal worden verwerkelijkt waar de houding van de machthebbers tot radeloze wanhoop leidt. Men leze daarover de geschriften van Dom Helder Camara. Maar het getuigt van blindheid als men zou ontkennen dat ook elites open oog hebben voor de gevaren van het geldende stelsel en de gangbare opvattingen. Het Rapport van de Club van Rome, evenals het rapport ‘Werk voor de toekomst’ van de Nederlandse groep, is daarvan het levend bewijs. Het betekent dat kansen onbenut worden gelaten, als de prolemologen zich niet evenzeer zouden richten tot de bestaande elites, tot de regering, de volksvertegenwoordiging, de ondernemers, de vakvereniging.

In onze wereld zijn grote veranderingen, radikale veranderingen nodig. Dat blijkt uit iedere analyse van de bestaande toestand. Uit die analyse blijkt tevens, dat die radikale verandering niet op korte termijn kan worden verwerkelijkt zonder militaire diktatuur. En militaire diktatuur zal gemeenlijk het tegendeel bewerken van hetgeen ‘kritische polemologen’ voorstaan.

Kortom, de traditionele polemologie is weliswaar radikaal in haar analyse en doelstelling - een vreedzame wereld zal fundamenteel moeten verschillen van de onze, niet alleen op het gebied van de sociaal-ekonomische orde, maar ook bv. op het gebied van de internationale struktuur - maar zij gaat er niet van uit dat uitsluitend polarisatie de methode is van verandering. Zij streeft ernaar de noodzakelijke verandering vreedzaam tot stand te brengen, geleidelijk en demokratisch. Dat wil niet zeggen, dat de situatie in bepaalde landen niet zou kunnen leiden tot de onontkoombare konklusie, dat polarisatie en revolutie de enige oplossing is. Bepaalde soorten van bewind vragen om gewelddadige revolutie, maar dan gaat het ook om zeer bijzonder kortzichtige en zelfzuchtige regimes.

In onze gedifferentieerde wereld, zo ongelijk in ontwikkeling, zijn de kwalen verschillend evenals de remedies. Vandaar dat niet kan gesteld worden dat de handhaving van de

[pagina XII]
[p. XII]

vrede altijd prioriteit moet hebben - immers het struktureel geweld kan zo ondraaglijk zijn dat revolutie te verkiezen is boven voortgaan ervan. Ook kan niet gesteld worden dat de opheffing van het struktureel geweld altijd voorrang dient te hebben: geweldpleging kan zó verwoestend zijn, zoals in een nukleaire oorlog, dat heel wat ongerechtigheid getolereerd moet worden ten bate van de vrede. Vrede en gerechtigheid zijn beide relatieve waarden. In vragen van oorlog en vrede kunnen de antwoorden verschillend zijn naar tijd en plaats.

Vandaar de naam ‘Polemologie’, ter onderscheiding. De in dit boek gegeven beschouwingen willen niet mèèr zijn dan een inleiding in die wetenschap van oorlog en vrede.

 

Groningen, Zomer 1973. B.V.A. Röling.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken