Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Met verschuldigde hoogachting (1966)

Informatie terzijde

Titelpagina van Met verschuldigde hoogachting
Afbeelding van Met verschuldigde hoogachtingToon afbeelding van titelpagina van Met verschuldigde hoogachting

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.89 MB)

Scans (29.04 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Met verschuldigde hoogachting

(1966)–Renate Rubinstein–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 144]
[p. 144]

Vooruitgangen die niet doorgingen

In veel opzichten zijn we erop vooruitgegaan, maar in tenminste één opzicht moet het leven vijftig jaar geleden prettiger geweest zijn: je geloofde toen nog in de vooruitgang. Nu doet niemand dat meer, hetzij dan dat iedereen ervan overtuigd is dat de techniek door zal blijven vooruitgaan, en dat sommigen door dat perspectief niet somber gestemd worden. Maar in vooruitgang in idealistische zin is het moeilijk te blijven geloven, omdat de ontwikkeling zo vaak anders is gegaan dan verstandige optimisten verwacht hadden. Allerlei barbarismen en onredelijke geloven, waarvan je vijftig jaar geleden voorspeld zou hebben dat ze af zouden sterven, blijken integendeel door de hulp van de modernste techniek juist tot grotere bloei gekomen te zijn. De oorlog is daar een voorbeeld van, maar ook de godsdienst, de monarchie en de positie van de vrouw. Goed, de godsdienst is oecumenischer en dus verdraagzamer geworden, maar het principiële atheïsme heeft geen veld gewonnen. Het koninklijk huis is dank zij de massamedia populairder dan het veertig jaar geleden, zeker bij de socialisten, was. En de emancipatie van de vrouw? Die is gestopt op het punt dat ongeveer veertig jaar geleden bereikt werd en toen langzaam weer achteruit gesukkeld.

De tachtigjarige journaliste Ro van Oven schreef onlangs in De Journalist een paar van haar herinneringen op. In 1913 ontmoette zij voor het eerst in haar leven twee échte journalisten, twee vrouwen, van wie de ene bij Het Handelsblad, de andere bij De Telegraaf werkte. ‘Niet bij een rubriek voor de vrouw. Die bestaat nog niet. We leven in de tijd van de strijd voor de vrouwenemancipatie. We zijn gelijk, we zijn gelijkwaardig aan de man. Kom daar nu eens om.’ Twee jaar later krijgt ze een betrekking bij De Telegraaf. ‘Ik houd interviews, serieus, met serieuze vrouwen. Dan verlaat ik De Telegraaf. En begint de echte Vrouwenpagina haar leven.’

En wat voor een leven. Ik geloof niet dat er nog een dag- of weekblad in het land is dat geen vrouwenpagina heeft. Niet omdat de hoofdredacteuren er zo gek op zijn, dat zijn ze in mijn ervaring nooit, en ook niet omdat de abonnees erom ver-

[pagina 145]
[p. 145]

zocht hebben. De vrouwenpagina dankt haar bestaan aan geen andere behoefte dan die van de adverteerders van artikelen die speciaal door vrouwen gekocht worden. Wie zich afvraagt waarom de fictie van de vrouw die met keuken, kleding en kinderen haar hele hoofdje vult, zo'n lang leven heeft, moet er eens over denken wie er bij uitstek belang bij hebben dat dat zo blijft. En ik bedoel niet ‘de mannen’ in het algemeen.

Erger dan de vrouwenpagina is het damesblad. Vooral de Nederlandse, die nog steeds de indruk maken alsof ze voor vrouwelijke kleuters geschreven worden. Het zijn de enige bladen in ons land die oplagen van meer dan een half miljoen hebben. Ze voldoen dus in een behoefte, daar is geen twijfel aan, maar ze hebben een verderfelijke invloed, of zouden die kunnen hebben als ze au sérieux genomen werden, hetgeen gelukkig betwijfeld mag worden. Hun verderfelijkheid zit overigens vaker in wat ze niet dan in wat ze wel zeggen en meer in de toon dan in de inhoud.

Alleen een enkele keer schiet zo'n damesblad eens uit en gaat zowaar polemisch doen. In het geval dat mij onder ogen kwam, betrof dit de geëmancipeerde vrouw. Ene Marie-Lou schrijft in Rosita:

‘Misschien kent u ze: de vrouwen die zo hoognodig geëmancipeerd willen zijn. Geen boos woord over ze, hoor, maar toch: er zit iets tragisch in de ijver, waarmee zij him eigen vrouwelijkheid te lijf gaan. Het is duidelijk: zij moeten zo nodig.

Zij zien in de emancipatie voornamelijk een soort competitie met de man. Als u het mij vraagt: een fout uitgangspunt, want wáár blijft de vrouw dan? Ik heb altijd gemeend, dat emancipatie op de eerste plaats een bewustwording diende te zijn van de eigen vrouwelijke betekenis en een erkenning daarvan door de man, maar wie onze geëmancipeerde dames bezig ziet slaat bij tijden de schrik om het hart. Het is duidelijk: zij willen nauwelijks nog vrouw zijn.

Zij veronderstellen, geloof ik, dat een vrouw pas echt geëmancipeerd is, wanneer zij zich als man gedraagt. En zij doen dat dan ook met een onthutsende verbetenheid. Zij bewegen zich als mannen, zij houden hun sigaret vast zoals mannen dat doen en zij praten zoals onze heren. Dat wil zeggen: zij praten heel koel en helder; zij denken na, dat zie je zo. Je hóórt ze soms zelfs

[pagina 146]
[p. 146]

denken. En ze hebben een diepe minachting voor ál die vrouwen, die urenlang kunnen keuvelen over onbenullige zaken waar een man nooit iets van begrijpt, maar die voor vrouwen van levensbelang kunnen zijn.’

Je sigaret vasthouden als een man, - hoe doe je dat? En wat mogen dat wel voor zaken zijn waarvan een man nooit iets begrijpt? Dat zijn volgens Marie-Lou ‘de prijs van de spruitjes, de nieuwste mode en het verwijderen van schoensmeervlekken uit nylon.’ Natuurlijk, mannen kunnen die mode alleen ontwerpen, fabriceren en verkopen, maar begrijpen, nee hoor, dat kunnen ze niet. Het onvermijdelijke gevolg van een dom beeld van de vrouw is een dom beeld van de man.

Met vrouwen die te ver van deze boeiende onderwerpen afdwalen loopt het ook altijd slecht af. Marie-Lou kent er zo één, een psychologe die op feestjes met mannen ‘over de ingewikkeldste problemen debatteert’ en daardoor ‘altijd het middelpunt van alle mannen is.’ Maar dat mocht haar niet baten: ‘Op een dag bekende zij mij echter, dat zij verliefd was op een van die heren, maar dat hij nooit toenadering zocht - evenmin als de anderen trouwens. Toen ik hem eens voorzichtig probeerde uit te horen, begreep hij ineens waar ik heen wilde. Daarna riep hij verbaasd uit: ‘Trouwen? Met Ellen? Maar, kind, met een vrouw als Ellen tróúw je toch niet; met zo'n vrouw práát je alleen maar!’

Er zou een herenblad moeten bestaan waarin mannen ook eens him hart kunnen uitstorten. Zo van: mijn vrouw klaagt altijd dat ik niets zeg als ik thuis ben, ze wil dat ik met haar praat, Jan-Pierre, wat moet ik haar daarop zeggen? Het antwoord ligt voor de hand: Zegt u maar gerust: ‘Praten? Met jou? Maar kind, met een vrouw zoals jij práát je toch niet, met zo'n vrouw trouw je alleen maar!’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken