Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Met verschuldigde hoogachting (1966)

Informatie terzijde

Titelpagina van Met verschuldigde hoogachting
Afbeelding van Met verschuldigde hoogachtingToon afbeelding van titelpagina van Met verschuldigde hoogachting

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.89 MB)

Scans (29.04 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Met verschuldigde hoogachting

(1966)–Renate Rubinstein–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 67]
[p. 67]

Voorbeeld volgen

Dit zijn de dagen van inkeer en bespiegeling, tenminste, wan neer u dit leest zijn zij dat, want nu ik dit schrijf is het nog een week te vroeg en van vrede op aarde is nog nergens anders sprake dan in alle teksten die ook op dit moment ter kerstconsumptie toebereid worden. Alle kunst is oplichterij, ook de kleine. Hoewel zij dus wat op de kalender voorloopt, is die stemming er wel, want door omstandigheden buiten het seizoen om, overweeg ik mijn leven te veranderen. De repercussies van mijn doen en laten hebben zich zo opgestapeld, dat er geen andere uitweg dan een drastische meer overblijft.

‘Ik moet in de eerste plaats mijn kasten opruimen, in de tweede mijn laden en in de derde mijn drieënzeventig dozen met brieven, foto's, schelpen, schroeven, kralen, knipsels en plastic speelgoedcowboys.’ Deze ingeving bereikte mij toen ik, slapeloos te bed, mijn leven probeerde te overzien. Onmiddellijk overviel mij de kalmte van iemand die, na lang zoeken, weet wat hem te doen staat. Na een verkwikkende slaap herinnerde ik mij echter bij het wakker worden dat ik in de herfst van 1952, onder identieke omstandigheden hetzelfde besluit had genomen. Dit ontmoedigde mij. Ook toen was mijn besluit teweeggebracht door de wens volledig te veranderen en de lectuur van een boek over een meisje dat nooit iets doms zei, zelfs haar slimme gedachten voor zich hield, en tenslotte door een toeval doodgeschoten werd (in plaats van een leeuw namelijk). Dit meisje stelde ik mij ten voorbeeld, en de aangewezen stap in haar richting leek mij het opruimen, inclusief wassen, strijken of wegwerpen, van mijn kleren. Niettemin is het mij in de tussenliggende elf jaar niet gelukt het domme te vermijden en het intelligente te doen.

Nee, zich zelf veranderen is de mens niet van nature meegegeven. In het maandblad van een zeer grote, nationale, tegenwoordig zelfs Koninklijke, vereniging die maand in, maand uit, ijvert tegen vooroordeel, frigiditeit en overbevolking, zag ik een foto van Virginia. Haar mond staat open, er komt een ‘welkomstwoord’ uit, maar zij is het nog helemaal. Het verbaast mij niet dat men haar tot algemeen-voorzitster koos, want zij is er geknipt voor, het voorzitterschap werd haar bij de

[pagina 68]
[p. 68]

geboorte meegegeven. Weliswaar kende ik haar toen nog niet, maar toen zij dertien was leidde zij reeds een kleine knokploeg die zich ten doel gesteld had, de kleinere, op straat knikkerende kinderen te beschermen tegen de rotschoften die om ons te pesten een trap tegen de knikkers gaven en verder liepen. Het volgende jaar vervulde zij een akela-achtige functie, in het geheim, want het was nog oorlog, maar erkend. Nog geen jaar later zat zij een club voor die zich toelegde op het begrijpen van moderne poëzie (Marsman) en het uit het hoofd leren van Franse chansons; in de zomer organiseerde zij een zomerkamp. Op haar zestiende was zij praeses van de schoolvereniging. Daarna heb ik haar uit het oog verloren. Al die jaren had ik mij haar ten voorbeeld gesteld. Mijn stappen in haar richting beperkten zich echter tot het publiceren van een kort, ironisch stukje proza (getekend ‘Elsje’) in de schoolkrant. Ik zat toen in de eerste klas en probeerde er de jongens van de zesde klas in belachelijk te maken. Nu, twintig jaar later, doe ik nog steeds niets anders, en ook Virginia zit dus blijkbaar nog steeds voor. Dat zij niet veranderd is verbaast mij niet, maar dat ik zelf niet de weg op ga die er voor de wil te vinden moet zijn, dat is vreemd. Men beoordeelt anderen naar wat zij doen en zichzelf naar waar men heen streeft. De ervaring leert, maar pas op de lange duur, dat men ongelijk heeft. Er was een tijd dat ik medelijden had met Françoise Sagan omdat het boek dat zij geschreven had zoveel minder was dan dat, dat ik zou schrijven zodra ik er één schrijven ging. Het is treurig te bedenken dat het zelfde soort medelijden mij nu niet eens meer bevangt wanneer ik deze stukjes bekijk: die die ik zou kunnen schrijven zodra ik er aan beginnen zou, die heb ik al geschreven.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken