Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De schippers van de Kameleon (1948)

Informatie terzijde

Titelpagina van De schippers van de Kameleon
Afbeelding van De schippers van de KameleonToon afbeelding van titelpagina van De schippers van de Kameleon

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.86 MB)

ebook (3.05 MB)

XML (0.20 MB)

tekstbestand






Illustrators

Gerard van Straaten

Pol Dom



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman
verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De schippers van de Kameleon

(1948)–H. de Roos–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 135]
[p. 135]

Hoofdstuk 10.
Hoe Hielke en Sietse hun vader hielpen en tot beloning een pak slaag kregen.

Dominee ter Haar was een lange, vriendelijke man. Hij woonde reeds jaren in de pastorie naast de kerk, waar nog geen centrale verwarming was, zodat hij zich moest behelpen met kachels, die ieder jaar door de smid geplaatst werden.

Toen de dominee op een Vrijdagmiddag bij Klinkhamer kwam en vroeg, of de smid nog kans zag om de kachels vóór Zondag te plaatsen, zei de smid:

‘Daar kunt u op rekenen, dominee. Ik neem m'n beide zoons mee voor het poetswerk en dan komen we vast wel op tijd klaar.’

‘Graag, Klinkhamer. Ik krijg Zondag bezoek en dan is het niet prettig, als men in de kou moet zitten. Dus mag ik er op rekenen?’

‘Zeker, dominee, 't komt in orde.’

De volgende morgen, om acht uur al, stond Klinkhamer met een handkar vol pijpen, een ladder en gereedschap, voor de pastorie. Sietse belde aan. De dienstbode deed open en keek verschrikt naar de smid en z'n helpers.

‘Gut, is u daar nu al?’ vroeg ze, totaal overbodig, want Klinkhamer liep haar bijna omver.

[pagina 136]
[p. 136]

‘Ze zijn hier pas aan het ontbijt. Kunt u straks niet terugkomen?’

‘Geen sprake van, meisje. We moeten vandaag alles plaatsen en ik heb de tijd meer dan nodig. Is de familie in de achterkamer?’

‘Ja, maar, ze zijn nog niet klaar!’

‘Wel, laat ze rustig eten. Wij beginnen alvast in de voorkamer. Hielke, eerst die korte pijp.’

De dienstbode ging mopperend naar achteren. Dan draaide ze zich om en riep: ‘Maken jullie de boel niet vuil? 'k Heb pas alles gewreven.’

‘Maak je geen zorgen, hoor, we zijn zo schoon als de brand,’ lachte Klinkhamer en liep dan de voorkamer binnen, gevolgd door zijn zoons.

‘Drommels, we mogen de schoorsteen wel vegen,’ zei hij, terwijl hij door de opening keek. ‘De plaat ligt vol roet. Dat kan zo niet blijven.’

De ladder werd tegen het huis geplaatst en Klinkhamer klom op het dak. Daar liet hij een touw in de schoorsteen zakken, dat de jongens opvingen. De smid bond er een opgerolde zak aan en door die op en neer te trekken, werd de schoorsteen geveegd.

‘Nu zijn we aan 't klokluiden,’ lachte Hielke.

Ze vonden het een leuk spelletje en gaven steeds heviger rukken aan het touw.

‘Niet zo woest!’ bulderde Klinkhamer door de schoorsteen. Straks dan....’

Doch de waarschuwing kwam net te laat. De

[pagina 137]
[p. 137]

jongens gaven zó'n geweldige ruk aan het touw, dat de plaat plotseling onder uit de schoorsteen viel en een wolk van roet de kamer instoof.

‘Apekoppen,’ schold Klinkhamer kwaad en klom vlug naar beneden. Toen hij in de kamer kwam, zag hij één grote roetwolk. Tastend liep hij naar de ramen en wierp ze wijd open. Naast de schoorsteen stonden de beide boosdoeners, zo zwart als negers. Ze keken hun vader zó angstig aan, dat deze plotseling moeite had, om z'n lachen in te houden. Gelukkig trok de roetwolk vlug weg. Klinkhamer probeerde de plaat weer in de schoorsteen te leggen en zei: ‘Hielke, vraag jij eens om een stoffer en blik.’

Hielke, die in het huis de weg niet wist, ging naar de deur, waarin hij de dienstbode had zien verdwijnen. In de veronderstelling, dat daar de keuken was, stapte hij zonder kloppen binnen en.... stond dan plotseling bij de dominee aan de ontbijttafel. Mevrouw schrok hevig.

De dominee sprong van zijn stoel op en keek de zwarte Hielke verbaasd aan.

‘Pardon,’ mompelde die en maakte, dat hij weg kwam.

‘Wie.... wie is dat?’ stotterde de dominee en zich dan herinnerend, dat de smid op bezoek was, zei hij opgelucht: ‘O, 't was maar een zoontje van Klinkhamer. Ze zijn aan het kachels plaatsen.’

[pagina 138]
[p. 138]

‘O, o,’ zuchtte mevrouw, ‘wat liet die jongen me daar schrikken. En wat zag dat kind er uit! 'k Moet eens eventjes kijken, waar ze mee bezig zijn.’

Toen ze de voorkamer binnentrad, was het eerste, wat ze zei:

‘Bah, wat hangt hier een vieze lucht.’

‘Goede morgen, mevrouw,’ groette Klinkhamer beleefd. ‘De schoorsteen zat vol roet. Dat is het, wat u ruikt.’

Mevrouw keek ongerust naar de zwarte Sietse en vroeg:

‘U denkt toch wel een beetje om de meubelen, Klinkhamer?’

‘Zeker, mevrouw, ik zal net zo voorzichtig zijn, alsof ik bij me thuis was.’

Hielke kwam met een stoffer en blik aandragen. Bij het zien van mevrouw, dacht hij, dat ze kwam klagen over zijn ongemanierd optreden in de eetkamer en daarom riep hij:

‘Ik kon er heus niets aan doen vader, ik vergiste me in de deur.’

‘Welke deur?’ vroeg Klinkhamer verwonderd.

‘O, hij kwam ons even verrassen aan de ontbijttafel,’ verklaarde mevrouw.

Dat vond Klinkhamer heel onbeleefd van Hielke en kwaad zei hij:

‘Je moet voortaan op iedere deur, die je hier ziet, kloppen, voor je binnengaat. Begrepen, Hielke?’

[pagina 139]
[p. 139]

Hielke knikte verlegen en begon maar gauw de vloer te vegen.

‘Denkt u een beetje om die jongens?’ vroeg mevrouw.

‘Zeker, mevrouw. U zult heus geen last van ze hebben,’ verzekerde Klinkhamer.

Hierdoor gerustgesteld, liet mevrouw hen verder alleen.

‘Nou, 't is me een fraai begin met jullie,’ mopperde Klinkhamer, ‘maar nu verder geen grapjes meer, hoor. Daar is men hier niet van gediend.’

Uit een vertrekje achter de gang werden de kachels te voorschijn gehaald. Die van de voorkamer was de zwaarste. Hielke en Sietse moesten hun vader flink helpen tillen.

‘Hè, hè,’ zuchtte Klinkhamer, ‘die staat. Het ergste hebben we gehad, jongens! Nu gaan we eerst naar de achterkamer.’

Een half uurtje later stond ook hier de kachel. Daarna was de studeerkamer aan de beurt. De dienstbode bracht koffie en vroeg, of de jongens de kachels nog wat konden oppoetsen. Zij had daarvoor zelf geen tijd.

‘'t Komt in orde,’ zei Klinkhamer, terwijl hij zijn koffie gloeiendheet opdronk. Dan stak hij zijn pijp aan en op de klok kijkend, riep hij:

‘Drommels, 't is al bij elven. We moeten opschieten. Gaan jullie nu maar poetsen. Maar denk er om, geen grapjes, hoor!’

[pagina 140]
[p. 140]

Gewapend met diverse poetsmiddelen, togen de jongens aan 't werk. Ze deden flink hun best en de kachels glommen weldra zó dat ze er zich in konden spiegelen.

‘Dit is gelukkig de laatste,’ zei Sietse, toen ze de kachel in de studeerkamer glimmend hadden gewreven, ‘m'n armen zijn er stijf van.’

‘De mijne ook,’ bekende Hielke. Dan keken ze elkander aan en barstten in lachen uit.

‘Neen maar, kerel, wat zie jij zwart!’

‘En jij niet minder. Wat zal moeder schrikken!’

‘O, jô, kijk eens op die deur! Daar staat je hele hand op afgedrukt.’

‘De mijne? Het kan net zo goed die van jou zijn. Kijk maar eens naar het behang! Neen maar, dat moeten we schoonmaken!’

Sietse voegde meteen de daad bij het woord en wreef met zijn pet over het behang. Het resultaat was verbijsterend. Inplaats dat de groezelige plek verdween, was het nog veel erger geworden.

‘Sufferd!’ schold Hielke. ‘Waarom neem je dan ook niet je zakdoek?’

‘Heb ik niet. Heb jij er één?’

‘Ik? Eh, nee....’

‘Wat zeur je dan?’ vroeg Sietse.

‘Ik zeur niet. 't Gaat er maar om, dat vader het niet moet zien, want dan krijgen we er natuurlijk ongenadig van langs.’

[pagina 141]
[p. 141]

Daar hoorden ze, tot hun schrik, voetstappen in de gang naderen.

Het was Klinkhamer, die zijn jongens kwam halen, om mee naar huis te gaan. Sietse had nog de tegenwoordigheid van geest, om vlug een grote stoel voor het besmeurde behang te schuiven. Zo, voorlopig waren se gered.

‘Zo, jongens,’ zei Klinkhamer, de kamer binnenkomend, ‘zijn jullie ook klaar? Prachtig. 't Ziet er keurig uit, hoor. M'n compliment. We gaan nu meteen naar huis. 't Is twaalf uur.’

De handkar werd opgeladen en ze reden welgemoed terug.

Een uur later verscheen Grietje, de dienstbode, in de smederij, om haar beklag te doen over het bedorven behang.

‘Wat vertel je me nou?’ vroeg Klinkhamer, die er niets van begreep.

‘Gelooft u het niet? Komt u dan maar even kijken,’ zei Grietje opgewonden. ‘'t Is een schande, zoals die jongens hebben huisgehouden!’

‘Driedrommelse apen! Hielke!! Sietse!!’ bulderde Klinkhamer.

Toen de jongens in de werkplaats verschenen, bleven ze verschrikt staan, bij het zien van de kwaad kijkende Grietje.

‘Wie de schurft heeft, vreest de roskam,’ gromde Klinkhamer. ‘Jullie weten natuurlijk al waarvoor Grietje hier is, hè? Hier, dat is voor het bedorven behang.’

[pagina 142]
[p. 142]

De grote handen van de smid deelden klinkende oorvijgen uit. En hoe de jongens ook jammerden, dat ze het niet met opzet hadden gedaan, het hielp geen zier, ze kregen een ongenadig pak slaag.

Toen ze later met een somber gezicht bij de waterkant stonden, waren ze het er roerend over eens, dat er geen ondankbaarder werk was, dan kachelpoetsen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken