Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Rethoricale wercken (1562)

Informatie terzijde

Titelpagina van Rethoricale wercken
Afbeelding van Rethoricale werckenToon afbeelding van titelpagina van Rethoricale wercken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.77 MB)

ebook (3.21 MB)

XML (0.28 MB)

tekstbestand






Editeur

Eduard de Dene



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Rethoricale wercken

(1562)–Anthonis de Roovere–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[Folio 50r]
[fol. 50r]

Rethorijcke op de handt te leerene.

 
JCk sie dese schoolkinders in Muzijcken
 
Leeren op de handt haer noten singhen
 
Maer ick soude gheerne laten blijcken
 
Mijne gheminde by Rethorijcken
 
Leeringhe op de handt, woudijs ghehinghen
 
Want ick sie dat de handt heeft in haer bedwinghen
 
Vijf vingheren, ende elck heeft drije leden
 
Ende eenen naghele, die alle dinghen
 
Den vingher doet doen met vromicheden
 
Maer ick name de handt om wel besteden
 
De handt des euens kerstens minne
 
Daer my natuere heeft toe ghebeden
 
Ende wie dmotijf doorsoeckt met vreden
 
Hy salder vinden groote soeticheyt inne
 
Want duecht wint croone ten hoochsten tinne.
 
 
 
Den eersten vingher naer mijn bedieden
 
Eert Vader ende Moeder, is hy bekent
 
Deerste ledt heedt, hem waerdicheyt bieden
 
Alsoe tghebodt Gods beueelt den lieden
 
Als op staen, nijghen, sulck regiment
 
Tweede ledt heedt, wel zijnde content
 
Jn haer castijement, ende goet bewijs
 
Ende tderde ledt heedt, dit in v prent
 
Bedinstich in noode, gheef ick hem prijs
 
De naghel voldoende dit reyn aduijs
 
Heedt ouerdencken in tswerelts swinne
 
Den arbeydt, den vaer, de pijne afgrijs
 
Van vader ende moeder in tskindts iolijs
[Folio 50v]
[fol. 50v]
 
Op help // merckt dit ten eersten beghinne
 
Want duecht wint croone ten hoochsten thinne.
 
 
 
Onderhoorich den Ouersten bequame
 
Heet den tweeden vinghere, ende deerste ledt
 
Niet staen naer hoocheyt, is zijnen name
 
Mercken zijns Meesters eere ende fame
 
Dats dander, dus wordtmen dienaer net
 
Tderde ledeken heet Onbesmet
 
Obedieren tsmeester ghebodt altijdt
 
Alsoe Dapostel schrijft inde wet
 
Obedieert den Ouersten waer ghy zijdt
 
De Naghele die wercken can dit profijt
 
Die heet: Deruen van eyghen sinne
 
Eer ghy yemant begrijpt, eerst v seluen castijdt
 
Derft eyghen sin, peyst ruste verblijdt
 
Merckt douerlijden van corten ghespinne
 
Want duecht wint croone ten hoochsten thinne.
 
 
 
De derde vinghere sal wesen reene
 
Hy heet tot elcken te zijne oodtmoedich
 
Daer deerste ledt af heet alleene
 
Hem seluen, altoos kennende cleene
 
Min tellende, dan andere, ende onvroedich
 
Tweede minsamich, tderde hoedich
 
Ende zijnen nedersten goederhande zijn
 
Met dese drije leden wijs ghespoedich
 
Sal den vingher in goeden ghestande zijn
 
De naghele die suyuere doet van schande zijn
 
Js dat elck zijn selfs cranckeyt bekinne
 
Ende claerlijck die in desen verbande zijn
 
Sy sullen Gode een offerande zijn
[Folio 51r]
[fol. 51r]
 
Bouen Cherubin ende Cheraphinne
 
Want duecht wint croone ten hoochsten thinne.
 
 
 
Vriendelijck in gheselschepe te zijne
 
Heet den vierden vingher int bespien
 
Huessche wandelinghe tallen termijne
 
Eerbaer van woorden in blijden schijne
 
Ende alle dinck met goeden ooghen aensien
 
Dit zijn de drie leden daer tsvinghers ingien
 
By roerdt ende wacker wordt inder vruecht
 
De naghel die dit al doet gheschien
 
Die heet by namen: Constich ter duecht
 
Zenuwen, aderen, puls, die wordt verhuecht
 
Als de handt pijnt te desen ghewinne
 
Dbloet wter iuncturen ghecrijghes iuecht
 
Dus leerdt dese handt of ghy muecht
 
Hope die wordter uwen trooster inne
 
Want duecht wint croone ten hoochsten thinne.
 
 
 
Mint uwen vyandt, want Godt cant raden
 
Dats den vijfsten vingher, hy sal croonen dy
 
Deerste ledt: heet vergheten alle misdaden
 
Dander, minnelijck groeten in ghenaden
 
Tderde, quaet met duechden loonen vry
 
De naghele die brengt dit verschoonen by
 
Leert kennen hoe dat wy Godt verwercken
 
Die doorschouwer van allen persoonen sy
 
Ende dicwils vindt met sondighe wercken
 
Voorwaer wilden wy dese handt wel mercken
 
Kinderen sanck souden wy achten dinne
 
Godt wil ons allen in duechden soe stercken
 
Dat wy zijnder Enghelen vlercken
[Folio 51v]
[fol. 51v]
 
Beluycken, ende vlien des quaetheyts vinne
 
Want duecht wint croone ten hoochsten thinne.
 
 
 
Mijn vrienden, Muzijcke en vermaede // ick niet
 
Tis een edele conste, gheuonden op de handt
 
Nochtans dese handt te leerene raed ick // siet
 
By Rethorijcke voor tsekerste pandt
 
Mijn teer beuoelen hem dit bewant
 
Waert beter ick wouds, doch nemet int goede
 
Voor Christus der saligher sielen landt
 
Nv ende eewelijck in vleesche in bloede
 
Die wil ons al nemen in sijnder hoede.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken