Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bosch-viooltjes (1883)

Informatie terzijde

Titelpagina van Bosch-viooltjes
Afbeelding van Bosch-viooltjesToon afbeelding van titelpagina van Bosch-viooltjes

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.18 MB)

XML (0.01 MB)

tekstbestand






Illustrator

Ludwig von Kramer



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

gedichten / dichtbundel
plaatwerk / prentenboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bosch-viooltjes

(1883)–A.L. de Rop–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige
[pagina 3]
[p. 3]


illustratie

[pagina 4]
[p. 4]

[Bosch-Viooltjes]

 
Ik wil u weer vertellen
 
Van onze poes en hond,
 
Van vogeltjes en bloemen,
 
En wat ik verder vond.
 


illustratie

 
En als nu maar de liedjes,
 
Die hier te lezen staan,
 
Gemakklijk zijn te onthouden,
 
Dan ben ik recht voldaan.
[pagina 5]
[p. 5]
 
't Is feest van daag, mijn lieven!
 
En daarom leg ik weer
 
Dit boek met fraaie prenten
 
Glimlachen voor u neer.
 


illustratie

 
Ik schreef er kleine versjes
 
En korte rijmpjes in,
 
Want prettige gedichtjes
 
Zijn zeker naar uw zin.
 


illustratie

[pagina 6]
[p. 6]
 


illustratie

 
Wij drietjes hebben 't huis alleen,
 
Want de andren zijn naar 't weiland heen;
 
Het hooi opladen dat doen zij,
 
En op de dieven passen wij.
 


illustratie

[pagina 7]
[p. 7]
 


illustratie

 
het radje snort, - het poesje knort,
 
En Elsje kijkt er naar;
 
Zij denkt: ‘ik spon - als ik maar kon, -
 
Nog fijner, tante Klaar!’
 


illustratie

[pagina 8]
[p. 8]
 


illustratie

 
Dirk heeft in paarden veel pleizier,
 
En daarom roept hem de koetsier:
 
‘Houd vast den schimmel, als een man,
 
Dat ik hem duchtig poetsen kan.’
 
 
 
Is schimmeltje weer blank en net,
 
Dirk wordt dan op zijn rug gezet.
 


illustratie

[pagina 9]
[p. 9]
 
‘Ach, jufjelief! wij zijn zoo arm,
 
Wij hebben zoo'n leed en nood;
 
Ach, dat zich iemand onzer erbarm',
 
Want vader en moeder zijn dood.’
 
 
 
‘Hier, kleinen! is een schotel brij,
 
Eet smakelijk daarvan,
 
Komt morgen weer terug bij mij,
 
Dan braad ik een worst in de pan.’
 


illustratie

[pagina 10]
[p. 10]
 


illustratie

 
Kleine Jaap, die krullebol,
 
Zou gaan spelen met zijn tol;
 
Doch zijn zusje Margariet
 
Zei: ‘neen, broertje! nu nog niet;
 
Houd mijn breiwol eerst eens op.’
 
Jaapje bromde wel als mop,
 
En trok ook een pruilend lipje;
 
Maar toch deed hij 't in een wipje.
 


illustratie

[pagina 11]
[p. 11]
 


illustratie

 
Het varken moest naar stad gebracht,
 
Het was mooi zwaar en dik;
 
En Hannes bond van vliegertouw
 
Om d' achterpoot een strik;
 
Maar krulstaart rukte keer op keer,
 
Omdat hij 't lastig vond, -
 
Daar brak het touw, en Hannesmaat
 
Viel languit op den grond.
 


illustratie

[pagina 12]
[p. 12]
 


illustratie

 
'k Ben uw moedertje, duifjes!
 
Met uw glanzende kuifjes;
 
Boontjes strooi ik weer;
 
Komt dus uit den hoogen
 
Fladderend aangevlogen,
 
'k Heb in mijn bakje nog meer.
[pagina 13]
[p. 13]
 


illustratie

 
Voor den knecht van Sinterklaas
 
Speelt de schoorsteenvegers baas;
 
Doet een jongen kwaad op straat,
 
Hem onthoudt de zwarte maat;
 
En waartoe zijn gard dan dient,
 
Dat begrijpt ge, kleine vriend!
[pagina 14]
[p. 14]
 


illustratie

 
Nageltjes met zwarte randjes,
 
Smoezelige, vuile handjes,
 
Staan niet zindlijk, - laat ze dus
 
Netjes wasschen, Truitje-zus!
 


illustratie

[pagina 15]
[p. 15]
 


illustratie

 
Moedig draagt lief Antje
 
't Zware hengselmandje,
 
't Volle fleschje medicijn
 
En baar broertje Gozewijn.
 
 
 
Moetje is ziek al dagen,
 
Daarom zonder klagen
 
Werkt nu Antje kloek en frisch,
 
Tot weer moêlief beter is.
 


illustratie

[pagina 16]
[p. 16]
 


illustratie

 
Schilder Floor stond op de leer,
 
En zijn kwast ging keer op keer
 
Langs den gevel op en neer.
 
 
 
Maar toen hij een snuifje nam,
 
Goot de stoute, booze Bram,
 
Langs het pas geverfde muurtje,
 
D' inkpot leêg; - doch vader kwam
 
Juist zoo uit het achterschuurtje.
 
 
 
Broertje Piet werd niet beknord,
 
Die had d' inkt niet uitgestort;
 
Maar met Bram is iets gebeurd,
 
Waar hij lang om heeft getreurd.
[pagina 17]
[p. 17]
 


illustratie

 
Had die domme slagersjongen
 
Niet de rookers nageäapt,
 
Dan was Turk niet toegesprongen,
 
En had ook geen worst gekaapt.
 


illustratie

[pagina 18]
[p. 18]
 


illustratie

 
Met een takkebos beladen,
 
Zwoegt het oude vrouwtje voort;
 
Krelis-buurtje helpt haar dragen,
 
Zonder morren, zoo als 't hoort;
 
Bakt de koek straks in de pan,
 
Dan krijgt onze flinke man,
 
Vast er ook zijn portie van.
 


illustratie

[pagina 19]
[p. 19]
 


illustratie

 
Als 't vogeltje gaat vliegen
 
Voor d' allereersten keer,
 
Dan vreest het om te vallen,
 
En klapwiekt angstig neer.
 
 
 
Maar als klein broertje of zusje
 
Voor 't eerste loopen leert,
 
Dan wordt het vastgehouden,
 
En 't kind blijft ongedeerd.
 


illustratie

[pagina 20]
[p. 20]
 


illustratie

 
't Ganzenhoedstertje, arme kind!
 
Moet maar steeds door weer en wind.
 


illustratie

 
Op de vogels paste zij,
 
Altijd vergenoegd en blij;
 
Maar toen is de vos gekomen,
 
Die heeft stil een weggenomen,
 
En hij beet - hoe wreed en snood!
 
Plotseling het gansje dood.
[pagina 21]
[p. 21]
 


illustratie

 
'Doch de jager, vlug en snel,
 
Schoot den vos door 't roode vel,
 
En hij bracht terug het gansje;
 
't Werd gebraden, - wat een kansje!
 
Want de kindren weten al,
 
Dat het heerlijk smaken zal.
 
 
 
Krijgt het kleine ganzenvrouwtje,
 
Voor haar zorg nu ook een boutje?
[pagina 22]
[p. 22]
 


illustratie

 
Twee blanke zwanen wieglen
 
Langs 't riet bij d' oeverzoom,
 
En roeien voort en spieglen
 
Zich in den blauwen stroom,
 
Zoo als des vijvers sier en roem,
 
De zilverblanke lotusbloem.
 


illustratie

[pagina 23]
[p. 23]
 


illustratie

 
Wie rijk was liet in d' ouden tijd,
 
Zich in een draagstoel dragen,
 
En nooit had over 't schokken dan
 
Zoo'n deftig heer te klagen.
 
 
 
Vlugger dan met koets en paard,
 
Gaat het thans in snelle vaart.
 
 
 
Langs den weg naar dorp of stede,
 
Voort op een Vélocipéde.
 


illustratie

[pagina 24]
[p. 24]
 


illustratie

 
Pomp maar kleine, - lieve zus!
 
't Water, 't reine - stroomt al flus;
 
'k Heb je stevig, dikke mol!
 
Nu genoeg: de kan is vol.

Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken